Titel: | Amon - Ik ben de kleindochter van een nazikampbeul |
Schrijver: | Teege, J. & Sellmair, N. |
Uitgever: | The House of Books |
Uitgebracht: | 2015 |
Pagina's: | 256 |
ISBN: | 9789044344486 |
Titel: | Amon - Ik ben de kleindochter van een nazikampbeul |
Schrijver: | Jennifer Teege en Nikola Sellmair |
Uitgever: | The House of Books |
Uitgebracht: | 2015 |
Pagina's: | 256 |
ISBN: | 9789044344486 |
Omschrijving: | De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1945. Voor velen was de oorlog daarmee nog niet voorbij. Voor sommigen hield de oorlog nooit echt helemaal op. Oorlogsslachtoffers hadden vaak nog jaren de lichamelijke en geestelijke belasting te dragen. Er is ook een categorie van mensen die in meerdere of mindere mate getraumatiseerd is door de Tweede Wereldoorlog, namelijk familieleden van nazi-kopstukken en/of oorlogsmisdadigers. Amon Goeth / Amon Göth (Wenen, 12 november 1908 - Płaszów, 13 september 1946) was een Oostenrijkse SS-Hauptsturmführer en commandant van het concentratiekamp Płaszów in Polen (bekend van het boek en de film "Schindler’s List"). Goeth was berucht in Płaszów. Van Goeth wordt gezegd dat hij zeker 500 Joodse gevangenen persoonlijk heeft doodgeschoten. Hoe precies de relatie tussen Goeth en Oskar Schindler was, is niet geheel duidelijk. Velen nemen aan Oskar Schindler bevriend werd met Goeth om het leven van Joden te kunnen redden. Na de oorlog werd Amon Goeth door het hooggerechtshof van Polen schuldig bevonden aan de dood van tienduizenden mensen. Hij werd ter dood veroordeeld en op 13 september 1946 geëxecuteerd niet ver van de plaats waar Płaszów gelegen had. In 2002 verscheen het boek met interviews met de dochter van Amon Goeth, Monika Goeth, onder de titel Ich muss doch meinen Vater lieben, oder?. Voor de eerste keer vertelde Monika Goeth over haar moeder Ruth, die haar man altijd geprezen had, en de schok die haar moeder kreeg toen ze erachter kwam welke rol haar man bij de Holocaust gespeeld had. Na een serie interviews pleegde Ruth, in de jaren tachtig, zelfmoord. Monika Goeth heeft een dochter: Jennifer. Jennifer schreef samen met Nikola Sellmair het boek "Amon, ik ben de kleindochter van een nazikampbeul" (oorspronkelijke titel: Mein Grossvater hätte mich erschossen). Jennifer heeft een Nigeriaanse vader, die zij niet kent. Ook heeft zij weinig contact met haar moeder. Pas als zij 38 jaar is komt zij achter de schokkende geschiedenis van haar grootvader en moeder. En gaat daarna op zoek naar de geschiedenis van haar moeder en van haar zelf. In het boek wordt die zoektocht naar de geschiedenis beschreven, maar ook de consequenties die die geschiedenis had op haar familie en haar als persoon. Schuld is niet erfelijk, maar schuldgevoelens wel. Het boek is doordrenkt met deze schuldgevoelens, en de psychische schade die dat op kan leveren. Jennifer maakt een enorm verdrietige en desolate indruk. Op zoek naar antwoorden krijgt zij eigenlijk alleen maar meer vragen. Een muur van zwijgen, ontwijkende antwoorden. Waarom hield haar oma Ruth van de sadist Goeth, waarom heeft haar moeder Monika geprobeerd de geschiedenis te verbergen? Het onderzoek van Jennifer toont ook aan hoe er in Duitsland na de oorlog over de nazi’s werd gedacht. Of eigenlijk niet werd gedacht; het moest vergeten worden. Het was een gesloten boek. Misdaden waren altijd door ‘anderen’ begaan en men moest ‘vooruit’ denken. "Het is heel gemakkelijk om prominente nazi-moordenaars te demoniseren. Om ze te bekijken als dieren in de dierentuin: want ze zijn wreed en pervers. Zo hoef je je niet voor jezelf te verantwoorden, voor je eigen familie en voor de velen die in het klein meededen; diegene die de Joden in het trappenhuis niet meer groetten, of snel doorliepen wanneer Joden in elkaar werden geslagen of hun winkels werden vernield." Jennifer heeft heel veel moeite met het feit dat haar oma Ruth Amon altijd heeft geïdealiseerd als een imponerende man. Een droomprins. Zij zei over de oorlogstijd: "het was een mooie tijd, Mijn Goeth was koning, ik was koningin. Wie zou daar niet van genieten?" Tot haar dood in de jaren 80 van de vorige eeuw heeft een portret van Amon boven haar bed gehangen. Haar moeder Monika heeft in Amon vooral de vader in hem gezien, niet de kampcommandant. Jennifer zou haar oma Ruth vele vragen willen stellen. Maar aangezien zij zelfmoord heeft gepleegd is dat niet meer mogelijk. Voor Amon heeft zij geen vragen. De antwoorden zouden toch alleen maar leugens zijn. De hele situatie maakt dat Jennifer vervreemd raakt van zichzelf en in psychische nood komt. Zij krijgt een identiteitscrisis: "ben ik Jennifer of ben ik alleen nog maar Jennifer de kleindochter van Amon Goeth?" Teege worstelt met het beeld dat zij krijgt bij onderzoek naar haar oma. Een beeld dat niet correspondeert met haar gevoel en eigen ervaring. Hoe meer zij tracht haar oma te begrijpen en te doorgronden wie zij werkelijk was, hoe moeilijker zij het vindt om objectief te blijven. Zij raakt verstrikt in tegenstrijdigheden. Verscheurd tussen het mooie oude beeld van haar oma én de waarheid. Haar oma heeft veel gelogen. "Ich habe dass nicht gewusst" riep ze vaak. Iets dat Jennifer niet kan en wil geloven. Na een interview voor een film over Oskar Schindler pleegt oma Ruth zelfmoord. Jennifer vraagt zich af of er een verband is. In haar afscheidsbrief noemt Ruth de slachtoffers niet. Het gaat alleen om haar en haar strijd tegen een ziekte. De zeer moeizame relatie met haar moeder komt ook ruimschoots aan bod. Monika heeft, als kind van een moordenaar, een zwaar leven. Zij wilde antwoorden van haar moeder, maar kreeg slechts leugens. Bij het zien van Schindler’s List kreeg Monika een zenuwinzinking. Jennifer probeert een band te creëren met haar moeder. Maar ook dat is een moeizaam verhaal. |
Conclusie: |
Veel kinderen en kleinkinderen van nationaalsocialisten voelen zich verplicht om zich voor hun familieleden te verontschuldigen. De kleinkinderen doen dat niet meer zo direct als de ‘boetgeneratie’ van nazikinderen. In het begin heeft Jennifer die impuls ook bij zichzelf gevoeld. De angst: hoe reageert mijn omgeving als ik zeg dat ik van mijn oma houdt? Het boek is een belangrijk tijdsdocument. Het geeft een beeld van hoe het leven van een familielid van een oorlogsmisdadiger kan verlopen. Hoewel Teege probeert om haar boek hoopvol te eindigen, creëert zij in haar boek een sombere, donkere, haast deprimerende sfeer. Lezen is geen ontspanning maar wordt ‘hard werken’. Dit boek is absoluut geen ‘pageturner’ maar nodigt eerder uit tot nadenken en geeft de lezer een ‘unheimisch’ gevoel. Wanneer dat de bedoeling is geweest van Teege en Sellmair dan zijn zij daar uitstekend in geslaagd. |
Beoordeling: | Goed |