Sir Winston Leonard Spencer-Churchill Orde van de Kousenband, Order of Merit, Orde van de Broeders van de Eer, Canadese Kroonraad, Royal Academy of Arts (30 november 1874 in Blenheim Palace, Oxfordshire – 24 januari 1965 in Londen) is de belangrijkste Britse staatsman van de 20ste eeuw. Hij was tweemaal minister-president (1940-1945 en 1951-1955) en hij leidde Groot-Brittannië door de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor had hij al meerdere posities binnen de regering bekleed en was hij onder andere minister van binnenlandse zaken, de eerste lord van de Admiraliteit van Engeland en Chancellor of the Exchequer. Hij stond verder bekend als auteur van politieke en historische werken en ontving hiervoor in 1953 de Nobelprijs voor de Literatuur.
De oorlogspremier
De Britten en de Fransen hadden de Duitse bezetting van Polen en Denemarken en de aanval op Noorwegen niet kunnen voorkomen. Met het mislukken van plan R 4[37] verloor premier Chamberlain de laatste politieke steun in het volk en het parlement. Na het zogenaamde Noorwegendebat moest Chamberlain, de voorvechter van Appeasement-politiek terugtreden.
In mei 1940 werd de naam van de Britse oorlogsregering veranderd van Chamerlain War Ministry naar Churchill War Ministry, hoewel Churchill door de pers gedeeltelijk veroordeeld werd voor het mislukken in Noorwegen, kwamen alleen hij en Lord Halifax in aanmerking om opvolger te worden. Lord Halifax genoot onder de conservatieven meer steun dan Churchill, maar werd vanwege zijn Appeasement-politiek door de oppositie in diskrediet gebracht. De Labour Party maakte hun deelname aan het partijbestuur afhankelijk van Churchill zijn leiding. Op 9 mei kondigde Chamberlain aan dat hij zich terugtrok. Op 10 mei trad Winston Churchill aan en nam hij deel aan een nationale coalitie met de Labour Party en de Liberalen. Hij nam zelf naast het ambt van premier ook het ambt van minister van defensie op zich. Op dezelfde dag begon het Duitse Westoffensief (Fall Gelb) met de aanval op Luxemburg, België en Nederland. Vanaf 24 mei werden de geallieerde troepen van Noorwegen teruggeplaatst naar Frankrijk. Op 8 juni viel Narvik in de macht van Duitsland en met het binnenmarcheren van de Wehrmacht in Frankrijk begon het Westoffensief aan haar belangrijke tweede fase (Fall Rot).
Lente en zomer 1940
Doordat de Wehrmacht onverwacht snel voortrukte tijdens de Westfeldzug werd Churchill al in de eerste dagen van zijn ambtstijd met de volledige mislukking van de geallieerde oorlogsstrategie geconfronteerd. Op 21 mei bereikten Duitse tankeenheden de kanaalkust bij Abbeville zodat een Brits expeditiekorps bij Duinkerken werd ingesloten. Toen zich in de eerste weken van juni de militaire nederlaag van Frankrijk voltrokken had, probeerde Churchill een capitulatie van de geallieerden onder alle omstandigheden te verhinderen. Hij stelde de Franse regering daarom een Frans-Britse unie voor waarin beide landen verenigd zouden worden. Hiermee zou hij (samen met Frankrijk) de Franse vloot en de troepen buiten Europa tot zijn beschikking hebben. In Frankrijk werd alsnog een capitulatie doorgezet en werd onder maarschalk Philippe Pétain een nieuwe regering gevormd. Zij ondertekenden op 22 juni in Compiègne een wapenstilstand met Duitsland. Frankrijk stopte met de oorlog.
Hitlers overwinning zou volgens Churchill betekenen dat de "hele wereld, inclusief de Verenigde Staten, inclusief alles wat wij gekend en geliefd hebben in de afgrond van een nieuwe donkere epoche [zou] wegzinken". Daarom verlangde hij in juni, gedeeltelijk met weerstand binnen de eigen regering dat er geen concessies gedaan zouden worden en dat de oorlog desnoods over zee gevoerd zou worden.
Al op 13 mei kondigde Churchill tijdens zijn eerste toespraak als minister-president "niets als bloed, getob, tranen en zweet" aan tegenover zijn landgenoten en stelde hij vast dat "de oorlog tegenover een monsterlijke tirannie nooit overwonnen is in de duistere catalogus van misdaden tegen de menselijkheid" en dat zij alleen met "een overwinning voor elke prijs" ten einde kon komen. Zelfs na de nederlaag van Frankrijk, toen de oorlog voor Engeland door velen als verloren beschouwd was, volharde Churchill op doelen die toen al op de onvoorwaardelijke capitulatie op Duitsland zouden eindigen. Op 18 juni zei hij voor het Lagerhuis:
„Wat wij verlangen is terecht en wij nemen daar niets van terug. Geen jota, geen punt laten wij weg. Tsjechen en Polen, Noorwegers, Hollanders en Belgen hebben hun zaak met het onze verenigd. Zij moeten allen weer opgericht worden."
Met een verdere toespraak (We Shall Fight on the Beaches) riep hij op 4 juni het parlement en iets later met een radiotoespraak op zich tegen Hitler en Duitsland te verzetten. Hij maakte tegenover hem het volgende duidelijk:
„Wij zullen tot het einde gaan. Wij zullen in Frankrijk vechten, wij zullen op zeeën en oceanen vechten. Wij zullen met groeiend vertrouwen en toegenomen kracht in de lucht vechten. Wij zullen onze eilanden verdedigen, hoe hoog de prijs ook is. Wij zullen op de stranden vechten, wij zullen op landingsplaatsen vechten, wij zullen op velden en in straten vechten, wij zullen in de heuvels vechten. Wij zullen nooit capituleren."
Als gevolg van zijn compromisloze houding negeerde Churchill het zogenaamde "vredesvoorstel" van Hitler aan Groot-Brittannië in de Reichstagrede van 19 juni 1940. Tot deze tijd had de Duitse leiding de hoop dat Churchill door een bereidwilliger politicus afgelost kon worden. Op 22 juli werd deze hoop voorgoed vernietigd. Churchill wilde dat uitgerekend de vroegere voorvechter van de Appeasement-politiek, Lord Halifax een antwoord gaf op Hitlers toespraak: "Duitsland zal vrede krijgen, als zij haar gebieden ontruimt en alle vrijheden die zij onderdrukt herstelt en garanties voor de toekomst geeft".
Invasiegevaar en luchtoorlog
Churchill overwon zijn eerste grote uitdagingen in zijn ambt: Zijn regering lukte het het geslagen Britse expeditiekorps voor het grootste gedeelte uit Duinkerken terug te trekken en een Duitse invasie te verhinderen. De basis daarvoor had Churchill direct na zijn aanstelling als premier gelegd toen hij de productie van vliegtuigen tot belangrijkste prioriteit gemaakt had en Lord Beaverbrook hiervoor verantwoordelijke gemaakt had. Toen de luchtslag om Engeland in 1944 zijn hoogtepunt bereikt had, was het belangrijk om de inspanningen van luchtmaarschalk Hugh Dowding te danken dat de Royal Air Force (RAF) de Duitse Luftwaffe militair de baas was. Hitler lukte het voor de eerste keer niet een land zijn wil op te dringen. Churchills besluit om door te vechten, dat in de tijd van Duinkerken permanent gevallen was, dwong Hitler er ten slotte toe de geplande oorlog in de Sovjet-Unie door te zetten zonder de oorlog in het westen te beëindigen. Historici zoals Ian Kershaw zagen daarin het begin van het einde van de oorlogsstrategie van Hitler.
De afweer van een Duitse invasie diende ook Churchills bevel een groot deel van de Franse Middellandse Zee vloot te doen zinken. Want na de wapenstilstand volgde de regering van maarschalk Pétain in Vichy een samenwerkende politiek met Duitsland: Daarmee dreigde de mariene van de geallieerden tot dan toe in de handen van Hitler te vallen. Tijdens poging Catapult vernietigde de Royal Navy daarom op 3 juli 1940 meerdere Franse slagschepen en vernietigers, die voor de Algerijnse haven Mers-el-Kébir aanmeerden. Er stierven daarbij 1267 Franse mariene soldaten. Het Vichy-Regime gaf daarop zijn diplomatieke relaties met Groot-Brittannië op. Een verdere reden hiervoor was mogelijk dat Churchill de toenmalige brigadegeneraal en staatssecretaris in het Franse ministerie van oorlog Charles de Gaulle op 18 juni 1940 de mogelijkheid gaf over BBC een beroemd geworden appel aan zijn landgenoten te sturen, waarin hij ze opriep de strijd door te zetten. Op 8 augustus ondertekenden Churchill en de Gaulle de overeenkomst van Chequers waarin Groot-Brittannië zich verplichtte de integriteit van de Franse bezittingen en de "integrale restauratie en onafhankelijkheid en de grootte van Frankrijk" te respecteren. Ondanks sterke persoonlijke voorbehouden tegen de Gaulle erkende Churchill hem als legitieme representant van het Vrije Frankrijk.
De datum van het Duitse invasieplan („Operatie Seelöwe of zeeleeuw") werd in de herfst van 1940 steeds verschoven tot het in de lente van 1941 volledig werd opgegeven. Rond deze tijd vlogen Duitse bommenwerpers op Londen en vele andere steden in Engeland, die zoals bijvoorbeeld in Coventry – veel vernietigden. Vanaf 25 augustus ging op bevel van Churchill ook de Royal Air Force over op het gericht bombarderen van Duitse steden nadat er eerder luchtaanvallen tegen industriecomplexen in het Ruhrgebied gedaan werden.
De Britse bevolking zag in de acties van de Royal Air Force een legitiem antwoord op de Duitse oorlogsvoering, die met bombardementen van Guernica, Warschau, Rotterdam en de Zuid-Engelse steden voor het eerst in de geschiedenis waren begonnen aan het bombarderen van civiele doelen. Op 14 februari 1942 beval het ministerie van luchtvaart de Area Bombing Directive. Zij liet Arthur Harris, die kort daarvoor als nieuwe opperbevelshebber van het Britse bommenwerper Command benoemd werd, tapijtbombardementen uitvoeren.
Pas midden 1944 hadden de Britten en de Amerikanen onbeperkte macht over de lucht over her Rijksgebied en bereikten deze tapijtbombardementen een eigen dynamiek, die ook Churchill niet meer kon en wilde stoppen. Gedurende deze tijd werden talrijke Duitse steden in de as gelegd. Het hoge aantal burgerlijke slachtoffers van de luchtaanvallen op Dresden zorgden ervoor dat Churchill over de bombardementen begon na te denken zonder de linie af te breken. Aan het einde van de oorlog distantieerde hij zich van luchtmaarschalk Harris, die tot de voorvechters van "morale bombing" telt en dit steeds als opdracht van zijn regering zag.
Winston Churchill werd ook onderscheiden met:
- Grand Sash of the High Order of Sayyid Mohammed bin Ali el Senoussi, Kingdom of Libya, toegekend op 14 april 1962
- Cuban Campaign Medal, 1895-98, Spain, toegekend in 1914
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!
3 june 1944 WO 171/1397 - 2 East Yorkshire Regiment
Weather was fine freshening towards evening. Rt Hon W.S. Churchill P.C. M.P. and Gen Smuts reviewed the invasion fleet. Lt Col C.F. Hutchinson presented Capt. Hutchinson with a silver bugle inscribed with the Regtl crest and in return the ships company* presented the Bn with a pike which bore the Regtl badge of the Royal Marines. The Bn H.Q. Flag made by the ladies of WATERLOOVILLE was then attached to the pike and an anchor signifying the part played by the H.M. Navy sewn to the flag.
7 may 1945 WO 171/5292 - 1 Worcestershire Regiment
Mr. Churchill's radio announcement that all hostilities in Europe would cease as from 08.00 hrs 8th May and that tomorrow would be VE day was received. Great rejoicing in the Bn. during the evening.
Instructions received that Bn. would leave present area tomorrow 8th May and proceed to LUNEBURG area.