TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Chef-kok in IG Auschwitz

Titel:Chef-kok in IG Auschwitz - De geschiedenis van Willy Van Paemel en IG Farben
Schrijver:Verhofstadt, D. & Paemel, A. Van
Uitgever:Houtekiet
Uitgebracht:2021
Pagina's:320
ISBN:9789089249456
Omschrijving:

IG Farben en de nazistaat waren twaalf jaar lang intensief met elkaar verbonden. Het Duitse chemieconcern stelde zich gewillig in dienst van Hitlers oorlogsplannen en produceerde onder andere de brandstoffen, chemicaliën, rubber en medicijnen die noodzakelijk waren om de oorlogsindustrie en het leger te bevoorraden. In fabrieken verspreid over het Duitse territorium werd massaal gebruikgemaakt van dwangarbeiders, zo ook in IG Auschwitz in Polen waar gewerkt werd aan de bouw van een faciliteit voor de productie van synthetische rubber, ook wel buna genoemd. Voor het zwaarste werk werden Joden ingezet die zich letterlijk doodwerkten. Minder zware taken werden verricht door Duitse burgerarbeiders en krijgsgevangenen en dwangarbeiders uit West-Europa. Onder hen waren de Vlaming Willy Van Paemel en zijn latere echtgenote Yvonne Schollen. In ‘Chef-kok in IG Auschwitz’ vertelt de Belgische politiek filosoof Dirk Verhofstadt hun verhaal.

De auteur werkte voor zijn pensionering in 2020 als professor Media en ethiek aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. In 2010 behaalde hij zijn doctorstitel met een proefschrift over paus Pius XII en de vernietiging van de Joden. Hij publiceerde verschillende boeken waaronder, samen met David van Turnhout, ‘Kleermaker in Auschwitz’ over de Antwerpse kleermaker en Holocaustoverlevende Ide Lieb Kartuz. Tijdens een lezing over dit boek in 2019 ontmoette hij Annie Van Paemel, die hem vertelde dat haar ouders in Auschwitz tewerkgesteld waren geweest. Het dagboek van haar vader en de brieven die hij en haar moeder met elkaar uitwisselden in de tijd dat hij nog zonder haar in Polen verbleef, waren na hun overlijden bewaard gebleven. De schrijver was direct geïnteresseerd en besloot spontaan om samen met Van Paemel een boek te schrijven over deze familiegeschiedenis. De uitbraak van het coronavirus zorgde ervoor dat hun communicatie en onderzoek hoofdzakelijk digitaal verliepen, maar desondanks bleek de samenwerking succesvol.

Het boek begint met een door Van Paemel geschreven proloog waarin ze vertelt over de totstandkoming van de publicatie en haar motivatie om hieraan bij te dragen. Dan volgt het door Verhofstadt geschreven verhaal waarin hij de familiegeschiedenis verbindt met de grote historische gebeurtenissen van de eerste helft van de twintigste eeuw. De ouders van Van Paemel bestierden een pension in de Belgische badplaats Blankenberghe. Kort voor de Grote Oorlog werden Willy en zijn tweelingbroer Leo geboren. Na de oorlog, die het gezin ongeschonden doorstond, volgde het derde en laatste kind, Edith. Toen de kinderen daar de leeftijd voor hadden, werkten ze mee in het familiebedrijf. Willy stopte op nauwelijks viertienjarige leeftijd met school en ging werken als keukenhulp, zowel in het pension van zijn ouders als elders. Hij voelde zich thuis in de keuken en ambieerde een toekomst als kok. In 1933 schopte hij het tot keukenhulp in het gerenommeerde Hotel Billard Palace in Antwerpen. Na in Parijs een verdere opleiding genoten te hebben, werd hij in 1938 gepromoveerd tot chef-kok.

Terwijl Willy zich bekwaamde in het koksambacht pakten donkere wolken zich samen boven Europa. Verhofstadt beschrijft hoe Adolf Hitler in 1933 de macht greep en legt uit welke ontwikkelingen leidden tot een nieuwe wereldoorlog in 1939. Tussendoor behandelt hij hoe het in 1925 opgerichte IG Farben in de jaren dertig een pact aanging met de nazi’s. De firma ontsloeg Joodse werknemers, spekte de partijkas van de NSDAP en ging opdrachten uitvoeren voor de forse uitbreiding van het Duitse leger. In elk land dat door Hitler werd geannexeerd of ingenomen, zoals Oostenrijk en Polen, werden fabrieken overgenomen door het concern dat uitgroeide tot onmisbaar onderdeel van de Duitse expansiedrift. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog betekende voor Willy dat hij in dienst van het Belgische leger kwam. Hij was in het voorjaar van 1940 gelegerd in het net onder Maastricht gelegen Belgische fort Eben-Emael. Toen het fort in mei 1940 werd ingenomen door Duitse troepen, die hier waren geland met zweefvliegtuigen, verbleef hij in het nabijgelegen Wonck voor een rustperiode. Zonder een schot gelost te hebben, werden hij en zijn maten op 11 mei krijgsgevangen genomen.

Willy’s krijgsgevangenschap was van korte duur. De Vlamingen werden beschouwd als Germaans broedervolk en mochten terugkeren naar eigen land. Terug in Antwerpen ontmoette Willy op zijn werk in het hotel Yvonne Schollen, die hier in de boekhouding werkte. Tussen de twee ontstond een relatie die uitmondde in een verloving. Aan hun samenzijn kwam in 1942 een einde toen Willy in het kader van de gedwongen tewerkstelling naar Auschwitz werd gezonden, waar hij in een keuken van IG Auschwitz voor landgenoten en andere arbeiders moest koken. Yvonne zou hem later uit eigen beweging volgen en ook hier komen te werken. Verhofstadt beschrijft, onder andere aan de hand van de brieven van Willy aan zijn verloofde en getuigenissen van Joodse overlevenden, dat de omstandigheden voor de Belgische en andere West-Europese (dwang)arbeiders onvergelijkbaar waren met die van de Joden. Die zaten in een apart kamp gevangen, Auschwitz-Monowitz, waarvandaan ze dagelijks naar de bouwplaats van IG Farben werden gezonden om te werken. Willy was getuige van de erbarmelijke omstandigheden waaronder ze moesten werken en drukte soms voedsel voor hen achterover.

Het is opvallend hoe Auschwitz door de bril van een West-Europese dwangarbeider een heel ander aangezicht heeft dan hoe wij tegenwoordig Auschwitz vooral kennen: als locatie van massale genocide. Willy en zijn collega’s verbleven in gemeubileerde barakken met goede sanitaire voorzieningen, ze leden geen honger en konden in hun vrije tijd in het stadje Oświęcim zelfs een restaurant en bioscoop bezoeken. Het vernietigingskamp Birkenau, waar 1 miljoen Joden werden vermoord, bevond zich ruim 5 kilometer ten oosten van Willy’s verblijfplaats, maar daar kwam hij nooit. Zelf had hij geen keuze waar hij werd tewerkgesteld, maar het is met de kennis van nu wel opmerkelijk dat hij zijn vriendin in zijn brieven stimuleerde om in 1943 ook naar Auschwitz te komen om te werken in dienst van de Duitsers. Weliswaar kon hij in zijn brieven vanwege de censuur haar niet van tevoren waarschuwen voor de misdaden die hier werden gepleegd. Maar hij zette haar wel aan om vrijwillig af te reizen naar en te werken op een plek die voorgoed bekend zal blijven staan vanwege de gruwelen die hier plaatsvonden. Verhofstadt legt uit dat het uit liefde voor Willy was dat Yvonne ook naar Auschwitz kwam. Een oordeel hierover laat de schrijver over aan de lezer.

Behalve het leven van Willy en Yvonne in Auschwitz beschrijft de auteur op indringende en goed onderbouwde wijze de misdadige rol die IG Farben in de Tweede Wereldoorlog speelde. Het bedrijf was intensief betrokken bij de genocide die in Auschwitz werd gepleegd. Hij beschrijft ook hoe Willy en Yvonne in 1945 terugkeerden naar België en hoe na de oorlog de leiders van IG Farben door de Amerikanen werden berecht in Neurenberg. Zijn conclusie is dat aangeklaagden er met opvallend lage straffen vanaf kwamen. Behalve de oorlogservaringen van Willy en Yvonne worden ook die van Willy’s broer en zus behandeld. Laatstgenoemde meldde zich in 1939 aan als Rode Kruis-verpleegster en maakte in die hoedanigheid de evacuatie van geallieerde troepen in Duinkerken mee. Meer dan een biografie van één persoon is ‘Chef-kok in Auschwitz’ een familiekroniek, die aantoont hoe ingrijpend de levens van jonge Belgische mensen op drift raakten door de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast vormt het boek een overtuigende aanklacht tegen de meedogenloze bedrijfsvoering van IG Farben en een krachtige waarschuwing tegen extreemrechts gedachtegoed, waarvan de schrijver in het slot enkele actuele voorbeelden noemt. In een korte bedenking sluit Annie Van Paemel het boek af met een krachtig citaat van Nelson Mandela.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Kevin Prenger
Geplaatst op:
17-08-2021
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen

Gerelateerd nieuws

De miserie van slavenarbeiders in Auschwitz door de ogen van een chef-kok

mei2021

De miserie van slavenarbeiders in Auschwitz door de ogen van een chef-kok

Onderdeel van de agglomeratie van nazikampen in Auschwitz of Oświęcim in Polen was het werkkamp Auschwitz III-Monowitz, waar het Duitse chemieconcern IG Farben een fabriek bouwde om er synthetische olie en rubber te produceren. IG Farben werkte volop mee aan de Duitse oorlogsmachine en gebruikte hiervoor Joodse dwangarbeiders. In barakkenkampen rond het IG Farben-complex zaten ook tienduizenden krijgsgevangenen en verplicht tewerkgestelde mannen en vrouwen uit de door de nazi’s bezette gebieden. Onder hen de Vlaming Willy Van Paemel die er verbleef van eind 1942 tot de bevrijding. Hij was chef-kok en kookte er met een team voor 2.900 Fransen en Belgen die er gedwongen werkten. Annie Van Paemel en Dirk Verhofstadt schreven over hem en over de geschiedenis van IG Farben het boek ‘Chef-kok in IG Auschwitz’. We stelden laatstgenoemde via e-mail enkele vragen over het boek.

Lees meer