Japanse Torpedobootjager Samidare (Dai-70) - 五月雨

De torpedobootjager Samidare werd in 1937 in dienst genomen en ingedeeld bij de 2e Torpedobootjagerdivisie. Het schip nam deel aan de invasie van de Filipijnen en Nederlands-Indië, de slag in de Javazee, de slag om Midway, de operaties rond Guadalcanal, Nieuw Guinea, de evacuatie vanuit de Aleoeten en de terugtrekking van troepen in de Nederlands-Indische Archipel. Nadat het schip in augustus 1944 was vastgelopen, werd het getorpedeerd door een Amerikaanse onderzeeboot.

De torpedobootjager Samidare was het vijfde schip op rij van de Shiratsuyu-klasse (1935). De kiel voor het schip werd op 19 december 1934 gelegd op de werf van de Uraga Senkyo Kabushiki Kaisha (Uraga Droogdok Maatschappij) in Uraga. Op 6 juli 1935 werd het schip als Samidare te water gelaten. De naam Samidare betekend zoveel als "Vroege Zomerregen". Op 19 januari 1937 werd het schip afgeleverd.^[1]

De Samidare was een typische Shiratsuyu-klasse torpedobootjager met een waterverplaatsing van 1.685 lt, bij een lengte van bijna 110 meter. De twee Kampon geschakelde stoomturbines, gevoed door 3 Kampon boilers met een vermogen van 42.000 hp (31.000 kW) konden een topsnelheid genereren van 34 knopen (63 km/u) en bij een kruissnelheid van 18 knopen (33 km/u) met volledige brandstofvoorraad, een afstand afleggen van 7.400 km. De 226 bemanningsleden hadden de beschikking over vijf stuks (2x2, 1x1) 127 mm geschut, twee stuks 13,2 mm luchtafweermitrailleurs, acht stuks (2x4) torpedolanceerbuizen met 16 Type 93 torpedo's en 16 dieptebommen. In de jaren 1939-1940 werden de 13,2 mm mitrailleurs vervangen door twee stuks dubbele (2x2) 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweergeschut.^[2]

Bron: Public Domain (onbekend)

Ingedeeld bij de 2e Torpedobootjagerdivisie, binnen het 4e Torpedobootjagereskader, werd de Samidare in december 1941 ingezet bij Operatie M, de invasie van de Filipijnen. Vanaf januari 1942 volgden inzet bij de invasie en de slag om Tarakan, de invasie bij Balikpapan en de invasie van Java, waarbij het schip bij oost Java werd ingezet. Na deelname aan de slag in de Javazee, inzet bij Manila en de invasie van Cebu, keerde het schip in mei terug in Yokosuka voor onderhoud. Bij dit onderhoud werd de koepel met het enkele 127 mm geschut vervangen door twee stuks drievoudige (2x3) 25 mm / 60 kaliber Type 97 luchtafweergeschut en werd aanvullend vier stuks enkelvoudige (4x1) 13,2 mm machinegeweren geplaatst. Vier reserve torpedo's werden verwijderd om plaats te maken voor uitbreiding van het aantal dieptebommen tot 36 met twee dieptebommenwerpers extra.^[3][4][5][6]

De Samidare was op tijd gereed om in juni 1942 te worden ingezet bij de slag om Midway, waarbij het schip deel uitmaakte van de Midway Bezettingsvloot. Hierna werd het schip in gereedheid gebracht voor operaties in de Indische Oceaan. Deze werden echter afgeblazen vanwege de Amerikaanse opmars bij de Solomon eilanden en met name Guadalcanal. Hierbij werd de torpedobootjager vooral ingezet als escorte voor transporteenheden. Tijdens de operaties rond Guadalcanal raakte het schip op 14 oktober 1942 licht beschadigd. Na reparaties werd de Samidare weer naar de Solomon eilanden gestuurd en nam het deel aan de slag bij Guadalcanal op 12 en 13 november 1942. Na de Tweede slag bij Guadalcanal op 14 en 15 november, trok het schip naar Truk en ging het eind november terug naar Yokosuka voor reparaties. Als eind december kon de Samidare weer naar Truk varen.^[7][8]

Begin 1943 werden diverse escorte operaties ondernomen van en naar de Solomon eilanden, Nieuw Guinea, Kolombangara en Tuluvu. In mei 1943 keerde het schip terug naar Yokosuka om vervolgens naar de Aleoeten te worden gestuurd om de evacuatie van Japanse troepen aldaar te ondersteunen. Hierbij werd op 1 juli 1943 de 2e Torpedobootjagerdivisie ontbonden en werd het schip ingedeeld bij het hoofdkwartier van het 4e Torpedobootjagereskader. Nadat in diezelfde maan diverse bevelhebbers omkwamen, werd de Samidare halverwege juli overgeheveld naar het Hoofdkwartier van het 2e Torpedobootjagereskader. Op 6 augustus kwam de Samidare weer in Yokosuka aan voor de nodige reparaties. Al in september werd het schip weer naar de zuidelijke Pacific gezonden en nam he deel aan verschillende operaties en zeeslagen. Daarbij maakte het schip vanaf 1 oktober 1943 deel uit van de 27e Torpedobootjagerdivisie van het 3e Torpedobootjagereskader. Tijdens de slag in de baai van Keizerin Augusta raakte de Samidare beschadigd door granaat inslagen en een aanvaring met de Shiratsuyu (Dai-65). In december 1943 keerde de Samidare voor reparaties terug naar Yokosuka.^[9][10]

Shigure (voor) en Samidare (achter), Bougainville, 6 oktober 1943 Bron: Imperial Japanese Navy photo

Tijdens deze reparatie werd één van de dubbele stukken 25 mm geschut vervangen door een drievoudig (1x3) stuk 25 mm geschut en werden twee stuks extra enkelvoudige 25 mm geschut geplaatst. In april 1944 was het schip weer operationeel voor escortediensten naar Truk an Palau. Op 28 augustus 1944 liep de Samidare aan de grond bij Palau. Tijdens de poging het schip te bergen, werd het aangevallen door de Amerikaanse onderzeeboot USS Batfish (SS-310) e tot zinken gebracht. Hierbij brak de Samidare in twee stukken, waarna de achterzijde zonk. De boeg werd later door Japanse troepen vernield.^[11][12]

Noten

1. Gogin, 2021, pag. 95
2. Gogin, 2021, pag. 95
3. Bertke, 2012, pag. 406
4. Bertke, 2013, pag. 75-76, 89-94, 217, 234, 359-363
5. Bertke, 2014 (1), pag. 81, 164, 207, 319, 419, 489-490
6. Gogin, 2021, pag. 95
7. Bertke, 2014, pag. 96-103, 120-123, 209-229, 248, 372-385, 406-410
8. Bertke, 2015, pag. 141, 285-286, 382-85
9. Smith, 2012, pag. 109-110, 122, 152, 239-244, 381, 395
10. Smith, 2016, pag. 131-134, 144, 261, 407-413
11. Gogin, 2021, pag. 95
12. Kindell, 2018, pag. 98-105, 122-126, 193-197, 224, 241, 351-392, 423-432