Het "Strijd en Offer" Draagteken werd in 1941 ingesteld ter ere van het 10-jarig bestaan van de NSB.
Dienst "Strijd en Offer"
De Dienst "Strijd en Offer" werd in augustus 1941 opgericht en was gevestigd in Den Haag. De Dienst was belast met alle zaken omtrent het "Strijd en Offer" Draagteken en werd bijgestaan door een 'Centralen Eereraad' als adviserend college. De leden van de 'Eereraad' werden door Anton Mussert benoemd. In elk NSB-district werd een districtsbureau gevestigd. De chef van de Dienst "Strijd en Offer" ging over de benoeming en ontslagen van ereraden-leden in Nederland. Een hoofdtaak van de Dienst was de administratie van aanmeldingsformulieren van vijf-jaren insigne-dragers om in aanmerking te komen voor het "Strijd en Offer" Draagteken.
Ereraden
Door heel Nederland werden in alle NSB-districten zogenaamde ereraden opgericht. Het totale aantal leden van deze ereraden bedroeg ongeveer 130 en waren uitsluitend NSB-leden met verschillende achtergronden. Deze leden werden in oktober 1941 door Anton Mussert beëdigd.
De ereraden hadden de taak om uit alle dragers van het vijf-jaren insigne (20.000 leden) te beslissen wie in aanmerking kon komen voor het "Strijd en Offer" Draagteken. Een centraal ereraad had de taak om te zorgen dat de maatstaven, die voor de beoordeling moesten worden aangelegd, voor alle districten gelijk waren.
"De toekenning van het eere teeken is een erezaak en daarom zal zij geschieden door een eereraad, bestaande uit oude leden, die hebben getoond vasthoudende strijders te zijn" - Anton Mussert, Oktober 1941.
Eisen:
Het "Strijd en Offer" Draagteken is bedoeld voor de NSB-leden die langer dan vijf jaar lid van de Beweging zijn en "niet alleen werk hebben verricht, doch buitengewone offers hebben gebracht".
Officiële richtlijnen:
1. Het lid moet in het bezit zijn van het vijf-jaren insigne van de NSB
2. Het lid moet gediend hebben overeenkomstig "ons Leidend beginsel".
3. Het lid moet gedurende zijn diensttijd onafgebroken gewerkt hebben, de werkzaamheden moeten aangevangen zijn binnen één jaar na aanmelding voor het lidmaatschap.
of
Het lid moet 90 % van zijn diensttijd in de Beweging gewerkt hebben. Als aanvang van den diensttijd wordt aangenomen 6 maanden na aanmelding als lid.
Niet in aanmerking komen:
1. Zij, die de Beweging verloochend hebben gedurende de oorlogsdagen.
2. Zij, die na afloop van de verkiezingen in 1937 hun werkzaamheden langer dan een half jaar gestaakt hebben.
3. Zij, die na het uitbreken van den oorlog op 3 September 1939, tot op heden, hun werkzaamheden langer an een half jaar hebben neergelegd, mits het neerleggen der werkzaamheden geen verband houdt met het dienst nemen in eenig oorlogsverband.
4. Zij, die veroordelingen gehad hebben in verband met feiten, welke in strijd zijn met de moraal en de "goede zeden" van het nationaal-socialisme.
5. Zij, die de formulieren foutief, onvolledig of zelfs in het geheel niet hebben ingevuld, of gevraagde nadere gegevens hebben weggelaten.
- "Gij moet er voor zorgen dat niemand het eereteeken ontvangt, die er niet 100 procent recht op heeft" - Anton Mussert aan de Ereraden. Oktober, 1941.
Dit ereteken werd ook aan ouders of echtgenoten van gesneuvelden NSB-leden, maar dan als plaquette.
Het draagteken
Het draagteken is een ronde messing speldje van 25mm met een goudkleurige rand. Bovenaan de woorden:
"Strijd" en "Offer"
Het middenstuk bestaat uit het NSB-embleem met daaronder een wolfsangel met aan weerszijde een lauwerkrans. Op de achterkant staat een stamboeknummer van de ontvanger.
Het draagteken werd op de linkerborstzak gedragen, in plaats van het vijf-jaren insigne.
Het "Strijd en Offer" Draagteken is verbonden aan de lidmaatschap van de NSB. Bij ontslag moet het draagteken dan ook weer ingeleverd worden.
De eerste draagtekens werden op 13 december 1941 door Anton Mussert uitgereikt. In februari 1945 kondigde de NSB aan dat er door omstandigheden "voorlopig" niet kon worden "overgegaan" tot de uitreiking van verdere onderscheidingen.
Varianten
Er bestaat een 'Verduitste' variant op het draagteken, zonder Wolfsangel en zwarte emaille. Ook dit is een ronde speld, maar vrjwel geheel goudkleurig met in het midden het NSB-embleem vrijwel geheel omringd met diverse lauwerkransen. De leus "Strijd en Offer" is rond het embleem gedrapeerd. Ook bestaat er een mogelijke proefdruk van het draagteken, welke nimmer offifcieel is uitgegeven. Deze versie bestaat uit het NSB-embleem met daaronder gekruiste degens. Goudkleuring gelijst:
boven: STRIJD I OFFER
onder: lauwerkrans.
Zie voor een foto van deze variant en mogelijke proefdruk het boek "Distinctieven der Beweging" van Karsten, blz. 55-56.