Het was koud in de militaire voertuigen die in de avond van 24 december 1944 reden richting de Sint Pietersberg bij Maastricht. De inzittende Amerikaanse militairen voelden hoe de vorst beet aan hun handen en voeten. Onderweg naar hun eindbestemming raakten ze verdwaald op de verduisterde wegen, waardoor ze vreesden te laat te komen. Ze arriveerden echter ruimschoots op tijd en zouden nooit vergeten wat ze die nacht meemaakten. “Nooit eerder hadden we zo’n prachtige mis bijgewoond op zo’n geschikte plek voor een kerstnachtmis”, aldus één van hen.
Amerikanen en Maastrichtse broeders vieren samen de nachtmis in groeve De Schark. © shak1944
Op 14 september 1944 werd Maastricht bevrijd door Amerikaanse troepen. De stad bleef een veldslag bespaard doordat de meeste Duitsers reeds verdwenen waren. Ongeveer 800 Amerikanen werden belast met de handhaving van de orde en het beveiligen van de stad. de katholieke aalmoezenier Dobrzynski zag toe op het zielenheil van de troepen. Met de kerstdagen op komst vatte hij het idee op om op een bijzondere plek de nachtmis te vieren. Als locatie had hij een mergelgroeve in de Sint Pietersberg op het oog, die eigendom was van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, een in 1840 opgerichte kloosterorde die in Maastricht beter bekend is de Broeders van de Beyart.
Groeve De Schark
De mergelgroeve staat bekend als groeve De Schark, vernoemd naar de buitenplaats waarvan deze onderdeel was. De broeders verwierven de groeve en de bijbehorende grond in 1921 en gebruikten de locatie om te ontspannen. Ze konden op het buitenterrein voetballen en kegelen; voor de veelal jonge mannen een aangename onderbreking van hun sobere levensstijl in het klooster. Kunstzinnige broeders versierden de wanden in de mergelgroeve met reliëfs en houtskooltekeningen. Na de bevrijding van Maastricht werden er militairen gelegerd, terwijl de grote ruimte werd gebruikt als mess. Twee soldaten sliepen buiten in tenten, in de bittere kou, om de munitie te bewaken. Andere Amerikanen waren gelegerd in een school, waar in de kelder ook broeders verbleven nadat op 17 september 1944 een vleugel van hun klooster door een bominslag verwoest was.
De Amerikanen en de broeders waren dus geen onbekenden voor elkaar en het kostte de Amerikaanse pater vermoedelijk weinig overtuigingskracht om de kloosterorde te enthousiasmeren voor zijn idee. Magister Lidwino de Koning, de leider van het klooster, gaf zijn toestemming (volgens een andere bron was de viering zijn idee geweest). Ook de verantwoordelijke Amerikaanse generaal ging akkoord, hoewel het niet veel had gescheeld of de mis was niet doorgegaan vanwege het Ardennenoffensief dat op 16 december was losgebarsten. Om veiligheidsredenen zouden twee soldaten voor de ingang van de groeve op wacht gezet worden. De generaal kwam aan het einde van de dienst de groeve in en schreef zijn naam op de muur. Hij was niet katholiek. Dat zou ook voor sommige andere aanwezigen gegolden hebben, maar toch genoten ze allemaal van de bijzondere kerstviering, die hen volgens een aanwezige Amerikaan deed herinneren aan de kerstviering thuis. Naast de soldaten waren ook twee Maastrichtse jongens aanwezig bij de mis, hoewel dat eigenlijk niet mocht.
Superbijeenkomst
Een gang in de groeve was van tevoren door de broeders klaargemaakt voor de bijeenkomst. Er was van mergelsteen een altaar gemaakt met daarachter een muurtekening van herders die van de engelen de boodschap kregen over de geboorte van Jezus. Een Amerikaanse militair tekende op een andere wand een tafereel van de bevrijding van Europa. Op een een lege, geëgaliseerde muur zouden de Amerikanen na afloop van de mis hun handtekening mogen zetten. Om de uitrusting van de tijdelijke kapel compleet te maken werd ook een harmonium vanuit het klooster overgebracht naar de groeve. Het instrument zou tijdens de viering bespeeld worden door zowel broeders als een Amerikaanse militair.
Amerikaanse militairen zetten hun naam op de muur in de groeve. © shak1944
Omstreeks 23:00 uur werden de broeders met twee legertrucks opgehaald, geëscorteerd door twee motoren van de militaire politie voorop en twee achterop. Het was pikdonker en uitgestorven in de stad. Onderweg ging het luchtalarm af. Twee keer werd het konvooi door militairen tot stoppen gemaand en aan een controle onderworpen. Ook korporaal Allan J. English van het
127 AAA Batallion, een luchtafweereenheid, was die koude en donkere avond met zijn maten onderweg naar de groeve. Ondanks zijn vrees om te laat te komen, arriveerde hij vijftig minuten te vroeg voor de bijeenkomst. In een brief aan zijn moeder van een dag later beschreef hij hoe hij de groeve betrad en door lange gangen de met kleine lampen verlichte ondergrondse kapel bereikte. Hij was onder de indruk van “de prachtige houtskooltekeningen op de muur en de gebeeldhouwde pilaren, gangen, kamers en de hele plek leek wel een kunstwerk. […] Het was een plek die je nergens anders in de wereld kan vinden.”
Komt allen tezamen
English was één van de ongeveer 260, meest jonge, Amerikanen die in de groeve bijeenkwamen. Sommige soldaten zouden vanaf het front aangevoerd zijn om even bij te kunnen komen. “Ze waren allemaal bewapend, hadden het geweer in de aanslag”, zo verklaarde broeder Lucianus, één van de bijna dertig eveneens aanwezige broeders, in 2012 in het Limburgs Dagblad. “Want het kon gebeuren dat ze moesten uitrukken. Er was ons van tevoren ook gezegd dat mogelijk midden onder de plechtigheid de dienst stilgelegd moest worden. Je voelde de druk van de oorlog.” Bij binnenkomst zong het koor, bestaande uit jonge broeders, het kerstlied “Adeste fideles”, in het Nederlands bekend als “Komt allen tezamen”. Nadat er eerst gelegenheid was om te biechten, begon de eigenlijke viering. “Het was een superbijeenkomst”, aldus broeder Lucianus. “Een geweldige sfeer. Zo rustig, zo intens. Het was zo... zo écht. Het gaat om de geboorte van Christus en dan zit je ook nog in een grot! Het was romantisch, maar we waren ons ook heel bewust van de ernst van de zaak.”
Na afsluiting van de religieuze dienst speelde een Amerikaan het Amerikaanse volkslied, gevolgd door andere liederen, die volgens één van de broeders “niet veel met Kerstmis te maken hadden.” Daarna zetten de Amerikanen hun naam of handtekening met houtskool op de daarvoor bestemde muur. De militairen keerden na afloop van het samenzijn terug naar hun onderkomens, evenals de broeders, die in hun klooster nogmaals de nachtmis vierden. Sommige soldaten, die met hun GMC-vrachtwagens vanuit de Ardennen waren gekomen, zijn meteen na kerstavond naar het front in de Ardennen teruggereden. De bewering dat het merendeel van de soldaten die de nachtmis bijwoonden zou sneuvelen, is echter niet gegrond op feiten.
Amerikaanse militairen kijken toe hoe de broeders de mis uitvoeren. © shak1944
Vleermuizen en rondleidingen
Tegenwoordig is de kapel in de groeve ingericht als Amerikaanse gedenkplaats. Behalve de namenwand zijn ook enkele reliëfs en een plaquette op de muur te vinden, die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. De herinnering aan de bijzondere nachtmis wordt in stand gehouden door
Stichting Herdenking Amerikaanse Kerstviering 1944. In de afgelopen jaren sinds de oorlog keerden meerdere Amerikaanse aanwezigen van toen terug naar de groeve om herinneringen op te halen aan de kerstviering waar ze met warme gevoelens op terugkeken. De groeve is in 2010 grondig opgeknapt door o.a. de Enci (Eerste Nederlandse Cement industrie) en is tegenwoordig eigendom van Natuurmonumenten. Het is een belangrijke overwinterplaats voor vleermuizen. Om de diertjes tijdens hun winterslaap niet te verstoren worden enkel tussen 1 april en 1 oktober rondleidingen georganiseerd voor bezoekers. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de kerstviering van 1944. Meer informatie over het bezoeken van de groeve is te vinden op de online
ENCI Groeve Gids of de website
Maastricht Underground.
- Kerstmis onder vuur
- Kerst tijdens de Tweede Wereldoorlog: aan het front, thuis en in de kampen
- ISBN: 9789402174342
- Meer informatie over dit boek