Titel: | De kwestie Laren - of hoe Nederland als asielland zijn onschuld verloor en Willy Brandt de dans ontsprong |
Schrijver: | De Cort, B. |
Uitgever: | Lulu Press |
Uitgebracht: | 2022 |
Pagina's: | 260 |
ISBN: | 9781678168513 |
Omschrijving: | Al in 1933 kwamen Duitse vluchtelingen naar ons land om hier een veilig heenkomen te vinden. Doch, dat het hier allesbehalve veilig was, toont Bart de Cort aan in zijn recentste boek: ‘De kwestie Laren. Hoe Nederland als asielland zijn onschuld verloor en Willy Brand de dans ontsprong’. Laren, zaterdag 24 februari 1934. In Kamphuis De Toorts is de internationale driedaagse conferentie van links-socialistische jongeren begonnen. De aanwezigen zijn ruwweg in te delen in twee revolutionaire stromingen: organisaties die bij de trotskistische Internationale Communistische Liga zijn aangesloten en links-socialistische niet-trotskistische organisaties verzameld in het Londoner Büro. De conferentie was met medewerking van Leo Trotski tot stand gekomen. Om 21.30 vindt er een politie-inval plaats. Van de zestien aanwezige buitenlanders worden er vijftien ter plekke gearresteerd wegens het niet bezitten van een geldig visum. Ze worden de tuin ingejaagd, gefouilleerd op wapens en vervolgens afgevoerd naar de Larense politiegevangenis. Onder hen bevond zich Herbert Ernst Karl Frahm. De man die later bekend werd onder zijn nieuw aangenomen naam Willy Brandt. De Nederlandse aanwezigen mochten – na het geven van hun namen – de zaal zonder problemen verlaten. Tot zover lijkt dit optreden gerechtvaardigd als we ons realiseren hoe groot de angst voor het communisme in die tijd was. Op grond van de toen geldende Vreemdelingenwet moesten vreemdelingen bij binnenkomst in Nederland hun paspoort inleveren in ruil voor een reis-en verblijfpas. Was hieraan niet voldaan, dan kon de vreemdeling zonder recht op proces over de grens gezet worden. Politieke activiteiten in Nederland door buitenlandse immigranten was in die tijd dan ook ten strengste verboden met een dreiging tot uitzetting als gevolg. Maar was die Larense handelswijze wel zo rechtvaardig als er gekeken wordt naar wat er verder gebeurde? Dan krijgt het verhaal onverwachts een hele andere wending, zo blijkt uit het boek ‘De kwestie Laren’. De gearresteerden worden verdeeld – elf, onder hen drie Duitsers, worden naar Amsterdam overgebracht, vier van hen, de Duitsers Franz Bobzien, Hans Goldstein, Heinz Hoose en Kurt Liebermann, blijven in Laren. Waarom uitgerekend deze vier? Volgens de toenmalige burgemeester H.L.M. van Nispen van Sevenaer berustte deze keuze op toeval. Hoe dan ook, dit viertal wordt terug naar Duitsland uitgewezen, volgens de Nederlandse justitie zelfs op eigen verzoek van de mannen. Daar komt bij dat volgens de Duitse grenscommissaris de vier arrestanten ook nog eens in het Duitse opsporingsblad staan op verdenking van diefstal. De burgemeester had aanvankelijk nog enige aarzeling, mede omdat een van hen Joods was en in Duitsland de Joden het al moeilijk hadden. Maar het feit dat het hier ging om revolutionairen gaf voor hem de doorslag om zich te scharen achter het uitzettingsbevel. Geen greintje sympathie voor links-politiek denkenden, aldus De Cort. Ondanks dat in deze beginjaren van het nationaalsocialisme politieke tegenstanders in Duitsland meedogenlozer vervolgd werden dan de Joodse bevolking. En de kans op zware straffen was groot, omdat Bobzien en Liebermann leidinggevende functies bekleedden binnen de SAP (Sozialistische Arbeiter Partei). Om in de jaren ‘30 uitgewezen naar Duitsland te worden, werd er gebruik gemaakt van het vestigingsverdrag tussen Nederland en Duitsland daterend van 1906. De uitgezette persoon werd dan via de aangewezen grensposten overgedragen aan de Duitse grensautoriteiten. Maar vier vluchtelingen tegelijk en ook nog eens allen tussen de 21 en 30 jaar, dat baarde opzien. Zowel de Nederlandse als de buitenlandse kranten maakten melding van deze uitzetting. In de Tweede Kamer werd vier keer aandacht aan deze uitzetting besteed, waarbij toenmalige minister van Justitie J.R.H. van Schaik telkens rekenschap moest afleggen. En waar de Nederlandse intellectuelen zwegen, kwam de Juridische Vereniging juist in opstand. De arrestanten was immers het recht op een advocaat ontzegd. Ook jaren later bleef deze kwestie nog steeds de gemoederen bezig houden. Bart de Cort besloot de zaak eens grondig te onderzoeken en hij stootte op een aantal merkwaardigheden die hij in zijn boek aan een nadere analyse onderwerpt. Voor de auteur zijn het Duitse verzet en de Duitse immigranten Nederland, met name uit socialistische en communistische hoek, geen onbekend terrein. De Cort, die in verschillende functies werkzaam is geweest voor het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), houdt zich al vele jaren bezig met deze thema’s en publiceert daar met enige regelmaat over. Zo verschenen van zijn hand onder meer publicaties over de OSP-Verzetsgroep Gerretsen en over de Duitse emigrant Erich Kuttner, journalist, auteur, parlementslid in Pruisen en verzetsman. Voor het boek ‘De kwestie Laren’ heeft De Cort niet alleen archiefonderzoek verricht en gesproken met diverse historici, maar voerde hij ook gesprekken met Heinz Hoose, een van de op dat moment nog levende arrestanten, en met Huub van Nispen van Sevenaer, de zoon van de toenmalige burgemeester van Laren. De balans opmakend concludeert de Cort dat de arrestatie op 24 februari een zeer duister verloop kende. Zo werden de vier mannen in werkelijkheid helemaal niet gezocht door de Duitse overheid. Ook wensten de arrestanten helemaal niet naar Duitsland uitgezet te worden, maar wilden ze juist naar België. Echter uit vrees dat de vier socialisten en communisten gevaar konden opleveren voor de openbare orde besloot Justitie om hen toch uit te leveren aan Duitsland, terwijl de andere gearresteerde Duitsers vanuit Amsterdam door de Vreemdelingendienst wel naar Belgische grens werden gebracht. Anderen, onder wie Willy Brandt, werden dichtbij de ‘groene’ grens afgezet en daar aan hun lot overgelaten. Eenmaal weer in Duitsland werden de vier arrestanten direct afgevoerd naar de Gestapogevangenis aan de Prinz-Albrechtstrasse in Berlijn en van daaruit via het beruchte Columbiahaus naar diverse concentratiekampen overgebracht. Hans Goldstein werd in april 1934 vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs en onder de voorwaarde dat hij Duitsland zou verlaten. Franz Bobzien werd in het concentratiekamp Sachsenhausen ingedeeld bij de opruimingsdienst van explosieven, waar hij tijdens uitvoering van het werk om het leven kwam. Kurt Liebermann werd in januari 1935 veroordeeld tot zes jaar tuchthuis. Heinz Hoose zat vijf jaar vast in diverse concentratiekampen. Het is overbodig om te zeggen dat op Goldstein na, deze arrestanten ernstig mishandeld en gefolterd werden. Met ‘De kwestie Laren’ heeft Bart de Cort een goed onderbouwd boek geschreven dat een waardevolle aanvulling is op de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. Het verloop van de gebeurtenissen vanaf het moment van de politie-inval is overzichtelijk weergegeven. De auteur beschrijft een voor een de opstelling van alle betrokken personen en organisaties beginnend met de Larense politie tot en met de eindverantwoordelijke, de burgemeester van Laren, en minister Van Schaik, de linkse advocaat mr. Stokvis en de binnen- en buitenlandse pers. Ook gaat hij niet voorbij aan de reacties van linkse politieke groeperingen als de OSP - Onafhankelijke Socialistische Partij en de SJV - de Sozialistischer Jugendverband Deutschlands. Met precisie legt hij van dag tot dag vast waar het allemaal is misgegaan. Maar dat is niet het enige dat De Cort recht zet. In dit boek ontkracht hij ook de veronderstelling van journalisten destijds dat de toenmalige burgemeester Van Nispen van Sevenaer een nazisympathisant was, want hoewel zijn politieke gedrag niet helemaal vlekkeloos was, blijkt ook die aanname niet juist te zijn. Wie zich nader verdiept in deze materie merkt al snel dat het aanvankelijk niet zo zeer het verzet was waar men tegen streed, er waren immers ook Larense politieagenten die in de oorlog betrokken waren bij de illegaliteit, maar dat vooral de alles overheersende angst voor het communisme de overhand had in het strenge optreden tegen mensen zoals de vier Duitse deelnemers aan de conferentie. Het wrange is dat het juist deze links denkenden waren die als eersten de wapens opnamen tegen het fascisme. Dat is wat Bart de Cort aantoont met dit boek. Voor de volledigheid zijn hierin een aantal verslagen en verklaringen opgenomen in de bijlagen. |
Beoordeling: | Uitstekend |