De tekst op dit in 1951 onthulde monument luidt:
FALLEN FOAR IT HEITELÂN
JITSE KIEWIET 4 MEI '43
ANNE DE BOER 4 MEI '43
MELLE BRUINSMA 4 MEI '43
ANDRIES LOK 20 MEI '44
MARINUS VAN EMST 12 AUG. '44
Meistaking
Tijdens de melkstaking in mei 1943 leverden boeren hun melk niet meer aan de fabrieken. Zij gaven of gooiden het weg. De bezetter reageerde hier onder andere op door een samenscholingsverbod in te stellen. Enkele jongemannen, die op de Eerste Wijk bij een brug stonden renden weg, nadat er in hun richting werd geschoten. Drie van hen werden vervolgens vanuit een overvalwagen tijdens hun vlucht in de rug geschoten.
Anne de Boer, geboren 4 augustus 1907, Jitse Kiewiet, geboren 7 april 1922 en Melle Bruinsma, geboren 20 november 1923, kwamen hierbij om het leven.
Silbertanne moord
Andries (Anje) Lok, geboren op 8 december 1903 te Siegerswoude, was hoofd van de school in Ravenswoud. Hij was een overtuigd voorstander van geweldloos verzet. Tijdens de oorlog hielp Lok onderduikers door hen onderdak (bijvoorbeeld op de zolder van school) en bonkaarten te verschaffen. Hans Slosch, een joods jongetje, woonde bij hem thuis. Een collega onderwijzer aan de school van Lok was NSB-er, wat het verzetswerk van Lok bemoeilijkte. Hans werd om die reden op een veiligere plaats ondergebracht. De collega was op de hoogte van de activiteiten van Lok en heeft dit aan de bezetter doorgegeven.
In de nacht van 19 op 20 mei 1944 werd er bij Lok aangebeld. Twee mannen in burger, die zich legitimeerden met SS legitimatiebewijzen, vroegen Lok om mee te gaan om een getuigenverklaring af te leggen in Assen. Zijn vrouw, dochter (11 jaar oud) en zoontje keken Lok na, terwijl hij met de mannen meeging. De mannen zeiden nog geruststellend tegen Lok zijn vrouw dat haar man snel weer thuis zou komen. De mannen schoten Lok vervolgens bij het tuinhekje dood. De mannen renden hierna naar een auto en reden met gedoofde lichten weg.
Later bleek dat dit drama een vergelding was voor de aanslag op landwachter Kees Hartenhof. Dit soort 'Aktion Silbertanne' moorden vonden plaats tussen september 1943 en september 1944. Voor een aanslag op één Nederlandse collaborateur, werden vaak drie ‘Deutschfeindliche’ Nederlanders zonder enige vorm van proces doodgeschoten. Binnen een jaar werden op deze wijze 45 anti-Duitse Nederlanders vermoord. Elf anderen wisten de aanslagen te overleven.
De Boswachter
Marinus van Emst werd geboren op 12 januari 1894 in Vierhouten. Hij was boswachter van beroep en tevens raadslid voor de Christelijk Historische Unie in de gemeente Ooststellingwerf. Als lid van het verzet was hij medewerker van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Hij maakte schuilplaatsen voor joden en andere onderduikers. Ook bracht hij het bos in kaart voor geallieerde parachutisten. Zijn verzetswerk bracht met zich mee dat Van Emst in de zomer van 1944 moest onderduiken. Op 12 augustus 1944, de verjaardag van zijn dochter Marianne, kwam hij thuis en zou hij blijven slapen omdat zijn vrouw de dag erop jarig was. Door de bezetter is hij toen thuis aangehouden. Hij werd overgebracht naar de politiecommandant aan de Bruggelaan en daar verhoord. Van Emst liet niets los en is vervolgens afgevoerd naar de bossen bij camping Us Blau Hiem, waar hij werd doodgeschoten.
Van Emst is begraven op de Nederlands Hervormde begraafplaats in Appelscha, waar een monument staat en een straat en plein naar hem vernoemd zijn.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!