Het Italiaanse jachtvliegtuig de Macchi C.205 was ontwikkeld uit de Macchi C.202 Folgore, aangedreven door een 1.475 pk Fiat RA.1050 R.C.58 Tifone (licentie Daimler-Benz DB 605A-1) motor. Het toestel kon zich kwalitatief en qua prestaties meten met de Amerikaanse North American P-51D Mustang en kan daardoor gezien worden als de beste Italiaanse jager uit de Tweede Wereldoorlog. De lange productietijd en economische situatie in Italië zorgden er echter voor dat te weinig toestellen geproduceerd konden worden om invloed op de oorlog te kunnen uitoefenen.
In 1941 was men in Italië bij de Italiaanse luchtmacht, de Regia Aeronautica op zoek naar mogelijkheden om de Macchi C.202 jager te verbeteren. De luchtsuperioriteit van de Geallieerden in het Middellandse Zeegebied, met name op het gebied van snelheid en bepantsering, deed zich voor ten nadele van de Macchi C.202. Besloten werd om dit te realiseren door toepassing van de 1.475 pk Daimler Benz DB 605A-1 motor, welke in licentie werd gebouwd als de 1.475 pk (1.100 kW) Fiat RA.1050 R.C.58 Tifone motor. Alle producenten van zogenaamde Caccia della serie 5 jagers kregen opdracht deze motor in hun bestaande ontwerpen toe te passen. Op deze wijze ontstonden de Reggiane Re.2005, de Fiat Fiat G.55 en de Macchi C.205.
Bij Macchi had men eerder al een in licentie gebouwde Daimler Benz DB 601 motor toegepast bij de Macchi C.202. Aangezien de nieuwe motor een doorontwikkeling van deze Daimler Benz motor was, kon het vliegtuigframe redelijk eenvoudig worden aangepast. Op deze wijze ontstond aanvankelijk de Macchi C.202bis. Al spoedig werd dit toestel echter aangeduid als Macchi C.205. Dit toestel werd ook wel aangeduid als MC.205 naar fabrikant-ontwerper Macchi-Castoldi.
Aanvankelijk was men bij Macchi bezig met de constructie van een nieuw vliegtuig, de Macchi C205N op basis van dezelfde motor. Vanwege de grote hoeveelheid aanpassingen in het ontwerp, werd dit na de productie van twee prototypen stilgelegd ten voordele van de doorontwikkeling op basis van de Macchi C.202.
Het eerste toestel van de C.205 Veltro vloog op 14 april 1942. Na twee prototypen werden drie serieproducties ontwikkeld en twee gebouwd, de Series I, Series II en Series III, tot de wapenstilstand tussen Italië en de Geallieerden werd getekend. Midden 1943 werd het type operationeel. Uiteindelijk werd het toestel gebruikt door de Regia Aeronautica voor en na de wapenstilstand en de Aeronautica Nazionale Repubblicana (Duits gezinde luchtmacht na de wapenstilstand) en de Luftwaffe (25 toestellen, II. Gruppe, Jagdgeschwader 77).[1]
Er werden 262 toestellen gebouwd in de Series I en Series III. Het belangrijkste verschil tussen deze series kan gevonden worden in de bewapening. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vier toestellen aan de luchtmacht van het pro-Duitse Kroatië gegeven. Het No. 2 Squadron van de Egyptische luchtmacht vloog na de oorlog met dit type. De Luftwaffe gebruikte zoals aangegeven 25 toestellen en de pro-Duitse Aeronautica Nazionale Repubblicana maar liefst 101 toestellen. Na de wapenstilstand bleven voor de Italiaanse Aeronautica Cobelligerante Italiana zes toestellen over. Na de Tweede Wereldoorlog bleef de nieuwe Italiaanse luchtmacht tot 1947 een 40-tal toestellen gebruiken. De Australische luchtmacht maakte één Series 1 toestel buit op Sicilië.[2]
Afgeleid van de Macchi C.205V werden de Macchi C.206, variant met grotere vleugeloppervlakte, en de Macchi C.207, aangedreven door een Daimler Benz DB 603 motor. Alleen van de C.206 werd een prototype ontwikkeld, welke werd vernield bij Geallieerde bombardementen.
Macchi C.205N
Orione |
Prototype C205 |
2 |
Macchi C.202bis / Macchi C.205 | Prototype C.205 |
2 |
Macchi C.205V
Veltro |
Productieseries |
262 |
Macchi C.205S |
lange afstand
escortejager (verbouwde C.205V) |
(18) |
De Macchi C.202bis (later C.205V) werd aanvankelijk gezien als een tussenmodel tot de Macchi C.205 gereed was. Deze C.202bis kon sneller in productie worden genomen dan de c.205, aangezien hiervoor besloten was de gehele romp opnieuw te ontwikkelen. Met name de constructiewijzigingen aan de voorzijde zorgden voor grote vertragingen.
Op 1 november 1942 kon het eerste prototype, de Macchi C.205N-1 de eerste vlucht uitvoeren. Dit toestel was bewapend met een 20 mm kanon, vurend door de propellerschacht, en vier 12,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren in de motorkap. Hoewel het toestel een lagere snelheid van 629 km/u behaalde dan de C.202bis (630 km/u), had het toestel een hoger plafond en was het wendbaarder.
Op 19 mei 1943 kon het tweede prototype het luchtruim kiezen. De Macchi C.205N-2 was iets langzamer (628 km/u) dan het eerste prototype. De bewapening bestond uit een 20 mm kanon, vurend door de propellerschacht, twee 20 mm kanonnen in de vleugels en twee 12,7 mm machinegeweren in de motorkap.
Bij testvluchten bleek de C.205N minder te presteren dan de op dat moment als Macchi C.205V aangemerkte productievariant van dat moment. Desondanks werden 1.200 toestellen besteld, die echter niet meer werden geproduceerd door de wapenstilstandsovereenkomst tussen de Italiaanse regering en de Geallieerden.
Type: | Macchi C.205N-2 Orione |
Taak: |
Jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
11,25 meter |
Vleugeloppervlakte: |
19 m2 |
Lengte: |
9,33 meter |
Hoogte: |
3,25 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.695 kg Max. gewicht: 3.621 kg |
Motor: |
Fiat RA.1050 R.C.58 Tifone motor 1.475 pk (1.100 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 628 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
? km |
Plafond: |
11.250 meter |
Bewapening: |
1x 20 mm kanon (propellerschacht) 2x 20 mm kanonnen (vleugels) 2x 12,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren (motorkap) |
Productie: |
1 |
Naast het licentierecht van de DB 601A motor had men ook het licentierecht verkregen voor de nieuwere DB 605A-1 motoren. Hiervoor wilde Castoldi op basis van de Mc.202 een nieuw type ontwikkelen. Om de motoren toch alvast te kunnen gebruiken en uit te testen, werd eerst een variant van de Mc.202 ontwikkeld, de Mc.202bis. dit werd het prototype voor de later Macchi C.205V.
De C.205 was opgebouwd met volledig metalen onderdelen. Het toestel was ontworpen als onderscheppingsjager, maar werd later in het gebruik geschikt gemaakt als grondondersteuningsjager. De 1.475 pk Fiat RA.1050 R.C.58 Tifone (licentie Daimler-Benz DB 605A-1) motor dreef een driebladige propeller aan. De drie brandstoftanks bevonden zich tussen de motor en de cockpit (één) en in de vleugels (twee). De roervlakken waren van metaal maar met linnen overtrokken.
Snel na het uitkomen van de licentie DB 605A-1, de Fiat R.A.1050 R.C.58, werd de Veltro ("Windhond") geïntroduceerd. Op 16 december 1941 werden al 100 toestellen besteld. Om snel te kunnen leveren, werden twee groepen uit de C.202 Serie IX uitgerust met DB 605A motoren, waarvan het eerste toestel op 19 april 1942 het luchtruim koos. Hiermee was de Mc.205V Veltro ontstaan. De productie hiervan werd aangeduid als de Series I. Een Series II werd nooit gebouwd. Vanaf Series III werd het toestel bewapend met twee 20 mm MG 151/20 kanonnen. Hoewel hiervan het eerste toestel al in september 1942 uit de fabriek rolde, duurde het nog tot januari 1943 voordat de eerste toestellen werden geleverd aan de 1 Stormo Caccia Terrestre. Hierdoor kon de eerste operationele vlucht pas in april 1943 plaatsvinden. Ook de Veltro werd uiteindelijk zowel aan Duitse zijde (ook bij de Luftwaffe) als aan geallieerde zijde door de Italianen ingezet.
Naast de Italiaanse luchtmacht nam ook de Duitse Luftwaffe 25 toestellen van dit type en wel bij de II. Gruppe, Jagdgeschwader 77.
Eén toestel werd door de Australische RAAF buitgemaakt op Sicilië. Dit toestel, de MM.9377, werd in de zomer van 1943 buitgemaakt op het vliegveld Pachino. Dit series I toestel werd in gebruik genomen door de Australiërs en ontving de eskadercode CV-V.
Na de Italiaanse-Geallieerde wapenstilstand, lukte het zes toestellen om naar de pro-Geallieerde Aeronautica Cobelligerante Italiana te ontkomen.
De meeste C.205V toestellen kwamen na de wapenstilstand terecht bij de pro-Duitse Aeronautica Nazionale Repubblicana waar 101 toestellen terecht kwamen. Hiervan waren 66 toestellen inzetbaar.
Na de Tweede Wereldoorlog ontving de Egyptische luchtmacht een aantal C.205V toestellen.
Type: | Macchi C.205V Veltro Series III |
Taak: |
Jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
10,58 meter |
Vleugeloppervlakte: |
16,80 m2 |
Lengte: |
8,85 meter |
Hoogte: |
3,04 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.581 kg Max. gewicht: 3.408 kg |
Motor: |
Fiat RA.1050 R.C.58 Tifone motor 1.475 pk (1.100 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 642 km/u Kruissnelheid: 400 km/u |
Bereik: |
950 km |
Plafond: |
11.500 meter |
Bewapening: |
1x 20 mm kanon (propellerschacht) 2x 20 mm kanonnen (vleugels) 2x 12,7 mm Breda-SAFAT machinegeweren (motorkap) |
Productie: |
? (van 262) |
Bij een totaal van 18 series III Macchi C.205V toestellen werden de machinegeweren in de romp verwijderd en werd een extra 200 liter brandstoftank aangebracht. Hiermee werd het bereik vergroot.