"Teerbeminde ouders, broers en schoonzuster. Het is maandagochtend 7 uur. De dag is aangebroken dat we gevonnist worden. Ik zal moedig sterven."
Zo begint een brief van een opgepakte Belgische verzetsstrijder, die hij schreef vlak voor hij door de Duitsers geëxecuteerd werd in 1944. In een groot archiefonderzoek zijn honderden van dit soort afscheidsbrieven boven water gekomen, en de onderzoekers zijn op zoek naar meer. Volgens hen verdienen de verzetsstrijders meer erkenning voor hun dapperheid dan ze nu krijgen in België.