Shintaro Hashimoto studeerde in 1913 af aan het Japanse Marine Academie en klom spoedig op in de rangen. Tussen de twee wereldoorlogen voerde hij het bevel over diverse flottieljes torpedobootjagers. Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog als flottieljeleider deel aan de belangrijkste operaties rond de Zuidelijke Pacific. Aan het einde van de oorlog voerde hij vanaf de zware kruiser Haguro het bevel over het Japanse 5e Kruiser Eskader. Op 16 mei 1945 ging hij met zijn vlaggenschip ten onder.
Shintaro Hashimoto werd op 11 mei 1892 geboren in de prefectuur Wakayama. Hij studeerde in 1913 af aan de Kaigun Heigakkö (Japanse Keizerlijke Marine Academie). Hij diende achtereenvolgens als Sho-i (Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) op de kruisers Asama (1898) en Chikuma (1911). Na bijwonen van opnieuw cursus aan de academie en bevordering tot Chu-i (Luitenant ter Zee 2e Klasse), werd hij wederom aangesteld aan boord van de Chikuma en later de kruiser Yahagi (1911).
Na een opleiding aan de torpedoschool en de artillerieschool, werd Hashimoto geplaatst aan boord van de torpedobootjager Kamikaze (1905) en werd tot Tahi-i (Luitenant ter Zee) bevorderd in 1919. Hierna diende hij eerst op de torpedobootjager Kaede (1915) en als 2e officier aan boord van de torpedobootjager Hasu (1921). Hierna volgde een aanstelling als torpedo officier aan boord van de Okikaze (1919) en in 1923 ontving hij zijn eerste bevel over de torpedobootjager Nashi (1919). In 1924 studeerde hij af aan het Kaigun Daigakkö (Marine Staf College) met de bevordering tot Sho-sa (Luitenant ter Zee 1e Klasse) en werd hij aangesteld binnen de staf van het Kure Chinjufu (Kure Marine District). In 1930 volgde zijn bevordering tot Chu-sa (Kapitein Luitenant ter Zee)
De jaren 1930 ontving hij diverse aanstellingen van gevechtseenheden van torpedobootjagers en werd in 1935 bevorderd tot Dai-sa (Kapitein ter Zee). Tussen 197 en 199 voerde hij het bevel over het Ryojun Yököbu en voerde van 1939 tot in 1940 het bevel over de kruiser Chikuma (1938) en vervolgens van 1940 tot in 1941 over het slagschip Hyuga (1917). In deze laatste hoedanigheid werd hij op 15 oktober 1941 bevorderd tot Sho-sho (Schout bij Nacht).
Ten tijde van de Japanse aanval op Malakka en Singapore voerde Hashimoto als commandant van 3e Torpedobootjagerflottielje het bevel over van de 1e Escorte Divisie bij de Malakka eenheid onder commando van Vice-admiraal Ozawa. De eenheid was betrokken bij de landing nabij Kota Bharu.
Na de val van Singapore commandeerde Hashimoto de escorte eenheid voor de bezetting van Borneo en de landingen bij Balikpapan en Banjarmasin (januari/februari 1942). Vervolgens voerde hij vanaf augustus 1942 tot november 1942 het bevel over de zogenaamde Tokio Express missies tijdens de strijd om Guadalcanal. In november was Hashimoto als Commandant van een aanvalseenheid betrokken bij de 3e Slag bij de Salomonseilanden (14 en 15 november 1942). Hierbij voerde hij nog steeds het bevel over de 3e Torpedobootjagerflottielje en was hij in januari 1943 betrokken bij de evacuatie van Japanse troepen vanuit Guadalcanal tijdens Operatie Ke.[1]
Vanaf maart tot oktober 1943 voerde Hashimoto het bevel over de Torpedoschool. Zijn laatste betrekking was vanaf november 1943 die van Commandant van het 5e Kruiser Eskader binnen de Japanse Dai-jyü Hömen Kantai (10e Oppervlakte Vloot) van Vice-admiraal Shigeru Fukudome. Hierbij werd hij op 15 oktober 1944 bevorderd tot Chu-sho (Vice Admiraal). Tijdens een gevecht met Britse torpedobootjagers op 16 mei 1945 werd Hashimoto gedood en ging met zijn vlaggenschip, de zware kruiser Haguro (1929), ten onder tijdens de Slag in de Straat van Malakka.