John Howard werd op 8 december 1912 geboren in de Londense wijk West End. Hij was de oudste uit een gezin met negen kinderen. Op school blonk hij uit in zowel sport als in wetenschappelijke vakken. Hij werd lid van de padvinderij en genoot van de ervaringen die deze wereld hem bood zoals het sporten en het kamperen in de zomer buiten Londen. Zijn ouders konden zijn opleiding niet betalen, Howard besloot daarom maar te gaan werken en vond een baantje als kantoormedewerker bij een effectenmakelaar. Hij behield in die tijd wel het contact met de padvinderij en leerde elke avond bij door lessen te volgen.
Tijdens de crisisjaren verloor hij zijn baan en verliet hij het overvolle gezin voor de militaire school. Hij werd geplaatst bij het King’s Shropshire Light Infantry Regiment en volgde de basistraining in Shrewsbury. Vanwege zijn voorliefde voor en kwaliteiten in de sport kreeg hij een opleiding voor instructeur lichamelijke oefening. De ambities van Howard hielden daar echter niet mee op. Hij probeerde zich aan te melden voor de opleiding tot officier, echter ondanks voldoende geschiktheid werd zijn aanvraag verworpen. Het was voor een gewone soldaat in vredestijd bijna onmogelijk een officiersopleiding te kunnen volgen. Howard werd echter wel tot korporaal bevorderd.
Op 28 oktober 1939 trouwde hij met Joy Bromley. Tegen die tijd zat ook zijn tijdelijke diensttijd erop, waarna Howard in juni 1939 in dienst trad bij de politie. Op 2 september 1939 kwam de oorlog tussen al zijn plannen voor de toekomst en werd hij als korperaal opgeroepen bij het King’s Shropshire Light Infantry regiment. Door de grote mobilisatie werden de ouderwetse promotieregels aangepast. Howard ontving zijn promoties in een zeer snel tempo. In april 1940 was hij opgeklommen tot sergeant-majoor van het regiment (Regimental Sergeant Major). In mei gaf de commandant van de brigade hem de kans om een officiersopleiding te volgen. Na enige aarzeling greep hij deze kans aan en promoveerde hij tot Second Lieutenant. Hij verliet daarna het regiment om zich aan te sluiten bij de Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry waar hij bij het 2nd Battalion werd ingedeeld.
In 1941 werd Howard tot Captain bevorderd en kreeg hij de leiding over een compagnie. Aan het eind van het jaar kwam het nieuws dat het bataljon zou worden omgevormd tot een luchtlandingeenheid, als onderdeel van de nieuw te vormen 1st Airlanding Brigade. Howard was erg enthousiast over het idee en de spannende rol die de eenheid zou moeten vervullen, zelfs als dat degradatie tot Lieutenant met zich mee zou brengen. Na een paar weken kreeg Howard de leiding over "D" compagnie en kreeg hij zijn rang van Captain weer terug. In mei 1942 volgde de promotie tot Major.
Tijdens de planningsfase van D-Day, had Generaal-majoor Gale besloten om gebruik te maken van een luchtlandingeenheid voor een belangrijke opdracht: het veroveren van de bruggen bij Bénouville en Ranville. Hij benaderde Brigadier Hugh Kindersley met de vraag welke compagnie hij hier het beste voor kon inzetten en hij raadde Company "D" van Major John Howard aan. Nadat ze "D" Company hadden geobserveerd tijdens een oefening kreeg Major Howard in april 1944 te horen dat zijn compagnie was uitgekozen als speerpunt van de Britse inzet tijdens de invasie. De compagnie werd daarbij uitgebreid van vier naar zes pelotons. In mei volgde er nog een oefeninvasie (Operation "Mush") die niet succesvol verliep voor Howard en zijn mannen, maar wel een heel leerzame ervaring was voor de technieken die nodig waren om een brug met succes te veroveren.
Op 5 juni 1944 om 22:56 uur steeg Major Howard met 6 Horsa zweefvliegtuigen op vanaf het vliegveld bij Tarrant Rushton. Elk zweefvliegtuig werd gesleept door een Halifax bommenwerper en was bemand met 28 zwaar bewapende soldaten van "D" Company, 2nd Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry (Ox & Bucks). Ze moesten de twee bruggen veroveren om zo een natuurlijke barrière (de rivier de Orne) te krijgen, die de oostelijke flank van de Geallieerden invasie moest beschermen tegen een mogelijke Duitse tegenaanval. Hun landingsplaats was een stukje ruige grond tussen een plas en het kanaal van Caen vlakbij de brug (Pegasus Bridge). Toen ze hun landingsplaats bereikten, scheerden ze rakelings over de toppen van een groep populieren die aan de rand van het veld stonden en kwamen donderend en al stuiterend tot stilstand. Een kleine 500 meter van hun doel en precies op het geplande tijdstip: 00:16 uur. Hoewel ze nog door elkaar geschud waren van de landing haastten de soldaten met Major Howard aan het hoofd zich naar de brug en namen hem in. Naar het oosten werd de brug over de Orne ook ingenomen, ook al was er één zweefvliegtuig dat bij de aanval betrokken was verdwaald. De Duitse tegenaanval kwam pas om 02:10 uur toen het vijandelijke hoofdkwartier door had dat de bruggen waren ingenomen. Tegen die tijd waren de zweefvliegtuigsoldaten al versterkt met later gelande parachutisten en waren ze in staat om de brug te houden tegen een Duitse aanval met eenheden van de 21st Panzer Division die ondersteund werd met zwaar artillerievuur. Major Howard bleef "D" compagnie leiden tijdens de verdediging van het bruggenhoofd aan de Orne en later bij de achtervolging van de Duitsers naar de Seine. Hij raakte tijdens de zomer van 1944 twee keer gewond en keerde in september terug naar Engeland. Na een welverdiend verlof begon Howard zijn compagnie weer tot volle sterkte op te bouwen en trainde hij de nieuwe rekruten. Half november liep hij bij een militair auto-ongeluk ernstige verwondingen op aan zijn been en heup waardoor hij tot maart 1945 in het ziekenhuis verbleef.
Aan het einde van de oorlog verliet Howard het leger. Hij had graag als militair carrière willen maken maar zijn eerder opgelopen verwondingen beletten hem dat. Hij ging voor het British National Savings Committee werken en later voor het Ministry of Food. Howard was bijna altijd aanwezig bij de plechtigheden ter herdenking van D-Day. Tijdens de 10e herdenking ontving Howard het Franse Croix de Guerre avec Palmes. In 1966 werd hij nog gevraagd als adviseur bij de filmopnames van "The Longest Day", waar het verhaal van de "coup de main" een belangrijke rol in speelde. In 1974 ging John Howard met pensioen en vestigde zich in het plaatsje Burcot dichtbij Oxford. John Howard overleed op 5 mei 1999 op 86 jarige leeftijd.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!