Betonnen verdedigingswerk Devèze-linie Fortin Bogges

Bij dit kleine betonnen verdedigingswerk maakten de 4th Armored Division en de 101th Airborne Division contact met elkaar. Zo kwam op dinsdag 26 december 1944 om 16.55 uur een einde aan het beleg van Bastogne.

Tussen 1933 en 1935 werden er aan de oostgrens van België zo’n 300 tot 400 van deze kleine betonnen verdedigingswerken gebouwd. De vooruitgeschoven positie die zij vormden werd vernoemd naar haar initiatiefnemer, de toenmalige Belgische minister van landsverdediging Albert Devèze. De verdedigingswerken ten noorden van de Amblève hingen samen met de Versterkte Positie van Luik en die ten zuiden van de Amblève waren voorzien voor de Ardense Jagers.

In de vooruitgeschoven positie diende zodanig weerstand geboden te worden dat de Franse bondgenoot België tijdig te hulp kon schieten. Na afloop van de termijn van Albert Devèze koos Belgie voor neutraliteit en de bouw van waarschuwingsposten direct aan de oostgrens (de oostelijke grenswaarschuwingsposten van België). De meeste betonnen verdedigingswerken van de Devèze-linie waren in mei 1940 dan ook onbezet.

Over het algemeen zijn de betonnen verdedigingswerken van de Devèze-linie gestandaardiseerd in vier varianten. Ze bestaan uit één ruimte van 3,25 bij 3,30 meter en een wanddikte van 40 tot 60 centimeter. De bezetting bestaat uit 3 tot 4 manschappen met als hoofdbewapening een (lichte) mitrailleur. Het enkele schietgat is voorzien van een stalen beschermingsplaat dat samen met de vier ventilatieroosters een duidelijk herkenbaar aangezicht vormt.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Jeroen Koppes en Barry van Veen
• Foto's: Jeroen Koppes

• Overige locaties