Heeft zich in de strijd tegen de bezetter door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw in bijzondere mate onderscheiden door het onder voortdurend risico voor zijn persoon - als lid der Knokploegen vanaf 1943 deelnemen aan de werkzaamheden dezer verzetsorganisatie, deelnemen aan een geslaagde overval op de gevangenis te Arnhem, waardoor alle gevangen verzetslieden werden bevrijd, in de zomer van 1944 met anderen als toplid van de Landelijke Knokploegen organiseren van spoorwegsabotage in het oosten en zuiden van het land, in september 1944 als lid van het Delta-Centrum hebben van een werkzaam aandeel in de samenvoeging van de Knokploegen, de Ordedienst en de Raad van Verzet tot de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten - heeft door zijn daden getoond een der moedigste en meest vooraanstaande leiders der Knokploegen te zijn geweest en deze daardoor voortdurend weten te bezielen tot het brengen van de hoogste offers.
K.B. van 24 augustus 1946 No.5.