Evenals aan de vooravond en bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, zag de Verenigde Staten de dreiging in Europa in de jaren dertig vooral als een Europese aangelegenheid. De gemiddelde Amerikaan vond dat men genoeg problemen had in eigen land. De Verenigde Staten begon langzaam maar zeker uit de Grote Depressie van de jaren dertig op te klimmen. Niet iedere Amerikaan was echter die mening toegedaan. Zeker naarmate de aanvang van het conflict eind jaren dertig dichterbij kwam raakten meer en meer Amerikanen ervan overtuigd dat het hier om een conflict om het voortbestaan van de democratie zou gaan en dat vroeg of laat de Verenigde Staten er automatisch bij betrokken zou worden.
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog was iedere natie ervan overtuigd dat de Verenigde Staten een blijvende rol zou gaan spelen in de handhaving van de internationale stabiliteit. De ideeën van de toenmalige president Woodrow Wilson zouden echter leiden tot een toename in de zelfbeschikking van vele onderdrukte naties. De koloniale invloeden van landen als Duitsland en Groot-Brittannië namen hierdoor flink af, evenals hun economische invloed.
Wilson had dit onvoldoende ingeschat; dat gold ook voor de politieke krachten in eigen land. Het Verdrag van Versailles en toetreding tot de Volkenbond werden door de Amerikaanse Senaat afgewezen, zonder dat hij er iets aan kon doen. In de gehele wereld bleken de afspraken die voortvloeiden uit "Versailles" niet meer dan papieren tijgers en de Volkenbond dreigde een machteloos orgaan te worden. De economische situatie in Europa dreigden dit werelddeel regelrecht in een revolutie te storten. Rusland werd vervangen door de communistische Sovjet-Unie en elders dreigden revoluties (in onder andere Duitsland en Nederland) hetzelfde gevolg te hebben.
In de jaren twintig tekende zich in toenemende inflatie op de geldmarkten af. De Duitse economie stortte ineen. Toen in 1929 de beurs in Wall Street ineenstortte was de chaos compleet. Vanaf die bewuste donderdag 29 oktober bleven de koersen tot in 1932 dalen. De Verenigde Staten kende in 1933 bijna 12 miljoen werklozen. Op 11 mei 1931 was de geldmarkt in Wenen ineengestort en op 21 september 1931 zegde Groot-Brittannië de gouden standaard (de waarde van het geld was gekoppeld aan de waarde van goud) vaarwel. Fascisme en nationaalsocialisme vonden hierin hun voedingsbodem.
Het jaar 1933 zou de wereld veranderen. In Duitsland kwam Hitler op democratische wijze aan de macht. In de Sovjet-Unie werd Stalin absoluut leider en consolideerde hij zijn dictatoriale macht door zijn tegenstanders uit de weg te ruimen. In de Verenigde Staten ten slotte trad een tijdperk in waarmee voor de volgende twaalf jaar het presidentschap aan één man toekwam, Franklin Delano Roosevelt.
De belangrijkste taak waar Roosevelt in 1933 voor kwam te staan was het oplossen van de gigantische economische crisis. Met de hulp van een team van knappe koppen werd het beroemd geworden New Deal-programma opgezet. Het basisidee achter de New Deal was dat er meer werd geproduceerd dan er behoefte was en dat grote ondernemingen zich mede moesten bekommeren om het algemene welzijn. In dit kader werden vele nieuwe wetten aangenomen. Al deze wetten beoogden ingrijpende veranderingen in de verhoudingen in het economische leven. De situatie van arbeiders werd sterk verbeterd. Hoewel de New Deal niet de Depressie oploste werd de situatie hierdoor wel voor velen draaglijker gemaakt. De Verenigde Staten werd een moderne welvaartsstaat met sociale voorzieningen en meer rechten voor arbeiders. Toen in 1939 de Tweede Wereldoorlog losbarstte, was het programma nog lang niet voltooid. Toch zou de Tweede Wereldoorlog veel door de New Deal ingezette ontwikkelingen in een stroomversnelling doen komen.
De Japanse opmars in China in 1937 tastte direct de economische belangen van de Verenigde Staten aan. De Verenigde Staten veroordeelde de Japanse agressie dan ook openlijk. De spanning tussen de twee landen nam snel toe. Alle Japanse bezittingen in de Verenigde Staten werden in 1940 totaal bevroren en Japan werd economisch en commercieel geblokkeerd. Lange tijd was de Amerikaanse politiek doordrongen van de zogenaamde isolationistische gedachte. Dit hield in dat men vond dat de ware belangen van de Verenigde Staten thuis lagen, binnen de eigen grenzen. De economische problemen in eigen land versterkten het isolationisme alleen maar. Bij ieder gewapend conflict ergens in de wereld verschuilde het land zich achter allerlei neutraliteitswetten en verbood het aldus ieder wapenleverantie aan oorlogvoerende mogendheden. Dat democratische landen hiervan de dupe werden was niet van belang, want binnen de eigen grenzen was de Verenigde Staten veilig. Openlijk vond men dat het land zich afzijdig moest houden van het Europese conflict. Roosevelt liet echter voorzichtig doorschemeren dat dit niet lang zou duren. Bij de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië en Frankrijk aan Duitsland liet hij al openbaar doorschemeren dat de Verenigde Staten dan wel neutraal was, maar dat hij niet kon verlangen dat iedere Amerikaan dat ook zou zijn. Veel Amerikanen zagen dit als een oproep en meldden zich vrijwillig om Groot-Brittannië te gaan helpen. Hieruit zijn onder andere het beroemde Eagle Squadron ontstaan (een RAF-squadron van Amerikaanse vrijwilligers in Groot-Brittannië) en de AVG, een groep Amerikanen die vrijwillig met de Chinezen tegen Japan vochten en beroemd zijn geworden als de Flying Tigers.
Door zijn omslachtige en voorzichtige manier van voorbereiding op de Amerikaanse inmenging in het conflict wist Roosevelt langzaam maar zeker steeds meer Amerikanen te winnen voor een betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog. In 1940 wist hij nog de verkiezingen te winnen door onder andere te beloven dat Amerikaanse burgers niet zouden worden ingezet in een buitenlandse oorlog. Hij had echter al in november 1939, direct na de Duitse inval in Polen, ervoor gezorgd dat het verbod op de wapenexport door het Congres werd opgeheven. Middels een "Cash and Carry"-overeenkomst konden de landen rechtstreeks Amerikaanse wapens kopen. De defensiebegroting werd drastisch opgeschroefd. Toen in 1940 West-Europa onder de Duitse laars viel en Frankrijk werd bezet nam het Congres de beroemd geworden "Lend-Lease"-wet aan. Dit hield in dat de president eigenhandig wapens kon leveren indien hij dit voor de veiligheid van de Verenigde Staten nodig achtte. De wapens zouden eigendom van de Verenigde Staten blijven en na de oorlog worden teruggegeven. Ze werden als het ware geleend. Het land werd zodoende een wapendepot voor de geallieerden.
Langzaam maar zeker werd de Verenigde Staten in het conflict gezogen. Toen binnen de territoriale wateren schepen door U-boten tot zinken werden gebracht begon de Amerikaanse marine met patrouilles. Toen Amerikaanse schepen zelf het slachtoffer werden begon men schepen openlijk te escorteren. Langzaam maar zeker werd de escorterende taak uitgebreid tot ver op de Atlantische Oceaan. Uiteindelijk nam de Verenigde Staten zelf Britse bases over op IJsland en werd de gehele route tot aan IJsland beschermd door de Amerikaanse marine.
In de zomer van 1941, nog voor de Japanse aanval op Pearl Harbor, was de Verenigde Staten alleen nog maar formeel neutraal. Het land was echter in de praktijk al op grote schaal bij het conflict betrokken. De Lend-Lease-wet zou worden uitgebreid naar de Sovjet-Unie en er werden omvangrijke economische sancties getroffen tegen Japan. Op 10 augustus 1941 kwamen Churchill en Roosevelt bijeen aan boord van een voor de kust van Newfoundland gelegen marineschip. Hier werd door hen een verklaring opgesteld die de beginselen bevatte voor de toestand van de wereld na de oorlog. In de door hen opgestelde slotverklaring werden in feite de beginselen neergelegd op welke basis na de Tweede Wereldoorlog het recht op zelfbeschikking van naties werd vastgelegd. Wat echter belangrijker was, is dat hier de basis werd gelegd voor de internationale samenwerking die wij zouden gaan leren kennen als de Verenigde Naties.
De verhoudingen tussen Japan en de Verenigde Staten waren zo ernstig bekoeld door het Amerikaanse handelsembargo dat een gewapend treffen slechts een kwestie van tijd leek. Het embargo had de doorvoer van grondstoffen naar Japan nagenoeg tot staan gebracht en Japan voelde zich genoodzaakt om de grondstoffen desnoods zelf met geweld te bemachtigen. Men had dan ook de zinnen gezet op de machtige olievelden van Nederlands-Indië. Japan wist echter goed dat de Verenigde Staten dat niet zomaar zou toestaan en wist derhalve ook dat een oorlog onvermijdelijk was. De zaak werd op de spits gedreven toen in juli 1941 Japan Frans-Indo-China bezette om aan grondstoffen te komen. Washington reageerde door bevriezing van alle Japanse kredieten. De Japanse legertop had al in oktober besloten de Verenigde Staten aan te vallen, maar diplomaten probeerden nog door onderhandelingen een treffen te vermijden. De Japanse eisen in die onderhandelingen waren echter onacceptabel. Japan wilde de vrije hand in Azië, terwijl de Verenigde Staten terugtrekking van alle Japanse troepen eiste.
Op 25 november 1941 was het geduld van de Japanse generaals op en verliet een grote Japanse vloot de Koerilen. Op 7 december 1941 overvielen zij Pearl Harbor. Zonder zelf een keuze te maken was de Verenigde Staten bij het conflict betrokken geraakt, vooral toen Duitsland en Italië haar eigenhandig op 11 december 1941 de oorlog verklaarden.