Titel: | De Rechtvaardigen |
Schrijver: | Jan Brokken |
Uitgever: | Atlas Contact |
Uitgebracht: | 2018 |
Pagina's: | 501 |
ISBN: | 9789045036649 |
Omschrijving: |
Op 29 mei 1940 kreeg Jan Zwartendijk, directeur van de Philipsvestiging in Kaunas, de toenmalige hoofdstad van Litouwen, een onverwacht telefoontje. De ambassadeur van de Nederlandse regering in ballingschap in Riga, De Decker, had de consul Tillmanns in Kaunas uit zijn ambt ontheven omdat hij sympathiseerde met de nazi’s die op dat moment Nederland hadden bezet. De Decker viel met de deur in huis: het was belangrijk dat de Nederlandse regering zo lang mogelijk vertegenwoordigd werd in het buitenland. In Litouwen was dus een nieuwe consul nodig en de keus was op Zwartendijk gevallen. Nadat De Decker de bezwaren van Zwartendijk, die geen enkele diplomatieke ervaring had en ook niet wist wat de taak inhield, had weerlegd, ging hij overstag. Hiermee was Jan Zwartendijk van de een op de andere dag de consul in Litouwen en het kantoor van Philips de Nederlandse ambassade. Jan Brokken heeft de onbekende, maar ontzettend interessante en leerzame geschiedenis van deze ambassadeur beschreven in zijn nieuwe boek: De Rechtvaardigen. Eerder verscheen van zijn hand 'De vergelding, een dorp in tijden van oorlog.' De situatie in Litouwen was in 1940 gespannen. Het Duitse leger was een jaar eerder Polen binnengevallen en had recent een groot deel van West-Europa onder de voet gelopen. In Litouwen zelf was er de dreiging van een Russische inval die op 15 juni werkelijkheid zou worden. Op die dag zag Zwartendijk de Russische tanks Kaunas binnenrijden. De inval van Litouwen, en direct daarna Estland en Letland was het gevolg van het Molotov-Ribbentroppact dat in 1939 gesloten was tussen Duitsland en Rusland. Deze geheime overeenkomst was een niet-aanvalsverdrag tussen beide landen. Daarnaast was Oost-Europa, ingeklemd tussen Rusland en Duitsland verdeeld tussen beide landen. Hierdoor kon Adolf Hitler Polen en West-Europa bezetten zonder het risico op een aanval vanuit Rusland. Voor de joden in de Baltische staten was de situatie verontrustend. De Sovjets waren niet systematisch antisemitisch, zoals de nazi’s wel waren, maar wantrouwden de Zionisten onder de joden wel. Reden voor veel joden om te proberen het gevaarlijke Europa te ontvluchten. Een van de joden die uit Litouwen wilde vertrekken was Peppy Sternheim. Haar familie was Nederlands staatsburger en zijzelf had vóór haar huwelijk ook de Nederlandse nationaliteit. Om die reden wende ze zich tot de nieuwe consul in Kaunas. Ze wilde een uitreisvisum naar Nederlands-Indië. Zwartendijk die geen idee had hoe hij zoiets aan moest pakken, verwees haar door naar de ambassadeur in Riga. De Decker kon echter geen visum verlenen voor Nederlands-Indië. Er was nog wel een mogelijkheid: voor de Nederlandse Antillen, waaronder Curaçao, was geen visumplicht nodig. De Decker schreef op 11 juli 1940 in haar paspoort: ‘Het Consulaat der Nederlanden in Riga verklaart dat voor de toelating tot Suriname, Curaçao en andere bezittingen van Nederland in Noord- en Zuid-Amerika geen visum vereist is’. Met deze aantekening in haar paspoort kwam Peppy Sternheim samen met haar man terug bij Zwartendijk met het verzoek om deze tekst ook in het paspoort van haar man te schrijven. De consul ging akkoord, schreef de tekst over en ondertekende deze. Er was nog een probleem. Hoe konden Peppy en haar man naar Amerika reizen? De route via de Oostzeekust was door Duitsland afgesloten. Een eventuele zuidelijke route ook. Er was maar één mogelijkheid en dat was dwars door Rusland, via Vladivostok naar Japan en vanaf daar doorreizen. Hier was alleen wel een doorreisvisum voor Japan voor nodig. Hiervoor wende Peppy zich, op verzoek van Zwartendijk, tot de Japanse consul in Kaunas die maar een paar straten verderop gevestigd was. De Japanse consul Sugihara ging akkoord en gaf een Japans doorreisvisum af. Met beide papieren was het mogelijk door de Sovjet-Unie te reizen. De Joodse Zorach Warhaftig, een Poolse vluchteling die naar Litouwen gevlucht was, kreeg het verhaal te horen en informeerde bij de consul of deze bereid was om massaal visa te verstrekken. Omdat De Decker Zwartendijk geen restricties had opgelegd, besloot hij hier aan mee te werken. De mogelijkheid om Litouwen te verlaten ging als een lopend vuur rond onder de Joodse vluchtelingen in Litouwen. Tientallen en later zelfs honderden, voornamelijk Poolse Joden verzamelden zich voor de ambassade. Zwartendijk werkte van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat aan het verstrekken van de visa. De lange wachtrijen zorgde voor onrust en ongedurigheid onder de wachtenden. Het liep zelfs uit op vechtpartijen. Dit was een groot risico omdat de Sovjets het consulaat dan elk moment konden sluiten. De mensen die een visum hadden gekregen, moesten daarna door naar de Japanse consul. Ook daar zag het zwart van de mensen. Het probleem was dat Zwartendijk een stempel had laten maken en hierdoor veel sneller kon werken dan zijn Japanse collega die veel meer tekens op moest schrijven. Zwartendijk en Sugihara hadden elkaar nooit ontmoet, wel telefonisch contact gehad. Zo klaagde de Japanse consul over kramp in zijn vingers van het schrijven van de honderden doorreisvisa. Begin augustus werden de buitenlandse consulaten in Litouwen gesloten op last van de Sovjets. Hiermee kwam ook een eind aan het uitschrijven van de visa. Zwartendijk moest vertrekken en nam zijn intrek in Eindhoven waar hij bij de Nederlandse vestiging van Philips aan het werk ging. Ook de Japanse consul moest een paar dagen later vertrekken, maar bleef toch doorreisvisa uitschrijven. Zelfs terwijl de trein van het station in Kaunas wegreed, schreef hij vanuit het raam van de rijdende trein door. In enkele weken hadden Zwartendijk en zijn Japanse collega circa 2300 visa uitgeschreven. Omdat op elk visa zo’n drie of vier mensen reisden, konden naar schatting tussen de negen- en tienduizend Joden Litouwen verlaten. Op 22 juni 1941 startte Duitsland operatie Barbarossa, de codenaam voor de aanval op de Sovjet-Unie, en schond hiermee het pact met Rusland. Met deze aanval werden ook de Baltische staten door de Nazi’s bezet. Hiermee begon tevens de terreur tegen de Joodse burgers in Litouwen. Van 25 tot 29 juni vond de Kaunas-Pogrom plaats. In enkele dagen werden bijna 4.000 joden in Kaunas vermoord. In de rest van de oorlogsjaren zouden duizenden Joden gedood worden. Geschat wordt dat 94 procent van de Litouwse Joden is omgekomen. Sinds zijn vertrek uit Kaunas had Jan Zwartendijk nooit geloofd dat de Joden met een visa Rusland zouden doorkomen. Toen na de oorlog de volle omvang van de holocaust duidelijk werd, kon hij zich niet voorstellen dat er ook maar één Jood die hij had geholpen had, aan de holocaust ontsnapt zou zijn. Het willen weten wat er met de Joden gebeurd was, werd steeds belangrijker voor Zwartendijk. Zeker nadat hij in plaats van erkenning voor zijn daden als consul een reprimande kreeg van het ministerie van Buitenlandse Zaken, omdat hij tegen de regels in had gehandeld als consul en daarmee niet in aanmerking kwam voor een onderscheiding. De onzekerheid over het lot van de Joden ging over in een schuldgevoel. Drie Joden die met een visa van Zwartendijk via Japan aan de holocaust ontsnapt waren, schreven een brief aan de oud-consul. Zwartendijk dacht dat als deze drie contact opnamen, het moest betekenen dat al de andere het niet was gelukt. Anders hadden ze wel contact opgenomen. In plaats van hen te helpen, had hij ze de dood ingejaagd, zoals hij zelf zou zeggen.Via een overlevende werd een onderzoek gestart bij het International Institute for Holocaust Research. Het onderzoek zou jaren duren. Op 14 september 1976 overleed Jan Zwartendijk zonder duidelijkheid over het lot van al die Joden. Op de dag van zijn begrafenis kwam er een brief van het onderzoeksinstituut: Zeker 95 procent van alle Joden met een door Zwartendijk uitgeschreven visum, had de oorlog overleefd. Na zijn dood werd Zwartendijk postuum alsnog onderscheiden. In 1997 kreeg hij de hoge Israëlische onderscheiding ‘Rechtvaardige onder de Volken’ van het Israëlische Holocaustinstituut Yad-Vashem. In Rotterdam werden in datzelfde jaar veertien lindes geplant ter ere aan de consul en in 2012 werd hij onderscheiden met het Life Saving Cross van de Republiek Litouwen. In 2018 was koning Willem-Alexander aanwezig bij de opening van een monument bij de plek waar Zwartendijk zoveel visa uitschreef en na de verschijning van het boek van Jan Brokken is er door het ministerie van Buitenlandse Zaken officieel excuses aangeboden aan de nabestaanden van Zwartendijk |
Conclusie: |
Zwartendijk komt in het boek naar voren als een moedige, zeer bescheiden man, die niet naar eer of publiciteit zocht, maar handelde op het moment dat het van hem werd gevraagd. Het boek beschrijft het leven en moedige werk van Zwartendijk en zijn Japanse collega (die na de oorlog in zijn eigen land verguist werd), als het verloop van de reizen van verschillende vluchtelingen. Daarnaast gaat het boek uitgebreid in op de jaren van onzekerheid na de oorlog. Jan Brokken heeft met zijn nieuwe boek een bijdrage geleverd aan het postume eerbetoon van Jan Zwartendijk. Het boek is dan ook zeer de moeite waard om te lezen. |
Beoordeling: | Uitstekend |