De Royal Victorian Orde werd in 1896 door koningin Victoria ingesteld, in 1936 werden door koning Edward VIII vrouwen tot de Orde toegelaten. De Orde wordt toegekend aan hen die zich persoonlijk verdienstelijk hebben gemaakt voor de monarch. Omdat het een Huisorde betreft is toekenning uitsluitend voorbehouden aan de Britse Koning(in).
Er zijn vijf graden: Grootkruis Victoriaanse Orde -GCVO; Ridder (Dame) Victorian Orde -K(D)VO; Commandeur Victoriaanse Orde -CVO en Lid 4de of 5de graad in de Victoriaanse Orde. Niet-Britten die de Orde ontvangen worden aangeduid als "buitengewone leden". Dragers van beide hoogste graden worden in de adelstand verheven.
De medaille van de Orde toont een Maltezer Kruis met het motto: "Victoria", de initialen "VRI" en een keizerskroon. Het lint is 38 mm breed en paars van kleur. Aan beide randen bevinden zich twee smalle rode strepen met daar tussenin een witte, even breed als de rode.
Aan de Orde verbonden is de Royal Victorian Medal die wordt uitgereikt wegens militaire verdiensten voor de monarch.