TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    de W 1-klasse mijnenvegers waren de eerste klasse schepen speciaal gebouwd voor het vegen van mijnen. Tot die tijd werden veelal visserijschepen of oude torpedoboten dan wel torpedobootjagers omgebouwd voor het vegen van mijnen. De W 1-klasse schepen werden gebouwd tussen 1922 en 1929 en kan worden onderverdeeld in twee subklassen. De eerste vier schepen werden tussen 1923 en 1925 in dienst gesteld en de laatste twee, iets verbeterde, schepen in 1929. Slechts één schip, de W 4 (1924), overleefde de Tweede Wereldoorlog.


    Mijnenvegers W-1 tot en met W-6 van de 1e Mijnenveegdivisie. Bron: Public Domain (onbekend)

    Schepen in deze klasse

     Dai-1-Go Sokaitei (第一号掃海艇)
     W 1 (1923)
     10 mei 1922: kiellegging
     6 maart 1923: tewaterlating
     30 juni 1923: aflevering
     10 augustus 1945: gezonken
     Dai-2-Go Sokaitei (第二号掃海艇)
     W 2 (1923)
     13 april 1922: kiellegging
     17 maart 1923: tewaterlating
     30 juni 1923: aflevering
     1 maart 1942: gezonken
     Dai-3-Gō Sōkaitei (第三号掃海艇)
     W 3 (1923)
     1 augustus 1922: kiellegging
     29 maart 1923: tewaterlating
     30 juni 1923: aflevering
     9 augustus 1944: gezonken
     Dai-4-Go Sokaitei (第四号掃海艇)
     W 4 (1924)
     1 december 1923: kiellegging
     24 april 1924: tewaterlating
     29 april 1925: aflevering
     13 juli 1946: afgezonken
     Dai-5-Gō Sōkaitei (第五号掃海艇)
     W 5 (1928)
     25 maart 1928: kiellegging
     30 oktober 1928: tewaterlating
     25 februari 1929: aflevering
     4 november 1944: gezonken
     Dai-6-Gō Sōkaitei (第六号掃海艇)
     W 6 (1928)
     10 maart 1928: kiellegging
     29 oktober 1928: tewaterlating
     25 februari 1929: aflevering
     26 december 1941: gezonken

    Geschiedenis

    In eerste instantie aangeduid als de 1e Mijnenveger-klasse, werden in 1920 volgens het 8-8 vlootplan zes schepen gepland die speciaal werden ontworpen voor het vegen van mijnen. Tot die tijd werden hiervoor verbouwde visserijschepen dan wel tot dit doel omgebouwde, verouderde torpedobootjagers gebruikt. Toen drie schepen uit deze klasse in aanbouw waren werd het Vlootverdrag van Washington afgesloten en werd de bouw van de drie laatste schepen uitgesteld. In 1923 werd toestemming verkregen voor de afbouw dan de laatste drie schepen, maar na de start van de bouw van het vierde schip werd besloten de laatste twee schepen af te bouwen volgens een enigszins herzien constructieplan. deze laatste twee schepen werden soms aangeduid als W 5-klasse, tegenover de W 1-klasse van de eerste vier schepen. De Japanse Keizerlijke Marine schaarde alle zes de schepen echter onder de W 1-klasse.[1][2]


    W-3 met lage voorste schoorsteen Bron: Public Domain (onbekend)

    Omdat volgens de Japanse strategische marine plannen de mijnenvegers moesten kunnen opereren samen met overige vlootschepen en voor een vloot uit vaarwegen moesten kunnen vegen, werd bij de bouw hiermee rekening gehouden. De schepen moesten zich enige tijd kunnen verdedigen tegen vijandelijke schepen tot de vloot nabij was gekomen. Hiertoe werden de mijnenvegers met relatief zwaar hoofdgeschut van 120 mm uitgerust. Hierdoor kregen de schepen het uiterlijk van een kleine torpedobootjager. Bij de bouw waren de voorste en achterste schoorsteen even hoog uitgevoerd, maar al snel werd de voorste schoorsteen verhoogd. Rond 1938 werd een 80 mm kanon verwijderd en het voorste geschut voorzien van een schild.[3]

    De schepen hadden een waterverplaatsing van 610 ton standaard bij een lengte van ruim 76 meter. De drie Kampon boilers, twee stoommachines en twee schroeven konden een snelheid genereren van 20 knopen (37 km/u) en bij 10 knopen (19 km/u) kruissnelheid een afstand afleggen van 3.700 km. De 97 bemanningsleden hadden de beschikking over twee stuks 120 mm L/45 geschut, een 76,2 mm 40 luchtafweergeschut. De laatste twee schepen waren iets langer en hadden een voorste mast uitgevoerd als een driepoot mast.[4]


    De W-6 Bron: Public Domain (onbekend)

    De schepen namen alle deel aan de Tweede Wereldoorlog. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het luchtafweer verbeterd door de toevoeging van diverse mitrailleurs, waarbij dit ten koste ging van het zwaardere geschut. Om de schepen ook te kunnen inzetten voor escortewerkzaamheden, werden gedurende de Tweede Wereldoorlog ook rails geïnstalleerd voor het droppen van dieptebommen. Alle schepen uit deze klasse gingen tijdens de strijd verloren, behalve W 4 (1924). Dit schip werd in Singapore in beslag genomen door de Britten die het in 1946 lieten afzinken.[5]

    Definitielijst

    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.
    Vlootverdrag van Washington
    Een op 6 februari 1922, door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië, ondertekend verdrag waarin de landen elkaar beperkingen oplegden betreffende het aantal, grootte en bewapening van de belangrijkste typen oorlogsschepen om een nieuwe wapenwedloop te voorkomen.

    Technische gegevens

     Klasse:  W 1-klasse (1923)
     W 5-klasse (1928)
     Aantal in klasse:
     6
     Land:
     Japan
     Type:
     Mijnenveger
     Waterverplaatsing:
     600 lt (610 t) standaard (W 1)
     620 lt (630 t) standaard (W 5)
     Lengte:
     76,20 meter (W 1)
     77,00 meter (W 5)
     Breedte:
     8,03 meter (W 1)
     8,25 meter (W 5)
     Diepgang:
     2,29 meter (W 1)
     2,25 meter (W 5)
     Aandrijving:
     2x Triple-expansion stoommachines
     3x Kampon kolengestookte boilers
     2 schachten
     4.000 hp (3.000 kW)
     Snelheid:
     20 knopen (37 km/u)
     Bereik:
     3.700 km bij 10 knopen (19 km/u)
     Bewapening:
     2x1 120 mm L/45 geschut
     1x1 76.2 mm L/40 luchtafweer
     18x dieptebommen
     2x Type 81 dieptebommenwerpers
     1x paravaan of 50x Mk.5 zeemijnen (W 1)
     2x paravaan of 50x Mk.5 zeemijnen (W 1)
     Bemanning:
     97 (W 1)
     91 (W 5)

    Noten

    1. Watts, 1971, pag. 431
    2. Gogin, 2021, pag. 181
    3. Jordan, 2015, pag. 69
    4. Gogin, 2021, pag. 182
    5. Gogin, 2021, pag. 181

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    08-11-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    Fighting Ships of World War Two volume 3