TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Wij weten niets van hun lot

Titel: Wij weten niets van hun lot - Gewone Nederlanders en de Holocaust
Schrijver: Bart van der Boom
Uitgever: Boom
Uitgebracht: 2012
Pagina's: 536
ISBN: 9789461054777
Omschrijving:

In 2006 verscheen van Ies Vuijsje het boek "Tegen beter weten in", waarin hij betoogde dat de aanname dat noch Joden, noch andere Nederlanders tijdens de oorlog geweten hebben van de systematische uitroeiing van de Joden op een mythe berust. Een mythe die, vooral door de historici Abel Herzberg, Jacques Presser en Lou de Jong, in stand zou zijn gehouden omdat zo het kwade geweten van zovelen kon worden ontlast. De Joden kon zo niet worden verweten dat ze zich als lammeren naar de slachtbank hadden laten voeren; de toeschouwers konden niet het verwijt krijgen dat ze niets hadden ondernomen tegen de massamoord; de koningin en regering in Londen kon men niet kwalijk nemen dat ze geen pogingen deden de Joodse onderdanen te redden en zelfs het personeel bij politie, overheid en spoorwegen dat had meegedaan aan de deportaties kon zo hooguit medewerking aan vrijheidsbeweging ten laste worden gelegd.

Volgens Vuijsje bood de "niet-geweten"-mythe dus de perfecte oplossing voor een collectief gewetensprobleem binnen de Nederlandse samenleving. In het algemeen kreeg zijn boek gunstige tot lovende recensies en werd het omschreven als een noodzakelijke correctie op de geschiedschrijving volgens Lou de Jongs "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog". Bart van der Boom laat in zijn boek eigenlijk geen spaan heel van het betoog van Vuijsje. Hij betoogt dat De Jong en anderen het wel degelijk bij het rechte eind hadden en dat het inderdaad zo is geweest dat niemand in Nederland echt notie had van de genocide die op dat moment plaatsvond.

Voor zijn boek heeft Van der Boom in eerste instantie 450 van de duizenden beschikbare dagboeken bekeken en daaruit een keuze gemaakt van 164 dagboeken voor nadere analyse. Deze 164 dagboeken vormen geen afspiegeling van de maatschappij. Joden zijn met 53 dagboeken oververtegenwoordigd; laag opgeleiden zijn sterk ondervertegenwoordigd. De auteur heeft er wel op gelet dat de dagboekschrijvers zoveel mogelijk ook rapporteurs zijn over hetgeen in hun directe omgeving gebeurde en over hoe tijdgenoten op gebeurtenissen en personen reageerden. Op basis van een nauwkeurige analyse komt hij tot de eindconclusie dat er grote onwetendheid was over wat de gedeporteerden op hun plaats van aankomst te wachten stond Het is die onwetendheid die moet dienen als sleutel om het gedrag te verklaren van zowel Joden als omstanders.

In zijn slotwoord wijst Van der Boom er terecht op tot welke uiteindelijke consequentie de these van Vuijsje zou moeten leiden. Als iedereen wél op de hoogte was van de genocide en verschrikkingen in de kampen hebben de Joden zich dus wel degelijk als makke schapen naar de slachtbank laten vervoeren, heeft bijna de voltallige Nederlanders bevolking vanwege hun passiviteit zich min of meer schuldig gemaakt aan ernstige medeplichtigheid, kunnen de ambtenaren, politie-agenten en spoorwegmensen allemaal bestempeld worden als oorlogsmisdadigers en hadden ook koningin en politici in de beklaagdenbankjes moeten zitten. En bij consequent doorredeneren, ook die van andere Europese landen waar immers precies hetzelfde gebeurde. Bovendien zou de gehele naoorlogse geschiedschrijving één groot complot zijn geweest.

Van der Boom stelt op het eind van zijn boek dat in het nu dominante geschiedbeeld het gelijksoortige gedrag van Joden en niet-Joden wordt verklaard uit twee verschillende motieven: de slachtoffers deden niets uit machteloosheid en de omstanders deden niets uit onverschilligheid. Die verklaring schiet echter tekort want, zoals de auteur in de ruim 400 pagina's daarvoor tot in detail heeft beschreven, de slachtoffers waren helemaal niet zo machteloos en de omstanders waren helemaal niet onverschillig. Hij beschrijft dat veel Joden onderduikmogelijkheden is aangeboden, maar dat men daar geen gebruik van heeft gemaakt. Ze waren allemaal van mening dat de risico's van onderduiken groter zouden zijn dan de risico's van het transport naar Oost-Europa. Betrapt worden door de Duitsers op een onderduikadres leverde gegarandeerd zware sancties op, meestal levensbedreigend. Het gevaar dat een deportatie naar Polen opleverde werd geringer geacht. Men zou er zwaar moeten werken en er zouden ongetwijfeld slachtoffers vallen, maar wie jong en sterk was had een kans, de oorlog zou niet al te lang meer duren en, ook geen onbelangrijk afweging, men kon anderen niet in de steek laten. Er gingen wel allerlei geruchten, maar wie kon in die periode een gerucht onderscheiden van lariekoek, overdrijvingen en oorlogspropaganda? Voor de omstanders golden soortgelijke afwegingen, waarbij ook de onwetendheid de keuze bepaalde.

Over die onwetendheid: Vuijsje lijkt in zijn poging een antwoord te geven op de vraag wat men nu wel of niet geweten heeft, gevallen te zijn voor de klassieke geschiedkundige fout: hineininterpretieren, ofwel de geschiedenis beoordelen aan de hand van de huidige of in elk geval latere kennis. Dat kan niet anders dan tot foute conclusies leiden. Het leidt bijvoorbeeld tot uitspraken dat men Hitler in 1932 had moeten vermoorden. Alsof iemand op dat tijdstip maar in de verste verte een vermoeden had wat er ging gebeuren. Adolf zelfs wist het niet eens. Tijdgenoten hadden bij het maken van hun beslissingen geen kennis van de afloop. Historici dienen zuiver te kijken naar de toenmalige stand van zaken, conform het adagium dat de Duitse historicus Leopold van Ranke al halverwege de 19e eeuw beschreef: "Geschichte soll bloss zeigen wie es eigentlich gewesen ist". Vuijsje interpreteert te makkelijk vanuit zijn wetenschap wat de uiteindelijke uitkomst was. Op basis daarvan interpreteert hij alle bronnen die hij voor zijn studie heeft gebruikt. Hij geeft sommige verklaringen gedurende de oorlogsperiode een interpretatie die gestoeld is op kennis van later. Waarbij hij bovendien de "fout" maakt, een tweede doodzonde zoals Van der Boom aantoont, dat hij nogal selectief omgaat met deze bronnen en vooral Lou de Jong zeer ernstig tekort doet.

Het meest vreemde is eigenlijk wel dat Vuijsjes betoog in zijn uiteindelijke consequentie niet alleen voor de niet-Joodse Nederlanders en de genoemde (overigens alle drie Joodse) historici vernietigend is, maar evenzeer voor de gehele Joodse bevolking. Mensen zijn rationele wezens die op basis van de beschikbare situatie proberen de juiste keuze te maken. Jezelf als een mak schaap melden bij de Hollandsche Schouwburg in de wetenschap dat je via Westerbork in beestenwagens naar Sibobor, Auschwitz of een vergelijkbaar afschrikwekkend oord zult worden vervoerd om direct via gifgas te worden vermoord en daarna verbrand, lijkt niet bepaald een rationele overweging. Van der Boom toont overtuigend aan dat de Joodse en niet-Joodse Nederlanders wel rationele afwegingen maakten, maar dat onwetendheid over wat er daadwerkelijk aan de hand was ervoor zorgde dat de verkeerde keuzes werden gemaakt. De Holocaust was een dermate groot en industrieel opgezet plan dat hij toen elk voorstellingsvermogen te boven ging. Dat doet hij in wezen nog steeds bij iedereen die nu leeft, die dus wél kennis heeft van de Holocaust en de herhalingen in Cambodja, Rwanda en Servië (om er een paar te noemen). Als wij het met al onze kennis nog amper kunnen bevatten, hoe konden Joodse of niet-Joodse Nederlanders het dan in het jaar 1942 in een willekeurige plaats in de provincie in een periode die nog niet door TV en internet werd gedomineerd? Zonder boekenkasten vol over hetgeen in de oorlogsjaren was gebeurd.

Met terugwerkende kracht lijkt het vreemd hoe gemakkelijk de these van Vuijsje geaccepteerd werd. De tijdgeest wellicht, want niet lang daarvoor kregen andere boeken met een vergelijkbaar uitgangspunt ook massale aandacht en bijval. Daarvan is "Hitlers gewillige beulen" van de Amerikaanse schrijver Daniel Goldhagen het bekendste voorbeeld. Binnen de Nederlandse context: de beroemde voetbalbons Karel Lotsy werd eind 20e eeuw door Frits Barend, André Swijtink en geestverwanten alsnog als collaborateur weggezet en ontdaan van alle eerbewijzen die hem ten deel waren gevallen. Pas recentelijk vroeg Frans van Kolfschooten eerherstel omdat Lotsy weinig anders zou hebben gedaan dan functioneren als een soort burgemeester-in-oorlogstijd.

Over die burgemeesters en ambtenaren, politie-agenten en spoorwegpersoneel werd en wordt ook steeds harder geoordeeld. Alsof niet slechts een minderheid met vol enthousiasme gecollaboreerd had en de meerderheid slechts lijdzaam zijn werk had gedaan. Niet erg heldhaftig, inderdaad, maar echte helden zijn dun gezaaid. En ook hier weer, de door Van der Boom bij herhaling naar boven gehaalde onwetendheid verhinderde dat zij weet hadden waaraan zij met hun lijdzame gedrag meewerkte. Er zijn historici die pleiten voor een grijze interpretatie van de geschiedwetenschap. In theorie valt daar weinig tegenin te brengen, maar in de praktijk wordt voor degenen die aan de zwarte kant stonden een steeds lichter tint grijs gebruikt en worden bij degenen die aan de witte kant stond ineens akelige donkergrijze kleuren gebruikt. De these van Vuijsje is daarvan een treffend voorbeeld. In essentie is de voltallige bevolking medeschuldig. Het boek van Van der Boom is een welkome reactie daarop en zorgt er wellicht voor dat degenen die de laatste twee decennia steeds zwarter werden afgeschilderd, weer meer de lichte of zelfs witte tint toegewezen krijgen die hen toebehoort.

De Holocaust staat centraal in ons collectieve geheugen en daarmee ook de vragen hoe dat in hemelsnaam heeft kunnen gebeuren en wat de mensen toen echt geweten hebben. Vragen waarop wellicht nooit het antwoord komt dat alle verdere vragen overbodig maakt en iedereen voor eens en voor altijd overtuigd. Het boek van Van der Boom komt echter wel erg dicht in die richting. Voor iedereen die in dit onderwerp geïnteresseerd is, is het dus een echte must om dit boek te lezen.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Frans van den Muijsenberg
Geplaatst op:
26-04-2013
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen