De beide types Duitse Tiger tanks waren grote, mechanische monsters, die gevreesd en bewonderd werden op het slagveld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met gewichten van 55 ton voor de Tiger I (PzKpfw VI Tiger) tot 69 ton voor de Tiger II (PzKpfw VIb Königstiger) waren zij beter bewapend en beschermd dan de veelgebruikte tanks van de geallieerden: de 31 ton wegende M4 Sherman tanks, gebruikt door de Amerikanen, en de 26 ton wegende T-34, gebruikt door de Sovjet-Unie. Deze Tiger tanks opereerden in zelfstandige bataljons, die ingezet konden worden waar zij het meest dringend nodig waren aan het front. In dit boek wordt de lezer meegenomen in de geschiedenis van Schwere Panzerabteilung 507; zware pantserafdeling 507, die uitgerust was met zowel de Tiger I als de Tiger II.

Het boek beschrijft zowel de gevechtsprestaties van de Tiger tanks, als de logistieke werkzaamheden die achter het front uitgevoerd werden om de motoren van de tanks draaiende te houden, de magen van de manschappen gevuld, en de kanonnen geladen. Hoewel de eenheid de beschikking had over drie gevechtscompagnieën, waren de ondersteunende eenheden van essentieel belang om ervoor te zorgen dat deze eenheden in de strijd verwikkeld konden blijven. Op het einde van het boek wordt ook duidelijk dat zodra de ondersteunende troepen wegvielen, de Tigers al snel tot stilstand kwamen.

Het boek is ontstaan doordat de eenheid graag hun eigen geschiedenis wilde vastleggen. Aan de hand van dagboeken, ervaringen, aantekeningen, is dit boek opgesteld. Zelfs de eigen krant, die kortstondig bestaan heeft, wordt gebruikt. De ervaringen van het bataljon lopen zeer uiteen. Zo zijn er herinneringen aan een vogel, genaamd Jacob, die gevoed en meegenomen werd door enkele mannen. Op een ander moment wordt vermeld dat er een burger werd neergeschoten die weigerde om bevelen op te volgen. Een soldaat schrijft over kiespijn en hoe de operatie onder primitieve omstandigheden werd uitgevoerd. Weer een andere militair vertelt hoe een overgelopen Russische soldaat hem ervoor behoedde om op een mijn te trappen.

In het boek wordt uitgebreid stilgestaan bij de onderhoudswerkzaamheden, de werkplaatsen waar reparaties werden uitgevoerd en de vele problemen waardoor de Tiger tanks tot stilstand konden komen. Bijvoorbeeld door gebrek aan brandstof, doordat er een rupsband kapot was gegaan, of doordat de elektrische bedrading beschadigd was.

Niet alleen door vijandelijk handelen werden tanks uitgeschakeld, maar ook door handelen van de eigen troepen. Door het gewicht van de Tiger tanks liepen zij het risico om in de modder of sneeuw vast te komen zitten. Bruggen moesten het gewicht van de tanks kunnen dragen, waardoor tanks die niet overgezet konden worden opgeblazen moesten worden. Met enige frustratie schrijven de mannen over hoe zij hun voertuigen moesten vernietigen, nadat de laatste bruggen over de Vistula tot ontploffing zijn gebracht en zij niet de overkant kunnen bereiken.

Tegen het einde van de oorlog werd de situatie nijpender voor het Derde Rijk en de eenheid leed meer verliezen. Simpele mechanische problemen, die eenvoudig verholpen hadden kunnen worden, zorgen ervoor dat de tanks meteen afgeschreven moesten worden. Er waren simpelweg geen reserve-onderdelen aanwezig of de kennis daarvoor ontbrak.

Het boek is gevuld met foto’s en zeker modelbouwers zullen verrukt zijn bij de unieke afbeeldingen die erin staan. Zoals in het voorwoord al staat geschreven, moeten sommige aspecten in het boek wel met een korreltje zout genomen worden. Er wordt bijvoorbeeld geclaimd dat op 8 kilometer afstand een Tiger een T-34 buiten gevecht stelde, terwijl dit zeer onwaarschijnlijk is. Ook wordt er niet veel stil gestaan bij waarom de mannen bleven vechten, terwijl andere deserteerden. Zoals het voorwoord ook vermeld, het is dus een ‘gereinigde’ versie van de geschiedenis, waarbij de nadruk op het vechten ligt, in plaats van waarom er gevochten wordt.

Al met al is het boek zeker een verrijking voor iedereen die beter wil begrijpen hoe de Tiger tanks opereerden en de problemen waar deze eenheden mee kampten tegen het einde van de oorlog.