De garnizoensstad Theresienstadt, ook wel bekend onder de huidige naam Terezín, werd door de Gestapo gebruikt als ghetto om Joden uit verschillende landen bijeen te voegen waardoor het de functie van Concentratiekamp kreeg. Zowel Joden uit Tsjecho-Slowakije als uit Duitsland, Denemarken, Oostenrijk en Nederland werden naar Theresienstadt getransporteerd.
Theresienstadt was geen vernietigingskamp. Van de meer dan 140.000 Joden die naar Theresienstad getransporteerd werden stierven er echter toch 33.000 in het kamp. Dit kwam vooral voor de extreme aantallen mensen die in het kamp waren waar de ruimte en de voorzieningen absoluut niet op berekend waren.
88.000 mensen werden naar Auschwitz en andere vernietigingskampen gedeporteerd. Hiervan hebben 17.247 mensen de oorlog overleefd.
Het kleine fort werd gebruikt als gevangenis van het getto en ook als losse gevangenis voor de Gestapo. Ongeveer 90.000 mensen zijn hier gedurende de oorlog opgesloten geweest, 2600 hiervan zijn hier overleden.
Na de aanslag op Heydrich (27-5-1942, Praag) werden 262 helpers, en verwanten van de aanslagplegers en andere parachutisten, in het Kleine Fort opgesloten. Op 23 oktober 1942 werden ze naar Mauthausen getransporteerd. De volgende dag werden alle 262 gevangenen met een nekschot geëxecuteerd.
Het kamp werd bevrijd door het Sovjetleger op 9 mei 1945.
Mensen in het concentratiekamp Theresienstadt kwamen uit de volgende landen:
Tsjecho-Slowakije – 75.500
Duitsland – 42.000
Oostenrijk – 15.500
Nederland – 5.000
Hongarije – 1.150
Polen – 1.000
Denemarken – 500
Op de begraafplaats zijn zo'n 10.000 slachtoffers begraven.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!