Titel: | Ons Huis - Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg |
Schrijver: | Bijsterveld, Arnoud-Jan |
Uitgever: | Uitgeverij Verloren |
Uitgebracht: | 2020 |
Pagina's: | 460 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789087048716 |
Omschrijving: |
Een film als Son of Saul van de Hongaarse cineast László Nemes en boeken als Eindstation Auschwitz van Eddy de Wind en ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen zijn voorbeelden van een microgeschiedenis van de Holocaust. Kenmerkend voor een microgeschiedenis is dat de individuele geschiedenis of de familiegeschiedenis centraal staat en dat op die manier betekenis wordt gegeven aan het grote verhaal van bijvoorbeeld de Holocaust. Gezien de grote belangstelling voor dit soort films en boeken willen onderzoekers en ook lezers blijkbaar weten wat zich op individueel niveau heeft afgespeeld. Door middel van woord en beeld willen zij zich kunnen inleven in het lot van slachtoffers en overlevenden van de Holocaust. Ook Ons huis van Arnoud-Jan Bijsterveld is een voorbeeld van een microgeschiedenis. Het is een grondige en interessante studie naar een huis en de bewoners daarvan. De auteur kocht het huis in 2000 en kwam er al snel achter dat zijn nieuwe eigendom in 1927 in opdracht van de zakenman Max Henri Polak was gebouwd. De naam ‘Polak’ deed de auteur vermoeden dat er zich in dit huis voor, tijdens en na de bezetting het nodige had afgespeeld. Als historicus en vooral als geďnteresseerde eigenaar van het statige pand wilde hij de geschiedenis van het huis en de bewoners onderzoeken. Het resultaat is een lijvig boek met als kern een buitengewoon interessant en boeiend verhaal. Bijsterveld blijft echter niet hangen in het verhaal van de familie Polak. Hij plaatst zijn verhaal in de brede context van onder meer de Joodse gemeenschap in Tilburg en de Jodenvervolging in Nederland. Zijn onderzoek heeft naast het feit dat hij witte vlekken inkleurt ook als resultaat dat de familie Polak dichter tot elkaar is gekomen met als slotakkoord een grote familiereünie in het Tilburgse huis. De welgestelde Joodse familie Polak vluchtte medio mei 1940 via IJmuiden naar Engeland. Na een verblijf van twee maanden in Londen vertrok het gezin naar New York. Niet het hele gezin van Polak vluchtte. Bertram, de oudste zoon, bleef namelijk achter. Hij zat in militaire dienst, vocht in de meidagen tegen de Duitsers en kon dus niet mee met zijn familie. Hij wist aanvankelijk ook niet dat zijn familie gevlucht was. Anderhalf jaar later was het leven voor hem in Nederland bijzonder zwaar. Het huis was hem al afgenomen en hetzelfde geldt voor de familiebezittingen. Door de elkaar snel opvolgende anti-Joodse maatregelen werd het leven bemoeilijkt, tot het uiteindelijk het niveau van onmogelijk zou bereiken. Bertram wilde daar niet op wachten en besloot om in december 1941 met drie vrienden alsnog naar Engeland te vluchten. Ze werden echter verraden, opgepakt en vastgezet in Scheveningen. Van daaruit kwam Bertram in kamp Amersfoort terecht. Na enkele maanden werd hij naar Auschwitz gedeporteerd en daar werd hij op 17 augustus 1942 vermoord. Dat is het verhaal dat Bijsterveld vertelt, maar hij zet meer dan dat op papier. Hij beschrijft uitgebreid de vooroorlogse jaren van het gezin Polak, wijdt vele pagina’s aan de vlucht naar Engeland en het verblijf in Amerika. Tevens belicht hij het achterblijven van Bertram, besteedt veel aandacht aan de drie vrienden met wie Bertram probeerde naar Engeland te vluchten en eindigt met de arrestatie en de dood van Bertram en zijn vrienden. In het laatste gedeelte van het boek beschrijft Bijsterveld de naoorlogse zoektocht naar Bertram en de contacten met de nazaten van de familie Polak. Hij maakt duidelijk hoe zij na de oorlog verder leefden en een succesvol leven probeerden op te bouwen. Het positieve resultaat van het werk van Bijsterveld is de familiereünie (april 2011) in het Tilburgse huis en het leggen van een struikelsteen ter nagedachtenis aan Bertram. Overigens staat op Youtube een interessante documentaire - Titel: Hier was Bertram - over Bertram en de zoektocht van Bijsterveld. Het bekijken meer dan waard. Bijsterveld beperkt zich niet tot de zakelijke reconstructie van het leven van de familie Polak en Bertram. Hij wil het verhaal juist kleur geven door Bertram te portretteren en te duiden aan de hand van de herinneringen van mensen die hem gekend hebben. Dat geeft het boek een meerwaarde. De vele foto’s die Bijsterveld in zijn boek heeft opgenomen dragen eveneens bij aan de zeggingskracht. Het verhaal krijgt ook meer gevoel en kleur door de persoonlijke betrokkenheid van Bijsterveld bij het onderwerp van zijn studie. Die betrokkenheid zou de lezer als het ware in het verhaal moeten trekken. De vormgeving met een tamelijk kleine letter, stambomen zijn zonder vergrootglas nauwelijks te lezen, en voetnoten in plaats van eindnoten draagt echter niet bij aan de toegankelijkheid. Die wordt verder bemoeilijkt door de grote hoeveelheden details die Bijsterveld over de lezer uitstort. Zo beschrijft hij meer dan uitgebreid de oorspronkelijke inrichting van het huis. Dat had best een paar ons minder mogen zijn. Hetzelfde geldt voor de uitvoerige genealogische beschrijving van de familie Polak en voor de uitgebreide behandeling van het onteigeningsproces van het familiebedrijf en de bezittingen van de familie Polak. Bijsterveld is een onderzoeker en schrijver met oog voor detail en met een drang naar volledigheid. Die combinatie draagt in ieder geval niet bij aan de continuďteit van het verhaal, maar wel aan de doorbreking van de spanningsboog. De vrijwel eindeloze detaillering geldt niet voor alle hoofdstukken. Zo verbleven Bertram en zijn vrienden na hun arrestatie twee maanden in het Oranjehotel in Scheveningen. Bijsterveld schetst vervolgens een indringend beeld van de situatie toen de vier vrienden daar verbleven. Het maakt deel uit van het hoofdstuk waarin hij de periode vanaf de arrestatie tot hun dood beschrijft. In dat hoofdstuk is Bijsterveld op zijn best. In een beschrijving van de context van het Oranjehotel, Kamp Amersfoort en Auschwitz-Birkenau vertelt hij hun lotgevallen. Het resultaat is een beklemmend verhaal dat beklijft en lang nadreunt. De vergelijking met ‘t Hooge Nest van Roxane van Iperen dringt zich onvermijdelijk op, maar de vergelijking is niet terecht. Zeker, beide auteurs vertellen het verhaal van een huis en de bewoners. Maar waar Roxane van Iperen vooral een aangrijpend, meeslepend en filmisch verhaal vertelt over de familie Brilleslijper, ligt de kracht van Bijsterveld vooral in de drang om zijn reconstructie zo compleet mogelijk te maken. Dat levert een lijvig boekwerk op met een buitengewoon interessante reconstructie, maar het is geen verhaal dat de lezer bij de strot grijpt, met uitzondering van het hierboven genoemde hoofdstuk 12. Het boek van Van Iperen is een pageturner en dat is Ons huis niet. Waarschijnlijk was dat ook niet de ambitie van Bijsterveld. Het is wel een goed boek dat je vooral stukje bij beetje moet lezen en dat een blijvende indruk achter zal laten op lezers met een voorliefde voor uiterst gedetailleerde beschrijvingen. |
Beoordeling: | Goed |