Titel: | Het schrijverskasteel - De Neurenbergse processen: ontmoetingen aan de rand van de afgrond |
Schrijver: | Neumahr, Uwe |
Uitgever: | Querido |
Uitgebracht: | 2023 |
Pagina's: | 288 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789021485720 |
Omschrijving: | De Tweede Wereldoorlog is een vreselijke oorlog geweest met name door de bewust opgezette Jodenvervolging van de nazi’s. Een proces om de belangrijkste daders ter verantwoording te roepen voor hun misdaden tegen de menselijkheid, leek dan ook een logische stap voor de geallieerden. Als plaats van handeling werd gekozen voor de plek waar alles begon: Neurenberg. Talrijke journalisten en schrijvers uit de hele wereld kwamen op deze gebeurtenis af en het merendeel kreeg onderdak in het kasteel van Faber- Castell, bijgenaamd het potlodenkasteel. Uwe Neumahr schreef een boek over een aantal van deze journalisten en schrijvers die daar aanwezig waren: ‘Het schrijverskasteel. De Neurenbergse processen. Ontmoetingen aan de rand van de afgrond’. De inspiratie voor dit onderwerp kreeg Neumahr na het lezen van een 50 pagina’s lange brochure ‘Das Bleistiftschloss als Press Camp’ die geschreven was door Steffen Radlmaier en verschenen was naar aanleiding van de zeventigste herdenking van de Neurenbergse processen. Maar Radlmaier had zelf al eerder een boek geschreven over dit onderwerp dat in 2020 in de Nederlandse vertaling verscheen onder de titel ‘Het proces van Neurenberg. Oorlogsmisdadigers, sterreporters en het eerste internationale gerechtshof’. Toch kon dit boek op minder publiciteit rekenen dan ‘Het schrijverskasteel’ van Neumahr. Waarin zit het verschil? Waar Radlmaier de verslagen van de reporters weergeeft en op die manier inzicht geeft in hun visie op dit historische proces, beperkt Neumahr zich meer tot de achtergrondinformatie van zowel de besproken journalisten als ook over de verblijfplaatsen, waaronder het schrijverskasteel. Dit boek is dan ook bondiger. De auteur heeft ook gekozen voor die namen die het grote publiek het meeste aanspreken. Het Neurenbergproces werd bijgewoond door circa tweehonderdvijftig kranten- en radiojournalisten, gekleed in uniformen met slechts op hun mouw de vermelding van een ‘C’. Daarnaast waren er ook cartoonisten, tekenaars en schilders, onder wie de Britse kunstschilderes Laura Knight, aanwezig om op hun wijze verslag te doen. Opmerkelijk was de sterke vertegenwoordiging van vrouwelijke Anglo-Amerikaanse reporters binnen deze ‘mannenwereld’, aangevuld met Franse en Duitse vrouwelijke journalisten en schrijfsters. Voor veel vrouwen was de oorlog dé kans om verslag te kunnen doen van serieuze onderwerpen in plaats van alleen mode en wonen. Vrouwelijke journalisten waren een steeds belangrijker rol gaan spelen bij de verslagen. Hun invloed was zelfs doorslaggevend wanneer het ging om de journalistieke weergaven van het proces door de menselijke benadering en de meer literaire aanpak. Hun mannelijke collega’s deden doorgaans nuchter en afstandelijk verslag. De aanwezigheid van vrouwelijke correspondenten betekende echter niet dat zij het makkelijk hadden tijdens hun verblijf in Neurenberg. Regelmatig moesten ze strijden tegen vele vooroordelen, wat vaak bij de vrouwen in het verkeerde keelgat schoot. Een aantal van hen, zoals de Amerikaanse Martha Gellhorn en Janet Flanner, had immers oorlogservaring in tegenstelling tot hun mannelijke collega’s als William Shirer. Maar het was niet alleen de wereld van de correspondenten die gedomineerd werd door mannen. Veel vrouwelijke reporters, onder wie Janet Flanner en de Argentijnse schrijfster Victoria Ocampo, vonden het tribunaal zelf ook nogal een mannenaangelegenheid. Zo ontbraken er vrouwen in de verdachtenbank en ook waren er geen vrouwelijke rechters. Het kasteel ademde een militaire sfeer. De reden voor de vrouwen om bij het proces aanwezig te zijn, varieerde sterk. Voor de een was het de fascinatie voor de ‘slechterik’, zoals Janet Flanner had voor Hermann Göring; voor de ander ging het om het gevoel van gerechtigheid en wraak. Of was er, zoals in het geval van Martha Gellhorn en Rebecca West, zelfs sprake van haat. Ook de Joodse Erika Mann, zelf Duitse, had een grote afkeer van alles wat Duits was. Niet zo verwonderlijk. Erika was de dochter van de beroemde schrijver Thomas Mann en leidde de politieke cabaretgroep ‘Die Pfeffermühle'. De familie Mann was al sinds begin jaren ’30 het doelwit van nationaalsocialistische hetzes. Vooral bij de vrouwelijke journalisten was er vaak sprake van twijfel of de hele gang van zaken wel rechtvaardig werd aangepakt. De Russisch-Franse journalist Elsa Triolet bijvoorbeeld had een sterk vermoeden dat de Britten en de Amerikanen samenspanden met de nazi’s. Objectiviteit was zowel bij de mannen als bij de vrouwen moeilijk vol te houden. Aangezien het aantal lezers belangrijk was voor de kranten moesten de artikelen zodanig geschreven worden om de kopers te interesseren voor wat zich in het verre Duitsland afspeelde. Politieke opvattingen moesten daarom buiten beschouwing worden gelaten. Janet Flanner hield zich daar niet aan. Naarmate ze meer oorlogsreportages maakte, werd haar stijl harder en zo zag ze het als haar taak om bij de Neurenbergse verslagen een scherp oordeel over Amerika te geven wat haar overzees niet in dank werd afgenomen. De hoofdredactie van The New Yorker besloot om Flanner te vervangen voor de Britse Rebecca West die een heel andere aanpak had, zoals bleek toen ze schreef over de ondervraging van Göring. Was hij bij Flanner een bijna duivelse halfgod, bij West werd hij gekenschetst als een lachwekkend figuur. Hoewel het proces in Neurenberg van groot belang is geweest, kunnen we uit dit boek opmaken dat het een langdurig en buitengewoon saaie gebeurtenis was. Slechts weinig journalisten bleven tot het eind, de meesten werden tussentijds vervangen. De verschrikkingen van het naziregime waren voor vele verslaggevers zeer aangrijpend wat doorgaans resulteerde in droge verslagen uit mentale zelfbescherming. Sommige reporters daarentegen zagen dit proces als een uitgelezen kans om hun verslagen met meer empathie te schrijven, waardoor het voor het lezerspubliek een virtueel schouwspel werd. ‘Het schrijverskasteel’ is met name interessant, omdat Neumahr door zijn benadering meer begrip kweekt voor de motivaties van waaruit de betreffende journalist hun verslagen schreven. Voor wat betreft de interpretatie van de eigenlijke reportages schiet het boek iets te kort. |
Beoordeling: | Zeer goed |