Wilhelm Bittrich (26 februari 1894 in Wernigerode – 19 april 1979 in Wofratshausen) was een Duitse officier en piloot. Hij commandeerde vanaf 1932 en tijdens de Tweede Wereldoorlog verschillende eenheden van de SS. Tot slot werkte hij als SS-Obergruppenführer en generaal van de Waffen-SS bij het tweede SS-Panzerkorps.
Werkzaamheden binnen de SS
Bittrich werd op 1 juli 1932 als SS-Anwärter lid van de SS-Fliegerstaffel "Ost" en werd op 31 oktober 1932 SS-Sturmführer en leider van de afdeling benoemd. Hij ontwikkelde hij zich als spreker van de vliegeniers bij de SS-Oberabschnitt de SS-Fliegerstürme. Bittrich was vanaf maart 1934 verantwoordelijk voor de leiding van de 74ste SS-Standarte.
Vanaf augustus 1934 diende hij bij de politie in Hamburg. Op 1 januari 1935 ondertekende Bittrich als SS-Hauptsturmführer een dienstcontract voor de verdedigingsgroepen van de SS. Hij werkte eerst mee als leider bij de opstelling van het eerste bataljon van de SS-Standarte "Germania" (tweede/SS-Germania) later, op 1 oktober 1936 als SS-Sturmbannführer en op 30 januari 1938 als SS-Obersturmbahnführer. In ditzelfde jaar maakte hij als commandant deel uit van het tweede bataljon van het SS-regiment "Deutschland" (tweede/SS-"Deutschland"), waarmee hij naar Wenen werd verplaatst voor de herschikking van de actieve SS-Standarte. Dit regiment kreeg later de naam "Der Führer". Op 1 juni 1939 werd Bittrich leider bij de staf van de Leibstandarte SS "Adolf Hitler".
Commandant in de Tweede Wereldoorlog
Bittrich nam in 1939 als lid van de "Leibstandarte SS Adolf Hitler" deel aan de Poolse veldtocht. Op 1 februari 1940 werd hij verplaatst om uniforme opleidingsvoorschriften uit te werken voor de, door de Waffen-SS benoemde SS-Verfügungstruppe. Bij de veldtocht tegen de Sovjetunie was hij commandant van de SS-Standarte "Deutschland" en vervanger-commandant van de gewonde Paul Hausser van de SS-divisie "Das Reich" voor Moskou. Op 19 oktober 1941 volgde de promotie tot SS-Brigadeführer en generaal-majoor van de Waffen-SS. Voor oorlogsgerelateerde handelingen voor Moskou ontving hij op 14 december 1941 het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes.
In januari 1942 werd Bittrich opnieuw verplaatst naar het SS-Führungsamt verplaatst en kreeg hij de opdracht de achtste SS-Cavalerie-Divisie "Florian Geyer" op te stellen. Hiermee streed hij vervolgens begin 1943 in het middensegment van het Oostfront vocht. Vanaf februari 1943 richtte hij als commandant van de negende SS-Panzer-Divisie "Hohenstaufen" in. Op 1 mei 1943 werd hij tot SS-Gruppenführer en generaal-luitenant van de Waffen-SS gepromoveerd. Zijn divisie verbleef eerst in België en Frankrijk waar zij in oktober 1943 veranderde in een tankdivisie. Vanaf maart 1944 streed hij in het teken van de tweede SS-Panzerkorps in de omgeving van Tarnopol in Oekraïne.
Na de landing van de geallieerden in Normandië in juni 1944 werd het tweede SS-Panzerkorps naar Frankrijk verplaatst waar Bittrich op 1 augustus 1944 de opvolger werd van Paul Haussers en voortaan als SS-Obergruppenführer en commanderende generaal van de eenheid werkzaam was. Onder zijn leiding vocht het corps dat nu bestond uit de negende SS-Panzer-divisie, de derde Fallschirmjäger-divisie en delen van de 21ste Panzer-divisie eerst aan het invasiefront in onder andere de omgeving van Caen. Op 20 en 21 augustus brak de eenheid met zware verliezen de Zak van Falaise en bevrijdde het ingesloten zevende leger en het vijfde tankleger. Voor zijn leidende functie bij deze operatie ontving Bittrich op 28 augustus 1944 het Eichenlaub zum Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes.
Het tweede SS-Panzerkorps werd ter opfrissing begin september 1944 verplaatst naar de omgeving van Arnhem in Nederland. Op 17 september 1944 begonnen daar de geallieerden de operatie Market Garden met de sprong van Britse parachutisten jagers precies in de opstellingsgebieden van de eenheid, wiens daadwerkelijke omvang de geallieerden was ontgaan. Bittrichs korps lukte het de eerste Airborne divisie te omsingelen en voor zware verliezen te zorgen. Op verzoek van de divisiearts van de Britten lastte Bittrich op 24 september 1944 een wapenstilstand van drie uur in, zodat meer dan 2000 verwondde Britten uit dit gebied weg getransporteerd konden worden en in ziekenhuizen van zijn divisies konden worden opgenomen. Vanaf 16 december 1944 nam het tweede SS-Panzerkorps in het teken van het zesde Panzerarmee onder Sepp Dietrich deel aan het Ardennenoffensief. Onder Bittrich stonden voor de operatie naast de negende SS-Panzer-divisie "Hohenstaufen" ook de tweede SS-Panzer-divisie "Das Reich" en de "Führer-Begleit-Brigade". Na kleine successen aan het begin liepen de speerpunten van het korps vast en leidden zij door voortdurende luchtaanvallen zware verliezen. Na het permanente mislukken van het Ardennenoffensief en het aanstaande Sovjetse offensief in het zuiden van het Oostfront werd het zesde Panzerarmee met Bittrichs tweede SS-Panzerkorps in februari 1945 naar Hongarije verplaatst (Plattenseeoffensief), maar deze kon een doorbreuk van het Rode Leger niet verhinderen.
Het tweede SS-Panzerkorps kreeg daaropvolgend de opdracht Wenen te verdedigen. Nadat op 2 april 1945 de aanval op de stad was begonnen, kreeg Bittrich op 9 april 1945 van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) het bevel Wenen "tot de laatste adem" te houden. Op dezelfde dag trok hij zijn troepen terug uit Wenen en verplaatste ze naar het Donaukanaal om een zinloze vernietiging van de oude Weense stad te verhinderen en te voorkomen dat zijn divisies – de tweede SS-Panzer-divisie, negende SS-Panzer-divisie, 44ste infanteriedivisie en zesde Panzer-divisie zouden doodbloeden. Een nieuw bevel van de OKW om Wenen terug te veroveren werd genegeerd. Bittrich stelde het vechten uit en samen met zijn korps trok hij zich terug naar het westen, waar hij zich op 8 mei in de buurt van Steyr (Oberösterreich) aan de Amerikaanse troepen overgaf en in oorlogsgevangenschap geraakte.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!