Titel: | Vergeet mij niet - Anne Franks vrienden en vriendinnen |
Schrijver: | Molen, Janny van der |
Uitgever: | Ploegsma |
Uitgebracht: | 2022 |
Pagina's: | 304 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789021682471 |
Omschrijving: | In het boek ‘De lezende mens’ merken de auteurs Higsen en Van der Weel iets zeer behartenswaardigs op over het lezen van literatuur: "Het lezen van fictie blijkt belangrijker voor de ontwikkeling van leesvaardigheid en tekstbegrip dan het lezen van non-fictie, stripverhalen, kranten en tijdschriften." In het onderwijs zijn we vaak terughoudend in het gebruik van jeugdliteratuur om leerlingen kennis over een onderwerp bij te brengen. We lezen op school bij voorkeur informatieve teksten over onderwerpen als de Tweede Wereldoorlog, in plaats van dat we een spannend of ontroerend kinderboek gebruiken om diezelfde kennis over te brengen. Neem bijvoorbeeld ‘Oorlogsgeheimen’ van Jacques Vriens. In dat boek komen in de vorm van een spannend avontuur diverse kenmerkende elementen van de Tweede Wereldoorlog voorbij en leer je als lezer veel over abstracte begrippen als trouw en verraad en goed en kwaad. Dit geldt ook voor het met de Gouden Griffel (2017) bekroonde ‘Naar het noorden’ van Koos Meinderts. Daarin wordt het verhaal verteld van drie kinderen die in de hongerwinter naar Friesland worden gebracht. Ook in dat boek leer je als jonge lezer veel over het leven tijdens de oorlog en worden grote thema’s als leven en dood, onthechting en loyaliteit niet geschuwd. Het boek ‘Vergeet mij niet’ van Janny van der Molen past mooi in dit rijtje. In twaalf hoofdstukken beschrijft de auteur het leven van evenzoveel vrienden en vriendinnen van Anne Frank. Je zou het boek feitelijke fictie kunnen noemen. Het boek is namelijk op feitelijke gegevens gebaseerd, maar de verhalen zijn vanuit een literair perspectief geschreven. Een belangrijke vraag in zo’n geval is, of het Van der Molen is gelukt om de twaalf vrienden van Anne tot leven te wekken. Zie je, met andere woorden, vrienden als Helmut Silberberg en Hannah Goslar tot leven komen? Het antwoord op deze vraag luidt ja. Dat is bijzonder knap, want de hoofdstukken beslaan om en nabij de twintig bladzijden. Je moet er als (jonge) lezer snel een beeld van krijgen en gegrepen worden door het leven van een jongere in Nederland of Duitsland voor en tijdens de oorlog. Welnu, in elk hoofdstuk krijgt Van der Molen dit voor elkaar. Neem bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘Overleven in een horrorkamp’ over Nannette Blitz, die met Anne in Bergen-Belsen zat en de oorlog overleefde. Nannette ligt in een overvolle barak, kan niet slapen en probeert aan iets anders te denken om haar gedachten af te leiden. Ze denkt aan thuis, aan haar huis in Amsterdam-Zuid en de gebouwen in de omgeving. Van der Molen beschrijft dit zo goed, dat jij als lezer die gebouwen voor je ziet en met Nannette uit het kamp ‘ontsnapt’ en door Amsterdam loopt. Het visualiseren van een verhaal is een belangrijk element bij tekstbegrip. Als je het verhaal voor je ziet, dan begrijp je het beter en heb je grip op wat je leest. Je vult tijdens het lezen het plaatje in je hoofd steeds verder aan. Je ziet, om bij Nannette te blijven, zowel Amsterdam-Zuid als de barak in Bergen-Belsen voor je. Wat geldt voor dit specifieke hoofdstuk, geldt ook voor de andere hoofdstukken over de vrienden van Anne. Dat is, nogmaals, een knappe prestatie omdat per vriend maar een beperkte hoeveelheid tekst is gereserveerd. Je zou kunnen denken dat de twaalf verhalen over Annes vrienden los van elkaar staan, maar dat is niet zo. Anne had vriendinnen die bij haar in de straat woonden, bij haar in klas zaten en waar ze speelde en ook verjaardagen vierde. Dit komt heel mooi samen in het verhaal over Juultje Ketellapper. Zij krijgt voor haar verjaardag een poëziealbum waarin Anne en enkele andere vriendinnen een kort gedichtje schrijven. Zo laat Van der Molen mooi de verbondenheid zien tussen diverse vrienden die in het boek een verhaal en daarmee een stem krijgen. De hoofdstukken zijn op nog een manier met elkaar verbonden. Deze verbondenheid zou ik het ritme in de vertelling willen noemen. In het hoofdstuk over Juultje laat Van der Molen zien wat de Duitse inval en de opeenvolgende maatregelen van de nazi’s met het gezin Ketellapper doen. Die maatregelen zijn voor hedendaagse leerlingen erg abstract. In vrijwel ieder hoofdstuk in het boek komen de belangrijkste momenten uit de vervolging van Joden langs. In enkele hoofdstukken valt te lezen over de Kristallnacht. Deze wordt niet letterlijk benoemd, maar er wordt over verteld en er wordt beschreven wat dit doet met de Joodse families die het geweld zien en ervaren. Dit geldt ook voor de maatregelen die de Joodse bevolking wordt opgelegd tijdens de bezetting. Anne en haar vrienden moeten naar scholen voor Joodse leerlingen en klassen raken steeds leger en leger, terwijl de maatregelen steeds strenger worden. Wat is er met de familie Frank gebeurd? In meerdere hoofdstukken wordt gespeculeerd over de verdwijning van de familie. Zouden ze naar Zwitserland zijn uitgeweken? Of zitten ze ondergedoken? Ook dit is weer een voorbeeld van de manier waarop Van der Molen de verschillende levens van de vrienden rond Anne Frank met elkaar verbindt. Door al deze verbindingen, patronen en dwarsverbanden lees je het boek niet als twaalf afzonderlijke verhalen, maar schetsen ze samen een beeld van het leven van jonge kinderen in de late jaren ’30 en de Tweede Wereldoorlog. Deze samenhang die haast op een natuurlijke wijze in het boek aanwezig is, toont het vakmanschap van Van der Molen. Het laatste hoofdstuk in het boek is gewijd aan Hannah Goslar. Over haar leven tijdens de oorlog en haar vriendschap met Anne Frank bestaat een indrukwekkende aflevering van Het Klokhuis uit mei 2007. Hannah en Anne kenden elkaar sinds hun kleutertijd. Beide families waren in de jaren ’30 uit Duitsland naar Amsterdam gevlucht en woonden rond het Merwedeplein. Toen Anne zat ondergedoken in Het Achterhuis schreef ze over Hanneli, zoals Anne haar noemde, en hoopte dat ze ongeschonden de oorlog door zou komen en dat ze elkaar zouden weerzien. Welnu, Hannah kwam redelijk ongeschonden uit de oorlog. Hanneli en Anne troffen elkaar - in Bergen-Belsen. Ze konden elkaar niet zien, maar wel horen. Ze waren gescheiden door een schutting. Hannah gooide voedsel over de schutting, in de hoop dat Anne het zou vinden. Later werd Hannah op transport gezet; een transport dat uiteindelijk naar de vrijheid leidde. Ze hoopt dat Anne ook aan boord van de trein zou zijn. Maar ze zou Anne niet weerzien; Anne stierf in Bergen-Belsen, net als haar zus Margot. Naast twaalf goed geschreven verhalen, die prachtig met elkaar verbonden zijn, bevat het boek aan het begin van elk hoofdstuk een korte biografie van de vriend van Anne. ‘Vergeet mij niet’ bevat verder een plattegrond van Amsterdam met daarop de woonadressen van de vrienden en van Anne. Daarnaast staan er tal van foto’s en documenten in het boek, die ondersteunend zijn bij de verhalen. Het boek sluit af met uitleg over hoe het verder is gegaan met de twaalf vrienden van Anne. Het boek is voorts prachtig geïllustreerd door Martijn van der Linden. Zijn tekeningen zijn zeer treffend en ondersteunen de verhalen die Van der Molen vertelt. ‘Vergeet mij niet’ is al met al een indrukwekkend boek. Het verdient een plek in iedere schoolbibliotheek en bij het behandelen van het canonvenster Anne Frank kan het boek heel goed gebruikt worden om de bredere context van de Jodenvervolging te schetsen. Als leraar kun je enkele verhalen voorlezen en laten zien wat de relatie van de hoofdpersoon met Anne Frank is. Maar het loont zeker ook de moeite om het boek in zijn geheel of gedeeltelijk samen te lezen en kinderen met elkaar in gesprek te laten gaan over hun leeservaringen en hun gedachten over het onderwerp. Het is, kort en goed, een prachtig boek om goed en inspirerend onderwijs mee te geven én om leerlingen door middel van feitelijke fictie veel te leren over een van de tijdvakken van onze geschiedenis. |
Beoordeling: | Zeer goed |