Martin King is een Brits historicus en specialiseerde zich in militaire geschiedenis. Hij werkte als schrijver, historisch adviseur en presentator van verschillende tv-producties. Ook heeft hij het boek “Voices of the Bulge” geschreven over de ervaringen van veteranen die deelnamen aan het Ardennenoffensief. Hij sprak daarvoor met een groot aantal oud-strijders, voornamelijk Amerikaanse mannen. King begon zich af te vragen hoe het zat met de vrouwelijke overlevenden van die slag. Hij wist namelijk dat er tijdens die slag veel verpleegsters werkzaam zijn geweest. Toch had hij nog nooit een van die vrouwen gesproken.

Op een zekere dag in 2007 hoorde de auteur iets over een bijzondere verpleegster, genaamd Augusta Chiwy. Een zwarte verpleegster, Belgisch staatsburger, die was geboren in Belgisch Congo. In zowel het boek “Band of Brothers” als de daarop gebaseerde miniserie werden haar heldendaden heel kort benoemd. Haar bijzondere rol tijdens de oorlog fascineerde King. Hij probeerde meer informatie over haar als persoon te krijgen en hij probeerde de reden te vinden waarom bijna niemand iets meer van haar bestaan afwist.

De zoektocht van Martin King naar de zwarte verpleegster had succes: hij vond Augusta Chiwy in 2009 in een verzorgingstehuis in Jette bij Brussel. Ze was daar opgenomen, omdat ze een complexe angststoornis had. In de maanden daarna kwam de auteur vele keren op bezoek bij Augusta. Hij peuterde stukje bij beetje informatie los over haar verhaal van grote moed en overlevingsdrang te midden van de verschrikkelijke slag om Bastogne. Die gesprekken nam de auteur op met zijn draagbare voicerecorder en in 2011 publiceerde hij een roman over deze bijzondere verpleegster.

Het boek is verdeeld in hoofdstukken aan de hand van de dagen waarop het Ardennenoffensief heeft plaatsgevonden. Het eerste hoofdstuk gaat over de gebeurtenissen op 16 december 1944 en het laatste hoofdstuk over de gebeurtenissen op 27 december 1944. Elk hoofdstuk begint met een kort fragment dat letterlijk is overgenomen uit de gesprekken die Martin King met Augusta Chiwy gevoerd heeft. Per fragment wordt ook de opnamedatum weergegeven. Het boek eindigt met een hoofdstuk onder de titel “Het leven van Augusta Chiwy in beeld”. In dit hoofdstuk staan verschillende foto's van Augusta en andere personen die in het verhaal een rol spelen, zoals de arts Jack Prior.

“De vergeten verpleegster” is het beste te omschrijven als een historische roman gebaseerd op waargebeurde feiten. De militaire zaken die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, zoals de opmars van eenheden, namen van commandanten en beschrijvingen van wapens en materieel, heeft de auteur daarbij nauwkeurig uitgewerkt. Deze informatie wordt door de auteur op een meeslepende manier vermengd met fictie. Dit doet de auteur door in het boek verschillende verhaallijnen van onder meer Augusta als verpleegster, Jack Prior als arts, Priceless en Wyrick als brancardiers en sergeant Virgil Dean als schurk op een boeiende manier in elkaar te vlechten. Minpunt hierbij is dat de verschillende verhaallijnen niet altijd duidelijk gescheiden worden, bijvoorbeeld door middel van een witregel.

Uit het laatste hoofdstuk met foto’s van de hoofdpersonen blijkt dat de meeste personen uit het verhaal daadwerkelijk bestaan hebben. Van Virgil Dean zijn geen foto’s opgenomen, waardoor het voor de lezer ook niet duidelijk wordt of hij echt bestaan heeft. Ook is het voor de lezer niet duidelijk waar de feiten ophouden en de fictie begint. Zo is het bijvoorbeeld niet helder of Augusta ook echt bijna verkracht is door de kwaadaardige sergeant Virgil Dean. Daarnaast is het samenvloeien van de verhaallijnen niet altijd even realistisch, waardoor het voor de lezer onduidelijk is of de personen uit het verhaal elkaar echt zo vaak tegenkwamen en gezamenlijke ervaringen hadden.

Doordat de oorlog voornamelijk beschreven wordt door de ogen van een verpleegster zorgt dat voor een originele kijk op de gevechten tijdens het Ardennenoffensief. De gebeurtenissen worden op een rauwe manier beschreven, waarbij verwondingen tot in gruwelijke details vermeld worden. Dit is misschien schokkend, maar het schudt de lezer wel wakker voor de harde werkelijkheid van de verschrikkingen van een oorlog.

Positief is ook dat de auteur niet schuwt om de Amerikaanse soldaten als gewone mensen af te beelden. Hij besteedt meerdere malen aandacht aan de vooroordelen van de Amerikanen en hun discriminatie van zwarte mensen. In het boek krijgt dit voornamelijk vorm door de gebeurtenissen rond Virgil Dean die Augusta discrimineert en mishandelt.

De auteur heeft een boek geschreven dat toegankelijk is voor een breed publiek. Door het taalgebruik en de mix van feiten en fictie is het boek geschikt voor de jongere lezers. Ook zal het boek vrouwelijke lezers misschien meer aanspreken dan boeken die puur over de gevechtshandelingen gaan. Toch biedt het boek ook voor de kenners een originele kijk op de slag om Bastogne. Daarom is dit voor iedereen een interessant en aantrekkelijk boek om te lezen.