STIWOT-medewerker Kevin Prenger publiceert al enkele jaren historische kerstverhalen op deze website en Historiek.net. Recent verscheen van zijn hand het boek "Kerstmis onder vuur". Prenger beschrijft daarin de omstandigheden waaronder tijdens de Tweede Wereldoorlog kerst werd gevierd, door militairen, burgers en kampgevangenen. Te midden van het oorlogsgeweld bleef Kerstmis volgens de auteur een hoopvol baken van westerse beschaving. Geschiedeniswebsite Historiek.net stelde Kevin enkele vragen over zijn nieuwe boek:
Hitler bezoekt zijn troepen aan het Westfront in 1939. (The New York Public Library Digital Collections)
Kan je iets vertellen over je persoonlijke fascinatie voor kerst in combinatie met de Tweede Wereldoorlog? Waarom besloot je verhalen over kerst in de oorlog te verzamelen?
Wat mij fascineert is de tegenstrijdigheid tussen de ellende van de oorlog en de vrolijkheid van Kerstmis. Je zou zeggen dat kerst vieren en oorlog voeren niet samen gaan, maar het tegenovergestelde is waar. Zelfs onder de meest erbarmelijke omstandigheden werd er kerst gevierd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de
Blitz in 1940 zongen koren in Londense metrostations kerstliederen voor de mensen die hier schuilden voor Duitse bommen. Philips adverteerde in het eerste bezettingsjaar in Nederland nog gewoon met een radiotoestel als kerstcadeau. In 1942 vrolijkten Duitse soldaten in de bittere kou van Stalingrad hun bunkers en schuilplaatsen op met een plukje dennengroen en in de tropische hitte op het eiland Guadalcanal maakten Amerikaanse militairen kerstbomen van palmbladeren die ze versierden met verbandmateriaal.
Misschien wel het populairste kerstlied aller tijden, ‘
White Christmas’, kwam midden in de oorlog uit en was toen al een gigantisch succes. Verder keken geallieerde krijgsgevangenen in de Duitse en Japanse kampen reikhalzend uit naar kerstpost van thuis en zelfs in concentratiekampen zoals
Auschwitz werd er door sommige gevangenen heimelijk kerst gevierd, tot in een lijkenkelder aan toe. Dit alles toont de veerkracht van de mens en de kracht van kerst als baken van westerse beschaving. In mijn boek besteed ik aandacht aan mooie verhalen van verbroedering en goedheid, maar ook aan de gruwelen van oorlog en onderdrukking, want zowel het bloedvergieten aan het front als de naziterreur stopte niet tijdens de kerstdagen.
Was is een verhaal dat je persoonlijk heeft ontroerd?
Een ontroerend verhaal dat ik voor het schrijven van dit boek nog niet kende, is dat van de Italiaanse priester Borsotto. In het bergdorpje Andonno hielp hij enkele Joodse onderduikers aan onderdak. Tijdens de nachtmis tijdens de kerst van 1943 riep hij de kerkgangers op om de onderduikers geschenken te bezorgen, zoals de drie wijzen uit het kerstverhaal ook hadden gedaan bij de Heilige Familie in hun schuilplaats in Bethlehem. De dorpelingen, die het zelf ook helemaal niet breed hadden, klopten die nacht één voor één aan bij de twee onderduikadressen om voedsel en brandhout te schenken aan de vervolgde Joden. Borsotto werd voor zijn hulp aan Joden in 2014 postuum onderscheiden tot Rechtvaardige onder de Volkeren door het Israëlische Holocaustinstituut.
Maar ontroering zit soms ook in veel simpelere gebaren, bijvoorbeeld in het verhaal van twee Amerikaanse vliegeniers die op hun basis in Engeland sinaasappelen hadden opgespaard om cadeau te doen aan het Britse echtpaar dat hen met de kerst van 1944 uitgenodigd had voor het kerstdiner. In plaats van de kostbare vruchten veilig in de voorraadkast op te bergen, schilden de man en de vrouw enkele vruchten om ze vervolgens te delen met de buurtkinderen. De jongste kinderen hadden nog nooit een sinaasappel gezien, laat staan geproefd, want die waren sinds het begin van de oorlog niet meer verkrijgbaar omdat scheepsruimte benut werd voor goederen die belangrijker waren voor de oorlogsinspanningen. Dat mensen met wildvreemden hun schaarse rantsoen deelden, zoals in deze voorbeelden, vind ik ontroerend, juist omdat het zich in een tijd afspeelde waarin de meeste mensen, heel begrijpelijk, vooral dachten aan zichzelf en hun directe naasten.
Werd kerst ook tijdens de Hongerwinter gevierd in Nederland? Bomen waren er vermoedelijk niet want die belandden in de kachel en eten was er ook maar weinig? Hoe slaagde men erin toch een kerstgevoel op te wekken?
In het bevrijde deel van Nederland beneden de rivieren werd kerst in 1944 vaak samen met geallieerde militairen gevierd. Zo haal ik de
ondergrondse kerstviering aan van Amerikaanse militairen en Nederlandse broeders in groeve De Schark in Maastricht. Mooi is ook het verhaal van het tienjarige vluchtelingetje Sussie Cretier dat zich datzelfde jaar afspeelt in Alphen aan de Maas. Ze was niet weg te krijgen bij de Canadese militairen die met hun tanks in de uiterwaarden gestationeerd waren. Het meisje werd een soort mascotte van de militairen en kreeg van hen als kerstcadeau een winterjas. Deze was speciaal voor haar gemaakt van een legerdeken en voorzien van zilveren knopen die de soldaten van hun eigen uniform hadden gehaald. Ze was er dolgelukkig mee, want ze kende slechts schaarste. Het meisje zou trouwens op volwassen leeftijd één van de Canadezen opnieuw ontmoeten en met hem trouwen. Haar jasje hangt tegenwoordig in het Canadese oorlogsmuseum in Ottawa.
Kerst 1944 werd in het niet bevrijde deel van Nederland, en dan in het bijzonder de Randstad, heel anders beleefd. Er heerste tijdens deze Hongerwinter inderdaad enorme schaarste, zowel aan voedsel als aan brandstof. Soms hadden mensen wat opgespaard om toch nog iets van een kerstdiner te kunnen samenstellen, maar veel stelde dat meestal niet voor. Ik heb een anekdote opgenomen van een vierjarig meisje in Amsterdam dat met haar vader en moeder een blikje zoete gecondenseerde melk deelde als kerstmaaltijd. Ze was ook haar poes kwijt, die volgens haar ouders gestolen was. Je gaat dan toch denken dat het arme beestje ergens in de kookpot was beland. Vlees was immers zeer schaars. Banketbakkers en restaurants waren ook gesloten. Kleine kerstboompjes en dennengroen werden in de hoofdstad nog wel verkocht, maar tegen zulke exorbitante prijzen dat er door de autoriteiten ingegrepen werd en verkopers gedwongen werden om hun prijzen te verlagen.
In de kampen werd ook kerst gevierd, kan je daarover iets vertellen? En deed de kampleiding ook iets aan kerst richting de gevangenen?
Ik beschrijf zowel kerstvieringen in krijgsgevangenenkampen als in concentratiekampen. Hoe en of kerst gevierd werd, verschilde sterk. Westerse geallieerden hadden het in de Duitse krijgsgevangenenkampen over het algemeen niet slecht. Ze ontvingen met kerst onder andere pakketten van het Rode Kruis met daarin ingeblikte kalkoen en kerstpudding. Leuk is om te zien hoe krijgsgevangenen soms improviseerden: een groep Australiërs maakte schepijs van een mengsel van poedermelk, water en suiker dat ze in de vrieskou buiten zetten en vervolgens fijnstampten om het smeuïger te maken. Ze aten ervan tijdens hun geïmproviseerde kerstdiner.
Gevangenen in Japanse krijgsgevangenenkampen hadden het vaak veel slechter. Pakketten van het Rode Kruis werden hen soms onthouden. Ik haal een getuigenis aan van een Canadees die met zijn maten op kerstdag 1943 in een Japans krijgsgevangenenkamp mocht aanschuiven aan een tafel vol lekkernijen. Het tafereel werd door de Japanners voor propagandadoeleinden gefotografeerd, om te tonen hoe goed ze hun gevangenen behandelden. Voordat de mannen een eerste hap konden nemen, werden ze alweer van tafel gestuurd. Een jongen die betrapt werd op het pakken van wat snoepgoed werd door bewakers bijna dood geslagen.
Opmerkelijk vind ik de aanwezigheid van kerstbomen met lichtjes in de concentratiekampen van de nazi’s. Wat een mooi gebaar leek van de kampleiding, was echter vaker onderdeel van een sadistisch plan. De lichamen van terechtgestelde gevangenen werden in Auschwitz onder de kerstboom gelegd om andere gevangenen af te schrikken. In Neuengamme moesten gevangenen op kerstavond 1944 urenlang op appel staan in de kou op de appelplaats, bij het licht van een kerstboom met kaarsjes erin. Een Joodse gevangene speelde ‘Stille nacht’ op zijn viool, wat het tafereel haast iets sfeervols gaf. Opeens lieten de bewakers echter hun bloedhonden los, waarna er paniek uitbrak. Gevangenen werden vertrappeld door de vluchtende menigte of verscheurd door de agressieve honden.
Uit de Eerste Wereldoorlog is een soort kerstbestand bekend. Een nacht waarin aan het westfront even niet gevechten werd en soldaten zelfs even met de vijand kerst zouden hebben gevierd. Zijn zulke verhalen ook bekend uit de Tweede Wereldoorlog?
Met de kerst van 1939 bleef het nog rustig aan het front. In de westerse media werd toen ook de verwijzing naar 1914 gemaakt. Sprake van een soortgelijke verbroedering tussen Duitse en geallieerde militairen was er echter in de Tweede Wereldoorlog niet. In latere oorlogsjaren gingen grote veldslagen tijdens de kerstperiode gewoon door. De meest bekende voorbeelden die ik beschrijf, zijn de slag om Stalingrad in 1942-1943 en het Ardennenoffensief in 1944. Minder bekend is de Slag om Ortona in 1943 in Italië, waar Canadezen tijdens de kerstdagen felle huis-om-huis-gevechten voerden met Duitse parachutisten (het stadje werd ook wel ‘Little Stalingrad’ genoemd). Van verbroedering was slechts in uitzonderlijke, geïsoleerde gevallen sprake. Twee voorbeelden daarvan heb ik voor Historiek en TracesOfWar.com al eens beschreven. In het ene geval gaat het om een
Duitse gevechtspiloot die voorafgaand aan de kerstdagen van 1943 een zwaar gehavende Amerikaanse bommenwerper naar een veilige locatie escorteerde. Het andere voorbeeld is hoe Amerikaanse en Duitse militairen tijdens het Ardennenoffensief een
gezamenlijk kerstmaal nuttigden bij een Belgische vrouw en haar zoon in een jachthut in het Hürtgenwald.
Canadese militairen vieren kerst in Ortona, 25 december 1943. (Library and Archives Canada / Flickr)
Ook in de kampen was soms sprake van verbroedering. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik een kerstviering in 1943 van geallieerde krijgsgevangenen in een Duits kamp dat onderdeel was van het conglomeraat van kampen in Auschwitz. De mannen hadden van hun Oostenrijkse opzichter toestemming gekregen kerstfeest te vieren. Het werd een uitbundig feestje, mede door de aanwezigheid van Oekraïense dwangarbeidsters. De Oostenrijker en zijn Joodse assistent werden niet vergeten door de feestvierders, ook al zou het tweetal niet openlijk deelnemen aan de festiviteiten. Verbroedering met zijn gevangenen kon de Oostenrijker namelijk niet riskeren en medemenselijk zijn voor een Joodse ‘Untermensch’ was al helemaal uit den boze. Hij en zijn assistent kregen allebei wat te eten en laatstgenoemde een reep chocolade. Voor even waren de bewaker, de geallieerde krijgsgevangenen, de Oekraïense vrouwen en een Jood elkaars gelijken.
Was kerst ook een moment voor de Kerken om tijdens de kerkdiensten aandacht te vragen voor het lot van vervolgden, verdrevenen en vluchtelingen?
De Paus maakte hier wel melding van in zijn kersttoespraken, overigens zonder expliciet de naziregering te veroordelen. Verder denk ik dat in de meeste kerken, zowel in Europa als in geallieerde landen daarbuiten, vooral aandacht was voor het lot van familieleden die in de strijdkrachten dienden of aan het front vochten. Het is niet moeilijk voor te stellen hoe groot het gemis was als er aan de kersttafel lege stoelen waren, van een echtgenoot, verloofde, zoon, broer of vader. Dat was uiteraard nog erger als een naaste gedood of vermist was. Tijdens kerkdiensten vonden mensen dan enige troost. Uit diverse getuigenissen en bronnen blijkt dat kerken tijdens de oorlog vaak goed gevuld waren met de kerst, zelfs in nazi-Duitsland waar de nazi’s op gespannen voet stonden met het christendom.
Ook aan het front speelde religie een belangrijke rol met Kerstmis. Ik beschrijf hoe soldaten in Stalingrad steun putten uit een houtskooltekening van Maria met haar kind. Deze was op de achterkant van een Russische landkaart getekend door een chef-arts en predikant van het door het Rode Leger ingesloten 6e Leger. De ‘Madonna van Stalingrad’ werd met het laatste transportvliegtuig vanuit Stalingrad naar Duitsland overgevlogen. Ook vertel ik over de Amerikaanse katholieke aalmoezenier Frederic Gehring die op kerstavond 1942 op het eiland Guadalcanal een mis organiseerde in een tent. De dienst werd begeleid door muziek van een draagbaar orgel. Vele stoere frontsoldaten hielden het daarbij niet droog. Gehring was overigens een oorlogsheld: tijdens de slag om Guadalcanal voerde hij drie keer een missie uit achter de vijandelijke linie waarbij hij missionarissen redde die ingeklemd zaten tussen de strijdende partijen. Hiervoor werd hij als eerste marine-aalmoezenier in de geschiedenis van de VS onderscheiden met het Presidential Legion of Merit.
Probeerden de nazi's kerst nog te hervormen? Bijvoorbeeld door Germaanse oorsprongen van het feest te benadrukken? En hield Hitler eigenlijk van kerst?
De nazi’s wilden de christelijke elementen van het kerstfeest vervangen door Germaanse gebruiken. Kerstliederen werden ontdaan van christelijke verwijzingen. Van huisvrouwen werd verwacht dat ze koekjes bakten in de vorm van runentekens of Germaanse symbolen. In plaats van glazen kerstballen moesten appeltjes en noten in de kerstboom worden gehangen en de piek moest de vorm hebben van een hakenkruis of zonnerad. Kerststalletjes waren volgens de nazikerstmoraal ook niet langer wenselijk. Ze moesten verwijderd worden of anders verduitst worden. Het exotische landschap van het Heilige Land moest dan plaatsmaken voor een Duits landschap en het stalletje zelf voor een bergsmidse of berghut. Mijnwerkers of kruidenvrouwtjes vervingen de drie koningen en de Heilige Familie werd verruild voor een Duits gezin. Kerstengelen veranderden van geslacht en werden vrouwelijke lichtgestalten uit de Germaanse mythologie.
Hitler zelf zou niet gehouden hebben van kerst. Hij kon het moeilijk opbrengen om mee te doen aan de feestvreugde in dezelfde periode als waarin zijn moeder op 47-jarige leeftijd aan borstkanker was overleden. Dat was op 21 december 1907, na een langdurig ziekbed. Nadien zou hij de kerstdagen het liefst afgezonderd hebben doorgebracht, hoewel dat in de oorlogsjaren niet langer vanzelfsprekend was. In 1939 en 1940 bezocht hij met de kerstdagen zijn troepen aan het front, in latere jaren verschanste hij zich in zijn hoofdkwartieren. Andere nazibonzen, zoals Joseph Goebbels en Hermann Göring, gebruikten de kerstdagen om zich van hun beste kant te laten zien. Ze deelden cadeautjes uit aan armlastige kinderen of collecteerden voor het
Winterhilfswerk, de nationaalsocialistische welzijnsorganisatie die geld en goederen inzamelde voor arme volksgenoten.
En hoe gingen geallieerde landen om met de kerstviering?
De kerstviering werd in de Sovjet-Unie eveneens aangepast maar dan aan de communistische leer. Het christelijke feest werd vervangen door een seculier winterfeest met Grootvadertje Vorst als variant op de ‘kapitalistische’ Santa Clause. Zelfs kerstbomen waren een tijdje verboden, omdat het werd gezien als iets van de burgerlijke elite. Westerse mogendheden benutten de kerstdagen eveneens voor propagandadoeleinden. Kerstmannen prijkten bijvoorbeeld op propagandaposters voor oorlogsobligaties. Amerikaanse bedrijven pasten hun kerstadvertenties aan op de oorlogssituatie. Chocolademaker Whitman’s publiceerde bijvoorbeeld in 1944 een vrolijke illustratie, van een vrouw verkleed als kerstman met op haar kleedtafeltje een foto van haar man in uniform. De advertentie was uiteraard een knipoog naar de afwezigheid van mannen in de Verenigde Staten.
Leuk om tot slot te vermelden vind ik ook nog de commotie die in Chicago in 1942 losbarstte vanwege een vrouwelijke kerstman die in de stad gesignaleerd was. Voorheen door mannen vervulde functies in fabrieken werden volop overgenomen door vrouwen, maar deze verschijning lokte een heuse ‘kerstmannendiscussie’ uit. ‘Wat is het volgende!’ brieste de chef van een warenhuis om te beloven dat volgend jaar de rol weer gewoon door een man vervuld zou worden.
- Kerstmis onder vuur
- Kerst tijdens de Tweede Wereldoorlog: aan het front, thuis en in de kampen
- ISBN: 9789402174342
- Meer informatie over dit boek