Japanse Onderzeebootjager Cha 108 (1943)

De Cha 108 was een nog in aanbouw zijnde onderzeebootjager, welke van origine als patrouillevaartuig voor de Nederlandse Marine op stapel was gezet. Doordat het schip tijdens een Geallieerd bombardement op Soerabaja beschadigd raakte, kon het niet meer voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in dienst worden genomen. In 1945 werd het nog steeds beschadigd terug gevonden op de werf in Soerabaja.

De Japanse Cha 108 was als patrouillevaartuig voor de Nederlandse Marine op stapel gezet op de werf van het Marine Etablissement te Soerabaja. Hoewel personeel getracht heeft het schip te vernietigen en af te zinken, werd het door het Japanse No. 102 Marine Constructie en Reparatie Departement gelicht en afgebouwd als onderzeebootjager Cha 108. Op 22 april 1943 werd het te water gelaten. Toen op 17 mei 1944 de haven van Soerabaja werd aangevallen door Geallieerde vliegtuigen, raakte de Cha 108 en haar zusterschip Cha 107 (1943) beschadigd. De Cha 108 was dusdanig beschadigd dat het schip toen de Geallieerden de werf overnamen, nog niet gerepareerd was.

De Cha 1081,40 meter. Aangedreven door vier Lorraine benzinemotoren met een totaal vermogen van 1.800 pk, kon een snelheid van 20 knopen (37,04 km/u) worden bereikt. De 18 bemanningsleden zouden de beschikking krijgen over een 47 mm / 40 kaliber Yamanouchi geschut, een 13,2 mm machinegeweer, een 7,7 mm machinegeweer en twee dieptebommenwerpers met 32 dieptebommen.^[1]

Het schip werd in augustus 1945 beschadigd teruggevonden op het Marine Etablissement in Soerabaja. Het is onbekend wat er met de restanten is gebeurd.

Noten

1. Gogin, 2021, pag. 161