Gerald Lathbury, die in een militair gezin werd geboren, volgde zijn opleiding aan het Wellington College en op het Royal Military College in Sandhurst. Hij werd in 1926 aangesteld bij de Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry.
Hij diende in Frankrijk waar hij met werd onderscheiden met de MBE.
Lathbury richtte in 1941 het 3rd Parachute Battalion op, in 1943 de 3rd Parachute Brigade en nam toen het bevel over de 1st Parachute Brigade in Noord-Afrika op zich. Tijdens de landingen op Sicilië had Lathbury tot taak de Primasolebrug te veroveren waarbij hij aan zijn rug en beide dijen gewond raakte, hoewel hij het commando behield tot er versterkingen arriveerden.
Lathbury voerde nog steeds het bevel over de 1st Parachute Brigade tijdens de slag om Arnhem, onderdeel van Operatie Market Garden in Nederland. Op 18 september raakte hij samen met Generaal-majoor Roy Urquhart afgesneden van zijn eenheid en hij raakte ernstig gewond aan zijn linkerbeen en zijn ruggengraat, waardoor hij tijdelijk verlamd raakte. Hij werd opgevangen door een Nederlands echtpaar dat hem later in een veldhospitaal liet opnemen. Hij loog over zijn rang en gaf voor Lance Corporal te zijn. Hij ontsnapte door doodgewoon de hoofdingang van het ziekenhuis uit te wandelen waar hij was opgenomen. De Nederlandse Ondergrondse bracht hem in contact met andere ondergedoken Britse soldaten. Lathbury regelde samen met Lieutenant Colonel David Dobie en Major Digby Tatham-Warter een ontsnapping over de Rijn. Lathbury en Digby staken op 22 oktober met nog 137 man de Rijn over en maakten contact met Easy Company, 506 Parachute Infantry Regiment van de 101st Airborne Division.
Na de oorlog verbleef hij enkele jaren in Palestina en ging in 1948 naar het Imperial Defense College. Hij werd in 1948 benoemd tot General Officer Commanding 16th Airborne Divison. en daarna, in 1951 tot commandant van het Stafcollege in Camberley. Daarna werd hij in 1955 Opperbevelhebber Oost-Afrika en in 1957 directeur-general Militaire Training op het Departement van Defensie. Hij werd in 1960 General Officer Commander-in-Chief Eastern Command en in 1961 Kwartiermeester-generaal van de Strijdkrachten. Hij was ook AdC General van de Koningin tussen 1962 en 1965 en Colonel Commandant van zowel de 1st Green Jackets (43ste en het 52ste ) en van het Parachute Regiment van 1961 tot 1965. Tenslotte werd hij benoemd tot Gouverneur van Gibraltar; hij ging in 1969 met pensioen.
In 1965 nam hij deel aan de derde in de serie van Australische ornithologische expedities van Harold Hall.
Bevorderingen:
04.02.1926: 2nd Lieutenant
04.02.1929: Lieutenant
21.03.1938: Captain
29.02.1940: Acting Major
29.05.1940: Temporary Major
06.04.1941: Major (War sub)
04.02.1943: Major
06.01.1941 Acting Lieutenant Colonel
06.04.1941: Temporary Lieutenant Colonel
08.06.1943: Lieutenant Colonel (war sub)
08.12.1942: Acting Colonel
08.06.1943: Temporary Colonel
13.01.1949: Colonel
08.12.1942: Acting Brigadier
08.06.1943: Temporary Brigadier
28.07.1949: Brigadier
15.12.1948: Tempray Major-General
14.12.1949: Major-General
02.05.1955: Temporary Lieutenant-General
07.07.1955: Lieutenant-General
29.04.1960 (retired 25.02.1965, re-instated 24.08.1965; retired 20.06.1969)
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!