TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

O'Neill, Hugh Francis 'Peggy'

    Geboortedatum:
    1920
    Dienstnummer:
    41312
    Nationaliteit:
    Britse

    Biografie

    Peggy O’Neill kreeg in augustus 1939 zijn aanstelling bij de RAF en werd bij 224 Squadron geplaatst, een eenheid van Coastal Command. Tijdens zijn dienst bij 224 vloog hij verkennings en escortmissies waaronder de aanvallen op het vliegveld van Stavanger en de Scharnhorst.
    In de herfst van 1940 werd hij instructeur op Oxfords en paratraining op Whitleys. Na nog enkele plaatsingen kwam O’Neill bij 238 Squadron dat met de Hurricane vloog. Het squadron werd naar Egypte overgeplaatst waar hij diverse overwinningen op Bf 109s en He 111s opeiste.
    Medio januari 1943 werd hij op Malta gestationneerd en toegevoegd aan 1435 Fighter Squadron. Het squadron vloog met speciaal aangepaste Spitfires die twee bommen van 125 kilo in rekken onder de vleugels konden meevoeren. O’Neill nam aam diverse aanvallen deel waaronder een bombardement op Syracuse op 4 april 1943. In juni 1943 hielden de missies nog meer bombardementen boven Sicilië in voorafgaand aan de invasie van het eiland.
    O’Neill werd in oktober 1943 voor een jaar in Engeland bij Air Staff Headquarters 9 Group, Fighter Command gedetacheerd hoewel hij in augustus en september 1943 enkele operationele vluchten maakte naar doelen in Nederland.
    Hij werd in november 1944 benoemd tot commandant van 322 Fighter (Dutch) Squadron dat eerst vanaf Bigging Hill vloog maar later vanaf Woensdrecht in Nederland.
    Peggy O’Neill bleef na de oorlog bij de RAF en verliet in maart 1966 de dienst.
    Bevorderingen:
    29 augustus 1939: Pilot Officer
    3 september 1940: Flying Officer
    3 september 1941: Flight Lieutenant (war sub)
    1 juli 1944: Squadron Leader (temporary)
    1 juli 1945: Squadron Leader (war sub)

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Pilot Officer (2e Luitenant-vlieger)
    Toegekend op:
    30 juli 1940
    Aanbeveling:
    Deze officier heeft sinds het begin van de oorlog 360 operationele vlieguren gemaakt. Hij heeft grote moed en vastberadenheid getoond en zit vol vechtlust.
    Op 15 april 1940 vloog hij zijn toestel met grote vastberadenheid naar het vliegveld van Stavanger, 450 kilometer over de Noordzee. Het was donker, het stormde en er vielen zware hagelbuien. Hij stuitte op zwaar afweervuur, waaronder kettinggranaten die in blauwwitte groepen uiteen vielen die op hun beurt ook weer ontploften. Ondanks deze tegenstand werden de bommen op de hoek van het vliegveld gedropt waar de hangar stond en waardoor grote schade werd veroorzaakt. De piloot en de navigator deden opmerkelijk gedetaileerde waarnemingen van de grondverdediging en waren bij terugkeer in staat die op foto’s in te tekenen.
    Op 16 april 1940 deed deze officier een zeer geslaagde verkenning van Bergen, Birkeland en Arne. Er werden veel belangrijke inlichtingen verzameld en van lage hoogte werden enkele uitmuntende foto’s genomen. Tegen het einde van de verkenning werden twee vijandelijke Me 109’s gezien maar door knap gebruik te maken van de contouren van het terrein wist de piloot ontdekking te voorkomen en kwam daardoor veilig terug met de informatie die hij had verzameld.
    Op 18 april 1940, toen hij als escorteur fungeerde voor H.M.S. Suffolk en vier destroyers viel hij een Do 215 aan die de schepen probeerde aan te vallen en verjoeg het toestel en later, door rond de oppervlakteschepen te cirkelen, hield hij nog een D0 215 tegen totdat er 3 Skua’s arriveerden die de vijand verjoegen.
    Op 23 april 1940, tijdens en verkenning van de Romsdale Fjord werd hij door een kutbatterij bij Andalsnes onder vuur genomen; het toestel kreeg drie voltreffers die ernstige schade veroorzaakten aan het stuurboordwiel, zijn tanks werden doorzeefd en hij verloor ongeveer 450 liter benzine en 50 liter olie. Ondanks het brandstofverlies en de schade maakte deze officier een geslaagde retourvlucht over de Noordzee en maakte een veilige landing.
    Op 12 juni 1940 een bombardement uitgevoerd op scheepvaart in de haven van Bergen, een voltreffer geplaatst op de dokken van Lakswaag met vier bommen van 125 kilo en drie brandbommen, bij het verlaten van het doel werd een steeds groeiende brand gezien, er werd ook brand gezien op het water bij de dokken, waarschijnlijk een schip. Tijdens de aanval op zwaar afweervuur gestuit.
    Deze officier heeft tijdens zijn werk een hoog niveau van moed getoond en door na het treffen met de vijand zijn toestel en bemanning veilig naar de basis terug te brengen toont hij een hoog peil van deskundigheid en vastberadenheid.
    Distinguished Flying Cross (DFC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Pilot Officer (2e Luitenant-vlieger)
    Toegekend op:
    1 januari 1941
    Mentioned in Dispatches
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Acting Squadron Leader (Waarnemend Majoor-vlieger)
    Eenheid:
    No. 1435 Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    11 oktober 1943
    Aanbeveling:
    Sq/Ldr. O’Neill nam op 10 maart 1943 het commando over 1435 Squadron op zich en heeft tijdens zijn tour op Malta het squadron met veel succes geleid. Hij heeft bij een aantal gelegenheden ook de Wing aangevoerd waarvan zijn squadron een onderdeel was.
    Op 22 maart 1943 voerde hij zijn squadron aan in een aanval van lage hoogte op een fabriek op Sicilië waarop voltreffers werden geplaatst.
    Nogmaals op 15, 23, 27 en 29 juni 1943 voerde hij zijn squadron aan in jageraanvallen op doelen in Comiso, Pozzallo en Gerbini waar bij elke gelegenheid voltreffers werden geplaatst. Bovendien heeft hij voor Augusta een tanklandingsvaartuig aangevallen en beschadigd en een schoener voor Syracuse. Hij heeft 912 operationele vlieguren gemaakt waarvan 92 vanaf Malta. Zijn operationele vlieguren bestonden uit 350 operationele missies waarvan acht vanaf Malta waaronder aanvallen, begeleiding van bommenwerpers, jageraanvallen op vijandelijk gebied en spionnagevluchten. Zijn totaalscore bedraagt tot op heden 2,5 vijanden vernietigd en vijf beschadigd.
    Sq/Ldr. O’Neill is een vastberaden leider en vormt met zijn moed en vastberadenheid een voorbeeld voor zijn piloten.

    Tweede DFC toegekend als gesp vooor op het lint van de eerste DFC.
    Distinguished Flying Cross (DFC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Squadron Leader (Majoor-Vlieger)
    Eenheid:
    No. 322 (Dutch) Squadron, Royal Air Force
    Toegekend op:
    19 december 1947
    Vliegerkruis (VK)

    Koninklijk Besluit No. 25, d.d. 19 december 1947.
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

    Met "FRANCE AND GERMANY"-gesp.
    Atlantic Star
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

    Met "NORTH AFRICA 1942-43"-gesp.
    Africa Star

    Bronnen

    Foto