TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Gedeelde grond

Titel:Gedeelde grond
Schrijver:Rzoska, Björn
Uitgever:Ertsberg
Uitgebracht:2024
Pagina's:300
ISBN:9789464750751
Omschrijving:

Medio 1944 houdt Paul Rumes, een 30-jarige Vlaamse SS’er, het voor bekeken. Na een opleiding van pakweg zes maanden is hij de afgelopen drie jaar als lid van de beruchte divisie Wiking, het Schnelle Schützen-Regiment Langemarck en de divisie Hohenstaufen quasi onafgebroken ingezet in Polen, de zuidelijke Sovjet-Unie (Oekraïne) en Frankrijk. Nu zijn verzoek tot demobilisatie ondanks zijn zware verwonding afgewezen is, beslist hij om er de brui aan te geven. Hij snijdt zijn bloedgroeptatoeage uit zijn linker oksel, hult zich in een burgerplunje, weet zijn militair zakboekje in veiligheid te brengen en duikt onder. Na de bevrijding wordt Rumes door de krijgsraad in Gent bij verstek ter dood veroordeeld. Pas in 1946 geeft hij zich, min of meer uit vrije wil, bij de politie aan. Het proces ten gronde voor de krijgsraad levert hem een celstraf van 10 jaar op, maar na een kort verblijf in verschillende Vlaamse interneringscentra wordt hij in september 1947 onder voorwaarden vrijgelaten.

Paul Rumes was de grootvader van moederskant van de gewezen fractieleider van de ecologische partij Groen in het Vlaams Parlement, Björn Rzoska. Anderhalf jaar schreef Rzoska, een master in de geschiedenis, aan zijn familiekroniek ‘Gedeelde grond’, maar het project sluimerde al veel langer. Meer dan eens stelde hij zich de vraag of dit boek überhaupt geschreven moest worden. "Het besef groeit dat ik met dit boek heel wat oude wonden openrijt en er bovendien nieuwe sla," bekende hij in zijn monografie. Het oorlogsverleden van zijn familie was doordrongen van mythes, die met het verstrijken der jaren voor waar waren aangenomen. Aan een aantal episodes werden de betrokkenen liever helemaal niet meer herinnerd. "Een enkeling heeft een poging gedaan om iets meer te weten te komen, geen van allen beet echt door. Integendeel, er werd weggekeken, zoals in zoveel families in Vlaanderen." Stefan Hertmans’ roman ‘De opgang’ (over een pand in de Gentse wijk het Patershol dat de auteur twintig jaar lang betrok, maar dat ooit aan de collaborateur Willem Verhulst had toebehoord) overtuigde hem om het project door te zetten.

Voor zijn reconstructie ging Rzoska grondig tewerk. In het Rijksarchief van Gent spitte hij het straf- en gevangenisdossier van zijn grootvader uit en in archieffondsen in Brugge, Gent, Ruiselede en Brussel vond hij de overgeleverde stukken terug van Pauls schoonbroer Albert Verstraeten, hun voormalige frontkameraad Gaby, en Pauls zus Godelieve Rumes. Bovendien kon hij putten uit het familiearchief, dat hem na het overlijden van Paul Rumes door diens weduwe ter beschikking was gesteld, een handvol interviews (waaronder een gesprek op toonband met zijn overleden grootvader) en een fotoreeks van de betrokkene, die ten dele als illustratie in het boek werden opgenomen.

Ondertussen ging de auteur ook op zoek naar het verhaal achter Stefan Rzoska, zijn grootvader van vaderszijde, van wie werd verteld dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Pools Legioen had gediend (waarvan een ontbrekend duimkootje aan de rechterhand leek te getuigen). Ook dit verhaal moest worden bijgesteld, toen onderzoekers naar aanleiding van de herdenking van de bevrijding van het Waasland in de nationale archieven van Warschau en Londen doken, maar nergens een spoor van Stefan Rzoska konden terugvinden. Daarom ging de auteur zélf op onderzoek uit, in het archief van Wroclaw, in het Poolse Silezië. Veel documenten uit de oorlogstijd waren daar niet meer terug te vinden: de stad was door Hitler tot ‘Festung’ uitgeroepen en bij hevige gevechten met de Russen van februari tot mei 1945 grotendeels in de as gelegd. Maar Rzoska vond verwijzingen naar zijn overgrootoom, die een textielfabriek had in de joodse buurt van Wroclaw (dat bleek uit bewaarde akten van de plaatselijke synagoge), en waar Stefan Rzoska een tijdlang als werknemer was aangeworven. Zijn duimkootje was hij toen al kwijt – het gevolg van een ontplofte granaat die hij als kind bij vergissing voor speelgoed had gehouden. In het vluchtelingendossier van zijn grootvader las Rzoska dat de man voor de tot dusver vrij onbekende ‘Polish Guards’ had gewerkt, een groep Poolse vluchtelingen die tijdens de wederopbouw door de Amerikaanse autoriteiten werden ingeschakeld als bewakers van onder meer militaire depots – zoals bronnenmateriaal uit de National Archives in Washington aantoonde.

In ‘Gedeelde grond’ draagt Rzoska geenszins het petje van de Vlaamse politicus. Slechts bij uitzondering verkondigt hij een persoonlijke visie, die al dan niet een vertaling vindt in officiële partijstandpunten. Hij hekelt de polarisering van het debat in de Israëlisch-Palestijnse kwestie ("Als je de terreurdaad van Hamas niet zonder meer veroordeelt, dan ben je antisemiet," klaagt hij. "Het dovemansgesprek vermoeit, blijft blind voor de essentie: er kan je nooit een zo groot onrecht zijn aangedaan, dat het je een vrijgeleide geeft om op een nietsontziende en gruwelijke manier tienduizenden mensen onder een bommenregen de dood in te jagen"). Hij spreekt zich uit tegen de doodstraf ("Ik vind dat in een liberale rechtstaat het uitvoeren van de dood als straf het menselijke fundament van een samenleving aantast") en breekt een lans voor het beslechten van het amnestiedebat (de regelmatig terugkerende twist tussen voor- en tegenstanders van het strafrechtelijk uitwissen van misdrijven die door collaborateurs werden begaan, hoewel er stilaan geen mensen meer in leven zijn op wie deze juridische vergetelheid van toepassing zou kunnen zijn).

De auteur heeft zich over het levensverhaal van de hoofdpersonages gebogen, met de meelevendheid van de betrokken kleinzoon en de afstandelijkheid van de historicus. Maar hij schuwt het niet de onvolkomenheden in zijn familiegeschiedenis kritisch tegen het licht te houden. "Na de oorlog hangen ze alle drie het beeld op dat hun katholieke geloof hen naar het oostfront dreef," schrijft hij over Paul, Albert en Gaby. Maar "wie de papieren en stukken van dichterbij bekijkt, ziet iets anders. Al in de jaren voor de oorlog zijn ze lid van politieke partijen die de Nieuwe Orde aanhangen, antidemocratisch en geleid door een bewonderde, autoritaire leider. Het is een voedingsbodem waaruit enkele jaren later hun nationaalsocialistische overtuigen verder opbloeien."

Hier en daar roept de lectuur van de tekst wat onbeantwoorde vragen op. In hoofdstuk 15 beschrijft de auteur een bezoek aan het voormalige concentratie- en vernietigingskamp Majdanek, bij Lublin, in de zomer van 2017. Daarbij brengt hij een uitspraak van Paul Rumes in herinnering, waaruit blijkt dat dié had meegewerkt aan de constructie van wat aanvankelijk een Kriegsgefangenenlager (krijgsgevangenenkamp) in Lublin moest worden. Die veronderstelling valt echter moeilijk te rijmen met de chronologie. Als Rzoszka’s opa in de tweede helft van maart 1941 naar het Oostenrijkse Lendorf was gestuurd, voor hij op 1 juli 1941 met de pantserdivisie Wiking in het Oekraïense Lviv tegen de Rode Leger werd ingezet, moeten zijn activiteiten in Lublin dateren van grofweg april tot eind juni 1941. De auteur vermeldt in zijn bibliografie geen gespecialiseerde studies over de wordingsgeschiedenis van Majdanek, dus is het niet helemaal helder waarop zijn chronologische reconstructie gebaseerd is. De consensus lijkt echter dat de beslissing tot de bouw van het kamp door Himmler werd genomen in juli 1941 (zie daarvoor Angrick, Andrej. ‘‘Aktion 1005’. Spurenbeseitigung von NS-Massenverbrechen 1942-1945.’ Deel I, Göttingen: Wallstein Verlag, 2018, 159-161), mogelijk pas op 20 juli 1941, waarna de constructie in september 1941 van start ging (zie daarvoor Niklaus Wachsmanns monumentale studie ‘KL. Een geschiedenis van de naziconcentratiekampen.’ Amsterdam en Antwerpen: De Bezige Bij, 2015, 388-389). Of hier een fout tegen de chronologie werd gemaakt, of dat Rzoszka’s opa een ander kamp dan Majdanek in de regio Lublin hielp optrekken, dient dus verder uitgeklaard te worden.

Enige voorzichtigheid is ook geboden bij de conclusie dat Rumes’ motief om naar het oostfront te vertrekken – "Omdat ik een katholieke mens ben. En tegen de Russen wil vechten" – een na de oorlog tot waarheid omgelogen leugen zou zijn. De academische literatuur over de verhouding tussen het nazisme en fascisme enerzijds en de christelijke kerken anderzijds is bijzonder uitgebreid en in volle expansie, en het valt buiten het bestek van deze recensie om er zelfs maar de krijtlijnen van uit te tekenen. Maar hoewel de verschillen tussen de beide ideologieën evident zijn, zijn de inhoudelijke overeenkomsten dat evenzeer en lijkt het moeilijk te betwisten dat religieuze overtuigingen veel gelovigen er niet van weerhielden zich bij uiteenlopende facetten van de nationaalsocialistische praktijk aan te sluiten. In elk geval leken ze tot weinig gewetensnood te leiden bij de 17.000 priesters en seminaristen die tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst namen bij de Wehrmacht (zie daarvoor: Rossi, Lauren. ‘Wehrmacht priests. Catholicism and the Nazi War of Annihilation.’ Cambridge en Londen: Harvard University Press, 2015). Hoe dan ook kunnen religieuze overwegingen, als deel van een brede cluster aan motieven, niet zomaar als verklaringsfactor worden weggewuifd.

‘Gedeelde grond’ is een oprecht en moedig boek, dat in het Vlaanderen van de 21e eeuw – dat nog steeds worstelt met zijn onverwerkt oorlogsverleden – bij sommigen ongetwijfeld een gevoelige zenuw zal raken. Het is grondig gedocumenteerd, vloeiend geschreven, inhoudelijk verrijkend, met gedegen historische studies onderbouwd en bovenal zeer aangenaam om te lezen. Als het waar is dat schrijven bevrijdt, zet het boek misschien aan om sluimerende familiegeschiedenissen, hoe wrang en pijnlijk ook, boven te spitten, in alle openheid te analyseren en vervolgens aan het publiek voor te stellen. Wie weet welke wonden dat heelt?

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Fabian Van Samang
Geplaatst op:
19-05-2024
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen