- Periode:
- Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
- Rang:
- Luitenant Ter Zee Vlieger der 1 ste Klasse
- Eenheid:
- Marine luchtvaartdienst.
- Toegekend op:
- 29 januari 1948
Heeft zich in de strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden;
1e. Door van begin december 1941 tot eind februari 1942 als commandant van één der vliegtuigen van Groepvliegtuigen 3 van Onze Marine Luchtvaartdienst in Nederlandsch-Oost-Indië, in de strijd tegen Japan een groot aantal verkenningsvluchten – met in totaal 330 vlieguren – uit te voeren, waarbij op 17 december 1941 nabij Anak Awor (Tambalan) een Japanse motorschoener tot zinken werd gebracht en midden februari 1942 in een gevecht met een vijandelijk jachtvliegtuig met zijn daarin zwaar getroffen vliegboot dank zij zijn beleid, weten te ontkomen. Voorts door met zijn bemanning naar Australië over tevliegen met een door de Amerikaanse Marine als onbruikbaar achtergelaten en gedeeltelijk gedemonteerde vliegboot; 2e . door na aankomst bij het 321 Squadron van Onze Marine Luchtvaartdienst op Cylon, in het tijdvak van juni 1942 t/m midden juni 1944 verschillende vluchten ter verkenning en bestrijding van Japanse onderzeeboten te verrichten en bijzondere opdrachten voor het verkrijgen van inlichtingen omtrent de vijand op de Westkust van Sumatra uit te voeren; 3e . door in het tijdvak van midden juni 1944 tot eind februari 1945 als Commandant van het detachement van Onze Marine Luchtvaartdienst en de Geallieerde oorlogvoering, zulks enige malen – door het uitblijven van toegezegde bescherming – onder verhoogd gevaar van zijn leven endat van zijn bemanning; 4e . door, gedetacheerd zijn de bij de “Allied Air Forces South West Pacific Area”, in het tijdvak van april 1945 tot en met augustus 1945 deel te nemen aan vele bomopdrachten op Japanse doelen in Nederlandsch-Oost-Indië, zomede aan de beide invasieoptaties te Tarakan en Balikpapan.
K.B.no 25