Dienstnummer 189294.
Jimmy Cleminson werd in 1940 opgeroepen voor het leger, Hij kwam in actie in Noorwegen en in 1942 in Noord-Afrika. Hij werd daar krijgsgevangen gemaakt maar wist te ontsnappen en liep vele kilometers door de woestijn voordat hij -bij toeval- zijn eigen eenheid tegenkwam. Hij vocht daarna in Italië.
Cleminson landde op 17 september 1944 nabij Wolfheze waar hij No.5 Platoon, "B" Company, 3rd Parachute Battalion leidde die als verkenningseenheid fungeerde voor de hoofdmacht. Zijn peloton opende het vuur op een Duitse stafwagen en doorzeefde die waarbij alle inzittenden werden gedood. Na de oorlog kwam Cleminson er achter dat hij de Duitse commandant van Arnhem had gedood, Generaal Kussin.
In tegenstelling tot wat in zijn citation staat, werd Cleminson niet geëvacueerd maar bleef met andere gewonden achter in het huis van Kate ter Horst en werd daar door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Samen met John Frost werd Cleminson in het ziekenhuis in Obermasveldt verpleegd totdat Patton's 6e Leger hen bevrijdde.
Na zijn demobilisatie in 1946, ging Cleminson voor het familiebedrijf werken wat na een aantal fusies en overnames Colman's ging heten.
In 1976 was hij daar opgeklommen tot voorzitter.
Ook werd hij president van de Confederation of British Industry en voorzitter van de British Overseas Trade Board.
Ook na zijn pensionering bekleedde hij een aantal bestuursfuncties.
In 1982 werd hij geridderd (CB) en in 1990 Knight Commander (KCB) in die orde gemaakt.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!