Sultan Amet-Khan werd geboren op 25 oktober 1920 in de plaats Alupka op het schiereiland De Krim. Zijn vader kwam uit Dagestan en zijn moeder was een Tartaarse. Terwijl hij als assistent ketelmaker in een locomotievenloods werkte leerde hij voor de oorlog al vliegen bij een vliegtuigclub en schreef hij zich in 1939 in bij het leger. Omdat zijn verzoek voor een pilotenopleiding werd ingewilligd kwam hij terecht op de luchtvaartschool in Kachinsk.
In 1940 behaalde hij zijn vliegbrevet en toen de Grote Patriottische Oorlog tegen Duitsland in 1941 begon was hij als Mladshy Leitenant (Junior Lieutenant) ingedeeld bij 4.IAP (Gevechtsregiment) met als standplaats Odessa. Hij vloog tot in het najaar van 1941 met de verouderde Polikarpov I-153 (een tweedekker) 130 missies en had daarbij voornamelijk gronddoelen. Daarna vloog hij in de Britse Hurricane die hem snel eigen werd en behaalde hij zijn eerste overwinning op 31 mei 1942 bij Yaroslavl in het noordelijke gedeelte van centraal Rusland. De jonge piloot onderschepte een Duitse Junkers Ju-88D-1 die op een verkenningsvlucht was. De vaardige Duitse piloot wist echter zijn vliegtuig achter die van zijn opponent te manoeuvreren en begon een tegenaanval. Toen zijn geschut begon te weigeren nam Sultan spontaan de beslissing om het vliegtuig te rammen. Daarbij kon hij zelf op het laatste moment per parachute ontsnappen.
Eind oktober 1942 werd Amet-Khan, die inmiddels 9 overwinningen had behaald, overgeplaatst naar het nieuw gevormde 9 GIAP/’Gvardeiskii’. Hij kwam onder bevel van een veteraan uit de Spaanse burgeroorlog, Lev Shestakov. Het regiment werd naar het Stalingrad front gestuurd en bestond louter uit piloten die 5 of meer overwinningen hadden behaald. Sultan zelf was commandant van het III/9 GIAP.
Half februari 1943 werd het 9 GIAP een regiment van de 286 IAD (Jager-Luchtdivisie) en naar Rostov overgeplaatst. Op 25 maart 1943 kwam Sultan met zijn squadron Yakovlev Yak-1M gevechtsvliegtuigen in een hevig gevecht terecht toen ze een groep Heinkel He-111 bommenwerpers, geëscorteerd door Messerschmitt Bf-109 jagers onderschepten die op weg waren naar Batajsk en Rostov. De gehele Duitse aanvalsstrijdkracht werd afgeslacht. De Russische jagers vernietigden 26 vijandelijke vliegtuigen waardoor hun doelen (spoorwegstations en opslagplaatsen) gespaard bleven. Amet-Khan zelf schoot een bommenwerper en een jager naar beneden.
In juli 1943 vloog kapitan Amet-Khan met een Bell P-39 Airacobra in het gebied van Mius en Donbass, waar hij op 20 augustus bij een uitbraakpoging van het leger door de zwaar versterkte verdedigingslinie van de Duitsers bij de rivier de Mius, twee vijandelijke vliegtuigen naar beneden haalde. Hij leidde daarbij 8 P-39 Airacobra’s tegen 18 Junkers Ju-87 (Stuka’s) die op weg waren om de Russische opmars te bombarderen. De Russische piloten vernietigden 5 vliegtuigen zonder eigen verliezen en verijdelden daarmee de Duitse missie. Vier dagen na deze actie werd hij voor de eerste keer onderscheiden met de medalj "Zolotaja Zvezda" (Gouden Ster voor Held van de Sovjet-Unie).
Op een van zijn patrouillevluchten onderschepte hij een Duits verkenningsvliegtuig en wist hij dit te laten landen op de dichtst bijzijnde eigen vliegbasis. Terwijl zijn kameraden in het luchtruim de wacht hielden, landde hij zelf en nam de Duitse officier gevangen. Het bleek een goede vangst te zijn want de gevangene liet waardevolle informatie los over de vijandelijke posities.
In april/mei 1944 nam hij deel aan de zware gevechten bij Sebastopol en schoot hij voor het eerst twee Focke-Wulf Fw-190's naar beneden die afkomstig waren van SG 2. (Schlachtgeschwader 2).
In november 1944 werd het 9 GIAP (Garde-Vernietigings-Luchtregiment) uitgerust met de Lavochkin La-7 en werd het als een afdeling van de 303 IAD (Vernietigings-Luchtdivisie) gestationeerd in Letland waar het vloog bij het 3e ‘Beloruskii’ front.
Aan het einde van de oorlog was Sultan Amet-Khan opgeklommen tot Major en had hij 603 missies gevlogen en 150 luchtgevechten geleverd waarin hij 30 overwinningen en 19 gedeelde overwinningen behaalde. Hij vocht boven Briansk, Stalingrad, in het Zuid-Westen, in het Zuiden, bij het 4e Oekraïnische en het 3e Wit-Russische front. Op 29 juni 1945 ontving hij zijn tweede medalj "Zolotaja Zvezda". In 1946 trok hij zich terug uit het leger en begon hij een eervolle carriere als testpiloot. Uiteindelijk verongelukte hij op 1 februari 1971 terwijl hij de Tupolev Tu-16 aan het testen was. Sultan Amet-Khan ligt begraven op de Novodevichye begraafplaats in Moskou.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!