Hermann Wilhelm Göring (12 januari 1893 in Rosenheim – 15 oktober 1946 in Neurenberg) was een leidende Duitse nationaalsocialistische politicus. Vanaf mei 1935 was hij opperbevelshebber van de Duitse luchtmacht.
Göring bereikte in de Eerste Wereldoorlog faam en aanzien als jachtvlieger en ontving een onderscheiding (Pour le Mérite). Hij nam deel aan de Hitlerputsch (november 1923 in München) en droeg bij aan de oprichting van de NSDAP. In augustus 1932 werd hij verkozen tot Reichstagpräsident. Op de dag van de machtsovername benoemde Hitler hem tot Reichsminister zonder specifiek ministerie, tot rijkscommissaris voor de luchtvaart en tot rijkscommisaris voor het Pruissche ministerie van Binnenlandse Zaken. Op 11 april 1933 werd Göring ministerpresident van Pruisen.
In deze beide laatste posities was Göring betrokken aan de gelijkstelling en het vervolgen van de oppositie die hij met extreme brutaliteit liet uitvoeren. Hij was voor de oprichting van de Gestapo en de inrichting van het eerste concentratiekamp vanaf 1933 verantwoordelijk. Vanaf oktober 1938 bedreef hij als opdrachtgever voor het vierjarenplan de verdere bewapening van de Wehrmacht en bereidde zo de oorlog voor. In juli 1940 na het snelle einde van de "Westfeldzug" – benoemde Hitler Göring tot Reichsmarschall.
In de openbaarheid van het binnen- en buitenland gold Göring tot het einde van de oorlog als één van de invloedrijkste NS-politici. In de werkelijkheid verloor hij, zo historische onderzoeken voor en tijdens de oorlog, hoewel hij een hoop ambten en titels had, zijn sleutel-bevoegnissen aan concurrerende NS-functionarissen zoals Heinrich Himmler en Joseph Goebbels. Als chef van de luchtmacht geraakte Göring in diskrediet vanwege een nederlaag in de luchtslacht om Engeland (midden 1940 tot begin 1941), het begin van het verwoestende bombardement van het rijksgebied door de geallieerden en het stuklopen van een luchtbrug bij de slag van Stalingrad (eind 1942).
Op 31 juli 1941 gaf hij Reinhard Heydrich de taak de zogenaamde "oplossing van het Jodenvraagstuk" te organiseren.
Vanaf 1942/43 (tijd van de Kriegswende) trok Göring zich –zowel door druk uit als uit eigen beweging- terug en leefde een luxeleven. Veel ambten voerde hij – als hij ze uitvoerde- alleen nog op een representatieve manier uit.
Göring was één van de 24 aangeklaagden in het Neurenbergse proces tegen de belangrijkste oorlogsmisdadigers voor het militaire gerechtshof. Hij werd op 1 oktober 1946 op alle vier de punten van de aanklacht schuldig gesproken en ter dood door ophanging veroordeeld. Door zelfmoord op de avond voor de executie onttrok hij zich aan de voltrekking van dit oordeel.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!