De Hr. Ms. Christiaan Cornelis werd in 1905 in dienst gesteld als Hr. Ms. K 2. Het was het enige schip uit de K-klasse torpedoboten welke tijdens de Duitse inval in Nederland in mei 1940 nog in dienst was. He schip werd op 13 mei 1940 door de eigen bemanning tot zinken gebracht nadat het ernstig beschadigd was geraakt door Duits afweervuur.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Maatschappij
voor Scheeps- en Werktuigbouw Fijenoord, Rotterdam |
1904 |
1 september
1905 |
28 december
1905 |
13 mei 1940 (afgezonken) |
Bouwnummer :
? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
28 december 1905 |
Koninkijke
Marine |
|||
1939 |
13 mei 1940 |
Onderzoekings-
en Bewakingsdienst Bovenrivieren (OBB), Kon. Mar. |
De torpedoboot Hr. Ms. K 2 werd in 1904 op stapel gezet op de scheepswerf van de Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw Fijenoord in Rotterdam. Het was het tweede schip uit de K-klasse (1905) torpedoboten. Op 1 september 1905 werd het schip te water gelaten en op 28 december van dat jaar afgeleverd aan de Koninklijke Marine.
Het 30 meter lange schip, met een breedte van 3,60 meter, had bij een waterverplaatsing van 47.9 ton een diepgang van 1,72 meter. De drievoudige expansie stoommachine in combinatie met de kolengestookte cilindrische boiler leverden een vermogen van 592 pk (441 kW), waarmee een topsnelheid van 18,6 knopen (34,4 km/u) kon worden bereikt. Met een kolenvoorraad van 5 ton kon, kon bij een kruissnelheid van 9 knopen een afstand van 930 km worden afgelegd. De 12 bemanningsleden hadden de beschikking over een 37 mm 37/20 kanon en twee 450 mm torpedolanceerbuizen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de achterste torpedolanceerinstallatie verwijderd en werd in de boeg een 356 mm torpedolanceerinstallatie geplaatst.[1]
In 1914 werd de Hr. Ms. Christiaan Cornelis toegevoegd aan de Hr. Ms. Bonaire in Hellevoetsluis ten behoeve van oefeningen voor machinist-leerlingen. Datzelfde jaar bracht het schip samen met de Hr. Ms. Makjan een bezoek aan Maastricht. Bijzonder hierbij is dat de reis heen en terug via de Zuid-Willemsvaart werd afgelegd en daarbij dus deels over Belgisch grondgebied ging. Hierbij passeerden dus neutrale schepen de grens van een oorlogvoerend land.[2]
Aan de vooravond van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was de Christiaan Cornelis ingedeeld bij de Onderzoekings- en Bewakingsdienst Bovenrivieren (OBB). Om 04.30 uur op 10 mei 1940 verliet het schip samen met de Hr. Ms. Cressy (stoomsloep 121) haar ligplaats in Nijmegen bij de PGEM centrale, waarbij getracht werd met het 37 mm boordkanon het logementschip Hr. Ms. Wilhelmina tot zinken te brengen. Na uitvoering van de bewakingsopdrachten werd richting Merwede vertrokken en om 21.00 uur op 10 mei 1940 positie ingenomen als bewakingsschip bij de mijnversperring Beneden Merwede (nabij Gorinchem).[3]
Op 11 mei 1940 had men in Gorinchem 12 ton munitie met vrachtwagens aangevoerd, bestemd voor het geschut in Beijerland. DE munitie werd ingeladen in het motorschip m.s. De Twee Gezusters met als schipper Arie van Meeteren. Het transport stond onder bevel van de Zeemilicien 1e Klasse G. Fongers die assistentie had van Zeemilicien 2e Klasse M. de Vries. Men trachtte het schip onder de ogen van de Duitsers bij de bruggen tussen Dordrecht en Zwijndrecht door te varen, wat door zwaar afweervuur van de Duitsers mislukte. Terug in Gorinchem kreeg het schip een escorte aangewezen in de vorm van de Hr. Ms. Christiaan Cornelis. Opnieuw vertrok De Twee Gezusters, ditmaal naast van Meeteren en Fongers, de vrijwilligers Sergeant der Vaartuigendienst J.H. van Haaften en Pontonnier B. van den Berg als stuurman aan boord. De Christiaan Cornelis stond onder bevel van Reserve Luitenant-ter-Zee 3e Klasse Pieter Herbert Aschmoneit. Aan boord van de Christiaan Cornelis bevonden zich ook Reserve 1e Luitenant der Torpedisten H. Beusekamp als bevelhebber van het transport, Sergeant-schipper H. Koudenburg en vier torpedisten. Dit extra personeel was allen ten behoeve van de getransporteerde munitie. Op 12 mei vertrokken beide schepen en tot aan de Moerdijkbruggen verliep alles zonder slag of stoot. Op het Dordtse Kil aangekomen werden de schepen beschoten vanaf het Eiland van Dordrecht en voegden ook Duitse vliegtuigen zich bij het gevecht. Tijdens dit transport raakte de Christiaan Cornelis ernstig beschadigd. Met hulp van de ook beschadigde sleepboot Robur, lukte het de Christiaan Cornelis de haven van Numansdorp te bereiken. De m.s. De Twee Gezusters wist uiteindelijk de haven van Strijensas te bereiken waar de munitie werd uitgeladen. De Christiaan Cornelis werd in de haven van Numansdorp door de eigen bemanning tot zinken gebracht. Tijdens deze operatie kwam de schipper van De Twee Gezusters, van Meeteren om het leven en raakte Pontonnier-Stuurman van den Berg ernstig gewond.[4][5][6]
Naam: | Hr. Ms. Christiaan Cornelis |
Bouwer: |
Maatschappij voor Scheeps-
en Werktuigbouw Fijenoord, Rotterdam |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedoboot / K-klasse (1905) |
Waterverplaatsing: |
47,9 ton standaard |
Lengte: |
30 meter |
Breedte: |
3,60 meter |
Diepgang: |
1,72 meter |
Aandrijving: |
1x drievoudige
expansiemachine 1x kolengestookte cilindrische boiler 592 pk (441 kW) |
Snelheid: |
18,6 knopen (34,4 km/u) |
Bereik: |
930 km bij 9 knopen (17
km/u) |
Bewapening: |
1x 37 mm geschut 2x1 450 mm torpedolanceerbuizen (later 1x 356 mm torpedolanceerinstallatie) |
Bemanning |
12 |