Fleming, Patrick Dawson
- Geboortedatum:
- 17 januari 1918 (New York City/New York, Verenigde Staten)
- Overlijdensdatum:
- 16 februari 1956 (San Joaquin County/California, Verenigde Staten)
- Nationaliteit:
- Amerikaanse
Biografie
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!
- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Lieutenant (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)
- Eenheid:
- Fighting Squadron 80 (VF-80), U.S.S. Hancock (CV-19), U.S. Navy
- Toegekend op:
- 30 december 1944
Aanbeveling:
Wegens heldenmoed en uitzonderlijke prestaties in de lucht in gevecht tegen vijandelijke troepen op 25 november 1944 in de buurt van de Filippijnen. Terwijl hij een uit twee toestellen bestaande verbindingsondersteuningsgroep leidde stuitte hij op een formatie van 5 vliegtuigen en ondanks die numerieke meerderheid viel hij de vijandelijke formatie aan en schoot 2 toestellen neer. Zijn moed en deskundigheid kwamen voortdurend overeen met de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Commander 2d Carrier Task Force Pacific: Serial 0685
Aanbeveling:
Wegens opvallende moed en onverschrokkenheid in actie, dienend als piloot van een marinejager van Fighting Squadron EIGHTY (VF-80), aan boord van de U.S.S. HANCOCK (CV-19), in actie in de omgeving van de Filippijnen op 14 december 1944. Hij leidde een divisie van 8 vliegtuigen en ondanks de numerieke overmacht viel hij een vijandelijke formatie van 27 toestellen aan; tijdens het erop volgende gevecht schoot hij 4 vijandelijke toestellen neer. Zijn moed en deskundigheid kwamen voortdurend overeen met de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Commander 2d Carrier Task Force: Serial 090
Aanbeveling:
Wegens heldenmoed en uitzonderlijke prestaties in de lucht tegen vijandelijke vliegtuigen en installaties in het gebied rond Formosa op 3 januari 1945. Toen hij op een groter aantal vijandelijke jagers stuitte, leidde hij zijn divisie zonder aarzelen in de aanval die de vernietiging van minstens 5 vijandelijke toestellen tot gevolg had waarvan hij er zelf 3 neerschoot. Ondanks extreem gevaarlijke weersomstandigheden en intensief afweervuur boven het doelgebied, wist hij zijn divisie zonder verlies of schade naar de basis terug te brengen. Zijn onverschrokkenheid, agressieve vechtlust en leiderschap kwamen voortdurend overeen met de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Commander 2d Carrier Task Force Pacific: Serial 0151(First Gold Star in lieu)
Aanbeveling:
Wegens dapperheid in het kader van militaire operaties tegen vijandelijke troepen, dienend als piloot van een marinejager van Bombing Fighting Squadron 80 (VBF-80), attached to the U.S.S. HANCOCK (CV-19), in actie tegen vijandelijke installaties en luchttroepen in het gebied rond Tokio op 17 februari 1945. Hij leidde een divisie vliegtuigen in een aanval met jagers en schoot zelf, onder zwaar luchtafweervuur, 4 vijandelijke toestellen neer. Zijn moed, vastberadenheiod en leiderschap tegenover een vijandelijke overmacht gedurende de hele actie kwamen voortdurend overeen met de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Commander Air Forces Pacific: Serial 25349 (tweede SSM als Oak Leaf Cluster)
Aanbeveling:
Wegens buitengewone heldenmoed tijdens operaties tegen de vijand, dienend als piloot van een marinejager van Bombing Fighting Squadron EIGHTY (VBF-80), attached to the U.S.S. HANCOCK (CV-19), in actie tegen vliegbases bij Tokio op 16 februari 1945. Hij leidde deskundig en dapper een divisie vliegtuigen in een aanval op vijandelijke luchtstrijdkrachten. Tijdens die actie schoot hij 5 vijandelijke vliegtuigen onder zwaar afweervuur neer. Zijn deskundigheid en moed, in combinatie met zijn leiderschap en volledige minachting voor eigen veiligheid kwamen voortdurend overeen met de hoogste tradities van de Amerikaanse Marine.
Commander Air Forces Pacific: Serial 25349
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijke prestaties in de lucht van 9 tot 16 januari 1945. Lieutenant Fleming maakte 20 vluchten in een gebied waarin effectief vijandelijk afweervuur of vijandelijke patrouilles te verwachten waren. Met zijn optreden gedurende de hele periode heeft hij zich onderscheiden van diegenen die gelijksoortige taken uitvoerden.
Commander Air Forces Pacific: Serial 1333 (Second Gold Star in lieu)
- Periode:
- Koreaanse Oorlog (1950-1953)
- Rang:
- Colonel (Kolonel)
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijke prestaties in de lucht.
Bronze Oak Leaf Cluster ter aanvulling van twee Gold Stars in lieu voor een vierde DFC.
- Rang:
- Colonel (Kolonel)
- Eenheid:
- 93rd Heavy Bombardment Wing, U.S. Air Force
- Toegekend op:
- 1956
Aanbeveling:
Wegens uitzonderlijk waardevolle en opmerkelijke diensten, in een positie van grote verantwoordelijkheid verleend aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, van februari 1954 tot februari 1956 als plaatsvervangend Wing Commander, 93d Bombardment Wing (Heavy). Colonel Fleming was rechtstreeks verantwoordelijk voor de ontwikeling van meer efficiënte, veiligere en betere methoden voor het gebruik van het materieel bij de training van personeel voor moderne bombardementen met straalvliegtuigen. Zijn grondige kennis en begrip van de prestaties van vliegtuigen en effecten van bombardementen en zijn capaciteiten van lesgeven en het aanmoedigen van personeel om procedures te verbeteren, hebben aanzienlijk bijgedragen aan de succesvolle omschakeling van deze wing op straalbommenwerpers. Zijn onvermoeibare inspanningen, grote vindingrijkheid en de toewijding van Colonel Fleming aan het bereiken van een hoge graad van paraatheid hebben de bestuurlijke doelmatigheid bij de omschakeling op nieuwe vliegtuigen en trainingsprogramma’s sterk verbeterd. Zijn acies zijn direct verbonden aan de toegenomen operationele capaciteiten van het Strategic Air Command. De opmerkelijke bijdragen van Colonel Fleming aan de nationale veiligheid hebben hem en de United States Air Force tot de hoogste eer gestrekt.
Department of the Air Force, General Orders No. 60
- Rang:
- Colonel (Kolonel)
- Toegekend op:
- 1957
Voor de meest opmerkelijke bijdrage op het terrein van vliegen.
Postuum toegekend
Bronnen