Kriegsorden des Deutschen Kreuzes

Het Duitse Kruis (Deutschen Kreuz) is ingesteld op 28-09-1941 door Hitler, omdat hij vond dat er een extra onderscheiding moest komen als eerbetoon voor het toenemende aantal militaire prestaties aan het front. Hitler vond het gat tussen het IJzeren Kruis 1ste klasse (Eisernes Kreuz 1. Klasse) en het Ridderkruis bij het IJzeren Kruis (Ritterkreuz des Eizernen Kreuzes) en tussen het Kruis voor Krijgsverrichtingen 1ste klasse (Kriegsverdienstkreuz 1. Klasse) en het Ridderkruis voor Krijgsverrichtingen (Ritterkreuz des Kriegsverdienstkreuzes) te groot was en om toch de moedige prestaties van de soldaten te kunnen onderscheiden, gaf hij aan professor Klein uit München de opdracht om een nieuwe onderscheiding te ontwerpen.

Het Duitse Kruis kwam in 2 varianten namelijk het Duitse Kruis in Goud (Deutschen Kreuzes ins Gold) en het Duitse Kruis in Zilver. (Deutschen Kreuzes ins Silber) Het enige uiterlijke verschil tussen de 2 varianten is de kleur van de laurierbladeren krans.
Het Duitse Kruis in Goud kon worden uitgereikt voor heldhaftige prestaties aan het front, maar waar het Ridderkruis niet voor werd uitgereikt. Het Duitse Kruis in Zilver kon worden uitgereikt voor bijdrage aan de oorlogsinspanning, gecentreerd rond moed en dienstverlening, die niet direct in verbinding stond met de militaire frontlijn acties, maar waar het Ridderkruis.
Ondanks dat het Duitse Kruis ingesteld werd om deze grote overgangen te dichten, is het Duitse Kruis een aparte onderscheiding en geen uitbreiding van de IJzeren Kruis of Kruis voor Krijgsverrichtingen lijn. Het kwam wel veelvuldig voor dat na het ontvangen van het IJzeren Kruis 1ste klasse of het Kruis voor Krijgsverrichtingen 1ste klasse eerst het Duitse Kruis werd uitgereikt en later pas het Ridderkruis, echter zijn er ook vele Ridderkruis ontvangers die het Duitse Kruis nooit ontvangen hebben.

De eerste uitreikingen van het Duitse Kruis vonden plaats op 18-10-1941. Het was ook mogelijk dat 1 persoon met beide varianten werd onderscheiden. Alle leden van de SS die werden onderscheiden met het Duitse kruis, kwamen ook gelijk automatisch in aanmerking voor de SS-Doodshoofdring.

Het Duitse Kruis werd op de rechterborstzak gedragen en dan boven het Spanje Kruis (Spanien-Kreuz) als de ontvanger hiervan in het bezit was. Wanneer men de beide Duitse Kruis varianten bezat, dan werden deze onder elkaar gedragen en niet naast elkaar. Het Duitse Kruis werd uitgereikt in een zwarte vierkant doos. De binnenkant bestaat uit een zwarte fluwelen bodem, met een uitsparing voor de speld en het deksel is bekleed met witte zijde. Aan de buitenkant van het deksel is er een dunne gouden of zilveren lijn geplaatst. Deze lijn geeft de corresponderende variant aan. Te samen met de uitreiking kwam er een verleningsdocument. Dit is een groot stevig document met aan de bovenkant een afbeelding van het Duitse Kruis. Er bestaan zowel bij het Duitse Kruis in Goud als bij het Duitse Kruis in Zilver document 2 verschillende geprinte tekst versies. Ook bestaan er documenten waarbij de links onderin staande inktstempel vervangen is door een grote in reliëf gedrukte stempel. De uitreiking werd tevens vermeld in het Soldbuch. Enkele bekende producenten zijn: (1) Deschler & Sohn uit München, (4) Steinhauser & Lück uit Lüdenscheid, (20) C.F. Zimmermann uit Pforzheim, (21) Gebrüder Godet & Co uit Berlijn, (134) Otto Klein uit Hanau.

In totaal ontvingen 14 militairen zowel het Deutsches Kreuz im Gold (DKiG) als het Deutsches Kreuz im Silber (DKiS). Dit waren:
Robert Bader: DKiG 18.03.1945 & DKiS 14.02.1943;
Jürgen Bennecke DKiG 30.01.1945 & DKiS 15.02.1943;
Wolfgang Bucher DKiG 23.02.1944 & DKiS 14.02.1943;
Hans Hecker DKiG 19.02.1942 & DKiS 19.02.1942;
Odilio L. Globocnik DKiG 07.02.1945 & DKiS 20.01.1945;
Franz Kaiser DkiG 01.0311945 & DKiS 08.07.1943;
Paul H. Meixner DKiG 11.02.1943 & DKiS 06.06.1942;
Ernst Merk DKiG 11.02.1944 & DKiS 06.06.1942;
Helmut Moeller-Althaus DKiG 15.12.1943 & DKiS 30.05.1942;
Walther Rauff DKiG 07.02.1945 & DKiS 20.05.1943;
Felix Schwalbe DKiG 07.12.1944 & DKiS 30.10.1943;
Alfred Thielmann DKiG 08.11.1944 & DKiS 03.12.1942;
Paul W. Zieb DKiG 28.09.1944 & DKiS 18.05.1944;
Bodo Zimmermann DKiG 25.09.1944 & DKiS 15.02.1943.