Titel: | De man die naar Auschwitz wilde |
Schrijver: | Denis Avey & Rob Broomby |
Uitgever: | House of Books |
Uitgebracht: | april 2011 |
Pagina's: | 318 |
ISBN: | 9789044329520 |
Omschrijving: |
Denis Avey diende tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Britse 7th Armoured Division. Hij vocht in de woestijn van Noord-Afrika tegen de Italianen en Rommels Afrikakorps, totdat hij in1943 krijgsgevangen werd genomen. Tot zover geen uniek verhaal, maar daar kwam verandering in toen hij in de zomer van 1944 in een krijgsgevangenenkamp in Polen terecht kwam, dat onderdeel uitmaakte van een conglomeraat van kampen, waaronder het beruchte concentratiekamp Auschwitz. De jonge Brit werd tewerkgesteld op het terrein waar dwangarbeiders in opdracht van het Duitse chemieconcern I.G. Farben een fabriek voor de productie van Buna, synthetisch rubber, bouwden. Daar kwam hij ook in contact met de Joodse gevangenen van het nabij het krijgsgevangenenkamp gelegen concentratiekamp Monowitz, ook wel bekend als Auschwitz III. Hij aanschouwde de onmenselijke omstandigheden waaronder de Joden tewerkgesteld werden en zag hoe velen het leven lieten. Om nog beter te weten te komen welke misdaden plaatsvonden in Monowitz, zodat hij er na de oorlog over kon getuigen, besloot hij voor een nacht van plek te ruilen met een bevriende Joodse gevangene. In de gestreepte pyjama van zijn vriend verbleef hij twee keer een nacht in het kamp, waar hij gruwelijke dingen zag. Het maakte op hem zo’n aangrijpende indruk, dat hij hier pas sinds enkele jaren over heeft kunnen praten. Na jarenlang gezwegen te hebben, deed Avey in 2003 op de lokale radio voor het eerst zijn verhaal. Eigenlijk was hij uitgenodigd om te spreken over oorlogspensioenen, maar toen hij eenmaal begon met praten stopte hij niet en deed hij uitvoerig uit de doeken over zijn ervaringen gedurende zijn krijgsgevangenschap en zijn twee bezoeken aan Monowitz. Daarna kwam hij in contact met Rob Broomby, een verslaggever van de BBC. Aveys verhaal kreeg internationale aandacht. Hij werd in 2010 uitgenodigd op Downing Street 10, waar de toenmalige premier Gordon Brown hem benoemde tot één van de zevenentwintig Helden van de Holocaust. In 2011 volgde dit boek, dat hij samen met Rob Broomby schreef. In het in de ik-vorm geschreven boek vertelt Avey over zijn ervaringen aan het front en zijn na-oorlogse leven, maar de meeste aandacht gaat natuurlijk uit naar de “ruil” die hem twee keer doelbewust in Monowitz deed belanden. Dat dit hem lukte was mede te danken aan de sigaretten die hij van thuis ontving en waarmee hij een Kapo kon omkopen. In een schuurtje op de bouwplaats ruilden Avey en de Joodse gevangene van kleding en vervolgens namen ze elkaars plek in. Vanzelfsprekend was dit voor beiden een groot risico, maar ze werden niet verraden en keerden beide keren een dag later weer terug in hun eigen kamp. Veel meer dan hij toch al wist kwam Avey in Monowitz niet te weten, want de gaskamers – waar hij enkel van gehoord had – bevonden zich niet daar maar in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Maar wel zag hij met eigen ogen de erbarmelijke omstandigheden in het kamp en het lijden van de gevangenen. Behalve lof voor zijn moedige daad kreeg Avey ook kritiek, want niet iedereen gelooft dat hij wat betreft de persoonswisseling de waarheid spreekt. Sceptici voeren aan dat een andere Britse krijgsgevangene, Charles Coward, al vele jaren eerder hetzelfde verhaal vertelde en dat Avey dit mogelijk overgenomen heeft. Ook vinden ze het merkwaardig dat Avey zo lang gezwegen heeft en menen ze dat bepaalde beweringen in het boek niet kloppen. Zo beweert Avey in Monowitz onder de poort met de beruchte leus “Arbeit macht Frei” door gelopen te hebben, maar die poort zou zich niet in Monowitz, maar in het hoofdkamp in Auschwitz bevonden hebben (waar deze zich nog steeds bevindt). Bewijs dat deze poort zich niet in Monowitz heeft bevonden is er echter niet en ook andere getuigen, waaronder Primo Levi, beweren dat ook Monowitz beschikte over eenzelfde poort. In elk geval het grootste deel van het verhaal lijkt zeker niet verzonnen te zijn en de feiten zijn na te checken aan de hand van de namen die genoemd worden. Meest overtuigend is het contact dat Rob Broomby tot stand wist te brengen tussen Avey en de zus van een Joodse gevangene die hij gekend heeft. Zonder dat Avey het wist had de man de oorlog overleefd, maar inmiddels was hij overleden. Zijn getuigenis werd echter vastgelegd door Steven Spielbergs Shoah Foundation en hierin verwijst hij naar Avey die gedurende hun gezamenlijke gevangenschap voor hem contact met thuis had gelegd en sigaretten voor hem meegesmokkeld had naar het bouwterrein. Maar concreet bewijs van de persoonsverwisseling ontbreekt. Getuigen zijn er vast niet meer, dus we zullen waarschijnlijk nooit een onweerlegbare bevestiging kunnen krijgen. Lezers zullen zelf een oordeel moeten vellen. Meeslepend is het verhaal echter ook voor de sceptische lezer. Dankzij de prettige schrijfstijl is het een boek dat de herinnering aan de Holocaust bij een brede doelgroep levend kan houden. |
Beoordeling: | Zeer goed |