De Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest in Oosterbeek (ook bekend als Airborne Begraafplaats) bevat de graven van hen die stierven tijdens Market Garden in september 1944 en de gevechten die daarna volgden in dit gebied.
In totaal bevinden zich hier 1.680 Oorlogsgraven uit het Gemenebest, waarvan 245 niet geďdentificeerd zijn. Daarnaast zijn er 73 Poolse en 3 Nederlandse Oorlogsgraven, alsmede 3 graven van medewerkers van de Commonwealth War Graves Commission.
POOLSE GRAVEN IN OOSTERBEEK
In het boekje ‘De Slag om Arnhem, 1944-1994: een brug naar de toekomst’ (1994) staat onder meer: ‘Op 29 augustus 1946 werden de Poolse graven in Driel geruimd en de menselijke resten werden overgebracht naar de militaire begraafplaats in Oosterbeek. Deze Poolse gesneuvelden werden herbegraven ter weerszijden van de ingang. Het lijkt alsof ze wat achteraf zijn gelegd en er niet echt bij horen, maar hun huidige locatie is volgens de Commonwealth War Graves Commission (CWGC) een gevolg van het beleid om iedere nationaliteit zoveel als mogelijk is een eigen plek te geven. De mannen van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade die aan de noordzijde van de Rijn in Oosterbeek en omgeving zijn gesneuveld, liggen wčl te midden van hun Britse kameraden.’
In 2007 is gevraagd aan de CWGC waarom men destijds besloot de Polen van Driel naar Oosterbeek te verplaatsen. Het antwoord luidde dat het kennelijk een gevolg was van een brief van generaal-majoor R.E. Urquhart uit juli 1945. Daarin pleitte de voormalige commandant van de 1e Britse Luchtlandingsdivisie ervoor om alle geallieerde militairen die direct betrokken waren bij de gevechtsacties van zijn divisie, op het Oosterbeekse ereveld te begraven.
Dit lijkt wellicht een plausibele uitleg, maar het is dan in de eerste plaats vreemd dat men ruim een jaar wachtte met het overbrengen van de stoffelijke resten. En dat deze niet bij hun geallieerde kameraden (inclusief Poolse) zijn begraven, maar op een aparte plek. Als het beleid echt zou zijn om iedere nationaliteit zoveel als mogelijk is een eigen plek te geven, dan is het sowieso merkwaardig dat op het kerkhof de Nieuw-Zeelanders, Australiërs, Canadezen en Nederlanders niet bij elkaar liggen.
Niet alleen Polen uit Driel werden naar de locatie bij de hoofdingang van de begraafplaats gebracht. De stoffelijke overschotten kwamen ook uit Gorinchem, Rhenen, Neerloon, Nijmegen, Eindhoven, St. Michielsgestel, Wijk bij Duurstede en Elst (Utrecht en Gelderland). Daar staat tegenover dat in Breda nog steeds een Pool begraven ligt. Ook in Renkum en vele andere plaatsen in Nederland zijn graven van Britse ‘Airborne’-soldaten te vinden. De genoemde brief van de generaal heeft dus in ieder geval niet geleid tot het concentreren van alle Arnhem-slachtoffers in Oosterbeek.
De Britse militaire gravendienst had na de bevrijding in 1945 in principe de opdracht om graven op goed onderhouden burgerkerkhoven met rust te laten en zich te concentreren op zogenaamde veldgraven. In dat verband is het merkwaardig dat de Poolse graven op het Drielse kerkhof werden geruimd.
Van een echt beleid lijkt hier geen sprake te zijn, en een goede verklaring voor hetgeen is gebeurd, is er niet.
Op de Oosterbeek War Cemetery is het graf van Richard Tice; een Amerikaanse vrijwilliger in het Poolse Leger.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!