Titel: | Graven in de vuurlinie - Deel I De Liemers |
Schrijver: | Veen, K. van |
Uitgebracht: | 2023 |
Pagina's: | 336 |
ISBN: | 9789083314341 |
Omschrijving: | Met het einde van de mislukte operatie Market Garden, eind september 1944, trad niet de rust terug in Gelderland of, meer specifiek, in de Betuwe of in het gebied dat regionaal ook wel bekend staat als de Liemers – ten zuidoosten van Arnhem. Concreter: plaatsen als Zevenaar, Wester¬voort, Duiven, Groessen, Loo, Pannerden, Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer, Tuindorp en Spijk. ‘Graven in de vuurlinie’ van historisch onderzoekster Karin van Veen beschrijft de geschiedenis van dit gebied langs de Rijn in de periode 1944-‘45. Direct na Market Garden worden ruim 200.00 bewoners hiervandaan geëvacueerd. Hoewel velen het gebied gedwongen verlaten is het frontgebied hierna zeker niet uitgestorven. Onder dwang van de Duitse bezetter leggen duizenden Nederlandse arbeidskrachten langs de noordzijde van de Rijn de zogenoemde Panther-Stellung aan: een verdedigingslinie parallel aan de rivier vanaf de Duitse grens tot aan de Grebbeberg. De Nederlanders, niet alleen uit de regio maar ook uit grote steden als Apeldoorn, Groningen, Rotterdam en Utrecht, graven mee aan de inderhaast opgetrokken verdedigingslijn van de Duitsers, vaak letterlijk in de vuurlinie van de geallieerden die het gebied regelmatig beschieten. De Panther-Stellung is feitelijk een verlenging vanaf het noordelijkste punt van de Westwall (vanaf Kleef), ook bekend als de Siegfriedlinie. Het bevel tot aanleg hiervan was door Adolf Hitler gegeven op 30 augustus 1944, ruim twee weken voor het begin van Market Garden. In allerijl maar met Duitse zorgvuldigheid werden loopgraven, tankgrachten en andere stellingen gegraven en gestut, in achtertuinen, op de uiterwaarden etc. Met de Panther-Stellung moest ook Duitsland noordelijk van Kleef worden beschermd tegen geallieerde aanvallen. Het graafwerk van dit Rijntracé van deze stelling vormt het richtsnoer van het onderzoek van Karin van Veen, meer specifiek: de bizarre leef- en werkomstandigheden van dwangarbeiders en (ondanks alle gevaren) in het spergebied gebleven bewoners. In dit spergebied waren de omstandigheden onoverzichtelijk en chaotisch, en ook nog eens altijd risicovol. Onder dwang moesten de arbeiders kilometerslange loopgraven en anti-tankgrachten graven, soms inclusief mijnenvelden. Daarnaast moesten versperringen worden opgericht en bunkers worden gebouwd. Dit alles vond plaats met eenvoudig gereedschap. Pas eind februari, begin maart 1945 werd het gedeelte van de verdedigingslinie langs de Rijn voltooid. Het mag duidelijk zijn dat binnen het tijdpad van de intussen voortschrijdende oorlogshandelingen deze linie voor de verdediging van Duitsland weinig nut heeft gehad; feitelijk was zelfs de noodzaak tot verdedigen achterhaald. Karin van Veen vertelt veel over de arbeidsinzet, opzet en inrichting van de verdedigingslinie, de betrokken Duitse organisaties en de verblijfskampen van de dwangarbeiders. Op mij komt het geheel betrouwbaar en gedegen over, hoewel het fragmentarische karakter en de – door de aard van dit boek onvermijdelijke – vele ooggetuigenverslagen van arbeiders en bewoners én het grote human interest-gehalte in mijn ogen enige afbreuk doen aan de leesbaarheid. Als je hier doorheen leest is er geen enkel probleem met de interessante inhoud. Hoe dan ook, van Veen schept wat mij betreft verwachtingen met deel II (medio oktober 2023) en III (verwacht in september ’24), respectievelijk over Arnhem en de zuidelijke Veluwezoom. Het boek is verkrijgbaar via de website gridvl.org . |
Beoordeling: | Goed |