Jan Leendert Plesman wordt in Gouda geboren als tweede kind van in totaal vier uit het huwelijk van Susanna van Eijk en Albert Plesman, oprichter van de KLM.
De luchtvaart wordt door vader Albert met de paplepel ingegoten en het is daarom niet verwonderlijk dat net als zijn oudere broer Hans, ook Jan besluit om piloot te worden bij de KLU.
Na een opleiding op Haamstede was hij in mei 1940 bezig met het vervolgtraject op De Vlijt (Texel) toen de oorlog uitbrak. Aan de Mei-oorlog heeft hij amper deelgenomen. Jan kon de capitulatie moeilijk verkroppen. Op 30 december 1940 trekt hij met zijn vriend en tweede luitenant bij de LuVA Geert Overgaauw op de fiets naar Frankrijk. Via Parijs waar de vertegenwoordiger van de KLM beide mannen onderdak bood, slaagden ze erin Perpignan te bereiken. Medio april 1941 nam een gids ze mee door de Pyreneeën, korte tijd later arriveerden Jan en Geert in Madrid Na drie maanden kunnen ze de Spaanse grens over en zijn in Portugal. Hier vliegen ze met een DC3- gevlogen door Parmentier- uiteindelijk naar Bristol.
Eenmaal in Engeland komt Jan Plesman op RAF Ternhill terecht. Het is dan 21 augustus 1941. Zijn opleiding gaat verder: Miles Master, Hurricane en dan eindelijk de Spitfire. Op 23 december van dat jaar maakt hij zijn eerste solovlucht met deze jager. In zijn dagboek klaagt hij over zijn verblijf in lekkende tenten op de basis. Duitse krijgsgevangenen werden in Engeland beter gehuisvest. De Nederlandse overheid gaf hij de schuld.
Op 28 maart 1943 maakte Jan, net als alle andere Nederlandse vliegers deel uitmakend van een Brits RAF-squadron, zijn eerste operationele vlucht. Het zou tot 12 juni 1943 duren alvorens het No. 322 (Dutch) Squadron zou worden opgericht. Ook Plesman die met zijn meer dan 100 sorties boven het Kanaal en het vaste land van Europa en ruim 500 vlieguren op zijn Spitfire een ervaren jachtvlieger mocht heten, maakte nu deel uit van dit –nu nog steeds bestaande- squadron. Ondanks zijn ervaring was Plesman er nog niet in geslaagd een kill op zijn naam te krijgen. Met de komst van de V-1`s zou dit veranderen. In totaal zou de reserve-kapitein-vlieger in 1944 twaalf V-1`s onschadelijk maken. Van 3-7-1943 tot zijn dood is hij Commander B-flight.
Op 1 september 1944 wordt hij boven Frankrijk, in de buurt van St.Omer, neergeschoten. Plesman werd rond 11.20 uur geraakt door vuur van een flak, verborgen in een bos vier mijl ten zuiden van Hazebrouck. De staart van zijn Spitfire werd eraf geschoten. Van 3000 voet hoogte duikt de jager loodrecht omlaag en boort zich in de grond. Er is een vermoeden dat Plesman zelf ook is geraakt. 322 Squadron verloor op die zwarte dag nog twee vliegtuigen.
Toen St. Omer, laat in 1944, door de geallieerde strijdkrachten werd bevrijd, heeft er een summier onderzoek plaats gehad om de plaats te lokaliseren waar Jans’ Spitfire was verdwenen. Maar, zonder enig resultaat.
Plesmans’ lijk werd nooit geborgen. Albert Plesman, Jans’ vader, ging na de oorlog tevergeefs naar St.Omer. Op zijn vragen waren geen antwoorden te geven. De kans om het toestel ooit te vinden zijn nog steeds aanwezig. Op een gedenkplaat op het Nederlands ereveld Orry-la-Ville van de Oorlogsgravenstichting wordt zijn naam genoemd. Deze is ook te vinden op een eiken veelluik in de kapel op het ereveld Loenen. Ten slotte wordt hij herdacht bij het Air Forces Memorial in Runnymede
Postuum, werd Jan gedecoreerd met het Croix de Guerre door de Franse regering. Zijn vader ontving de Franse ambassadeur bij hem thuis die hem de decoratie overhandigde.
Broer Albert Plesman jr. schreef een boek over Jan: 'Jan Plesman, een Vliegende Hollander’
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!