Van het huis Stationsweg 32 – gebouwd in 1887 – is helemaal niets meer terug te vinden. Voor de bouw van een theater stond het in de weg, dus er volgde sloop.
De familie Nederlof koopt het huis in 1924. Vader, moeder en dochter Leentje Johanna. Het is zeker geen onbemiddelde familie. Als zowel haar vader als moeder overleden zijn, blijft Leentje alleen in het grote huis achter en besluit dan om kostgangers te nemen.
In maart 1941 trekt de Joodse familie van Gelderen uit Rotterdam bij haar in. Dat gaat allemaal nog volgens de regels. De familie wordt gewoon ingeschreven in het bevolkingsregister. De anti-Joodse maatregelen volgen elkaar in die tijd heel snel op. Voor vader Jacques van Gelderen is dat aanleiding om op zoek te gaan naar een mogelijkheid om onder te duiken in de Biesbosch. Samen met zijn neefje en geholpen door twee Sliedrechtse jongemannen steken ze de rivier over op zoek naar een schuilplek. Dat gaat hopeloos mis. Een geschikte plek vinden lukt niet en op de terugweg zinkt één van de twee kano’s waarmee de tocht werd gemaakt. Eenmaal weer op het land worden ze door de politie opgepakt. De familie wordt overgebracht naar Westerbork en van daaruit naar Auschwitz gedeporteerd. Daar worden ze op 19 augustus- en 30 september 1942 vermoord.
Rond november 1942 wanneer de laatste – niet ondergedoken – Joods Sliedrechtse inwoners worden afgevoerd naar Westerbork, hebben zich ook de eerste Joodse onderduikers gemeld op de Stationsweg. Hoe de onderduikers, afkomstig uit Amsterdam en Rotterdam daar zijn terechtgekomen is niet bekend.
Hoeveel mensen op de Stationsweg ondergedoken zijn geweest is evenmin precies bekend. Toen de zaak verraden was en de Duitse politie zich op 3 maart 1943 meldde, waren het er in ieder geval tien. Die aanhouding is nogal chaotisch verlopen. Een ooggetuige (op dat moment 10 jaar oud) meldde dat de mensen aan de achterkant van de woning alle kanten oprenden.
In het politierapport staat dat acht van de onderduikers zijn aangehouden en dat het twee gelukt is te ontkomen. Wat er van hen terecht is gekomen is niet helemaal duidelijk. Aan de hand van gegevens van het Rode Kruis is bekend dat één van hen, Aron Nathan, van 20 april 1944 tot 19 mei 1944 in Westerbork was. Als hij die dag met een transport naar Polen is gedeporteerd, is hij mogelijk te zien in de Westerborkfilm, waarop het vertrek van die dag is vastgelegd. Hij is op 2 mei 1945 in Duitsland gestorven. Van de andere ontsnapte onderduiker Jacob Loeb weten we nog minder: nasporingen in 1947 door de politie van Schiedam brachten geen helderheid over wat er met hem is gebeurd.
De acht onderduikers worden respectievelijk in maart- en september 1943 in Sobibor en Auschwitz vermoord.
Het onderdak verlenen komt ook Leentje Nederlof duur te staan. Zij kwam via de gevangenis in Rotterdam in Kamp Vught terecht. Bij de evacuatie van het kamp werden de vrouwelijke gevangenen naar Ravensbrück overgebracht. Daar kwam zij eind februari 1945 om het leven. Zij werd 54 jaar oud.
Op 7 oktober 2019 zijn er op de plaats waar het huis stond voor de slachtoffers struikelstenen gelegd.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!