Titel: | Sachsenhausers: Sterker dan de dood |
Schrijver: | Oudesluijs, D. |
Uitgever: | Aspekt |
Uitgebracht: | 2021 |
Pagina's: | 402 |
ISBN: | 9789464244816 |
Omschrijving: | Over de concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog zijn al vele boeken geschreven. Toch zijn er nog steeds onderwerpen te vinden die meer aandacht verdienen. Zo’n onderwerp is de Nederlandse gevangenen in kamp Sachsenhausen. Van een enkeling is in het verleden een boek over de ervaringen verschenen, maar voor het merendeel zijn deze gevangenen verdwenen in de anonimiteit. Auteur/vertaalster en onderzoekster Diete Oudesluijs, die zich in het bijzonder bezighoudt met de Nederlandse gevangenen in de kampen Sachsenhausen en Ravensbrück, wilde dat zij weer een gezicht kregen en daarom staan deze Nederlanders centraal in haar nieuwste boek: ‘Sachsenhausers. Sterker dan de dood’, waarin het kamp en zijn buitenkampen in al hun facetten aan de orde komen. Kamp Sachsenhausen werd in 1936/1937 gebouwd door de zogeheten ‘Moorsoldaten’ ofwel veensoldaten, gevangenen uit de Emslandlager (een groep van concentratie-, straf- en krijgsgevangenenkampen in het Duitse Emsland en het graafschap Bentheim, gelegen in Noordwest-Duitsland in de buurt van de Nederlandse grens). Hoewel het kamp al in het jaar van oprichting in gebruik genomen werd, zijn er over de jaren 1936-1939 geen officiële aantallen gevangenen bekend. In de periode daarna, van 1939-1945 werden in Sachsenhausen naar schatting circa 205.000 mensen gevangen gehouden, tussen de 30.000 en 50.000 gevangenen hebben de oorlog niet overleefd. Aanvankelijk zaten in dit kamp voornamelijk Duitse politieke tegenstanders van Hitler: de communisten. Maar ook Duitse Joden die naar Nederland geëmigreerd waren, zaten al vanaf 1938 in dit kamp gevangenen. In de jaren daarna werden ook mensen als Roma, Sinti, en Joden die allen door de nazi’s beschouwd werden als minderwaardige personen hier ondergebracht. Ook gevangenen met andere nationaliteiten werden in Sachsenhausen opgesloten, onder wie dus de Nederlanders. Het precieze aantal Nederlandse gevangenen in Sachsenhausen is niet bekend. Volgens een rede van de Brandenburgerse minister-president Manfred Stolpe, die hij uitsprak tijdens een rede ter gelegenheid van het bezoek van toenmalige koningin Beatrix, gaat het om meer dan 3.700 mensen. Maar zeer waarschijnlijk is het aantal hoger. Oud-gevangene Wim Zwart denkt dat het eerder gaat om ongeveer 5.000 gevangenen. Vanwege de ligging – 35 kilometer van Berlijn – had dit concentratiekamp een bijzondere plaats in het systeem van concentratiekampen. Van hieruit regelde de Inspektion der Konzentrationslager de organisatie en planning van alle concentratiekampen in Duitsland. Het kamp was tevens een opleidingscentrum voor de SS-bewakers. Ook in Sachsenhausen gold het motto Arbeit macht frei. De gevangenen moesten dwangarbeid verrichten, zowel in het kamp als in de buitenkampen, onder meer in de baksteenfabriek de Klinker en voor de productie van vliegtuigen in Heinkel- en de Aradofabrieken. Voor haar onderzoek zette Oudesluijs een aantal vragen op een rijtje. Hoe kwamen Nederlanders in Sachsenhausen terecht; wie waren zij en waar kwamen zij vandaan? Kwamen zij rechtstreeks uit Nederland of waren ze overgebracht uit andere concentratiekampen? Hoe functioneerde het kamp? En hoe verging het de gevangenen op het eind van de oorlog? Als laatste onderzocht Oudesluijs hoe men omging met de nagedachtenis aan het kamp en zijn gevangenen. Al voor de oorlog werden de eerste Nederlanders gedeporteerd naar dit kamp, onder wie de componist Jan Oskar Bender en de priester Martinus Konijn. De samenstelling van de Nederlandse gevangenen was heel divers. Onder hen bevonden zich verzetsstrijders, communisten, Jehova’s Getuigen, geestelijken, Joden, homoseksuelen en vrouwen. Protestantse verzetsvrouwen kwamen direct in Sachsenhausen terecht. Vrouwen uit kamp Ravensbrück werden naar dit kamp overgebracht, nadat de fabrieken nabij kamp Ravensbrück gebombardeerd waren. Maar de meeste Nederlanders waren politieke gevangenen en verzetsstrijders, o.a. leden van de Stijkelgroep en de groep CS-6. Vanuit het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen werden ze rechtstreeks op transport gezet naar Sachsenhausen. Vanaf eind 1942 verliepen de transporten via kamp Amersfoort, en vanaf 1944 ook via kamp Vught. Naast aan feitenonderzoek hecht Diete Oudesluijs altijd veel waarde aan de ‘oral history’ – het spreken met overlevenden en/of nabestaanden over hun ervaringen. Dat vindt ze belangrijk, want daarmee kan ze de Nederlandse gevangenen weer een gezicht geven en dat was ook mede het doel van dit boek. Daarin is de auteur uitstekend geslaagd. Op een aangenaam leesbare manier vermengt ze de opzet en het functioneren van dit kamp met de getuigenissen van Nederlandse gevangenen, zoals de verzetsstrijders Joop Zwart, Leo van Deene, Jan Budding en Daan Goulooze, om enkele namen te noemen, over de transporten en hun dagelijks leven in Sachsenhausen. Die citaten verlevendigen het boek, waarmee de persoonlijke ervaringen meer tot de verbeelding van de lezer gaan spreken. Al zijn die verhalen haast te schrijnend voor woorden. Sachsenhausen was weliswaar geen vernietigingskamp, zoals Auschwitz, maar er werd wel degelijk geselecteerd. Zieke en zwakke gevangenen werden in de beginjaren van de oorlog omgebracht in de gaskamers van Bernburg en Schloss Hartheim/Mauthausen. Vanaf 1943 beschikte kamp Sachsenhausen over een eigen gaskamer, ook hier gecamoufleerd als doucheruimte. Daarnaast vonden er wel degelijk Vernichtungsaktionen plaats. Dat gebeurde al vanaf 1939. Er was een speciale schietkuil, waar gevangenen gefusilleerd werden, een aantal leden van de Nederlandse OD (Ordedienst) overkwam dit vreselijke lot. Ook stonden er galgen, en sinds 1941 was er een nekschotinstallatie opgezet, waarmee 13.000 tot 18.000 Sovjetsoldaten zijn omgebracht. Op het eind van de oorlog begonnen ook in Sachsenhausen de Dodenmarsen. In groepen van 500 werden de gevangenen op pad gestuurd, de politicus Koos Vorrink was een van hen. Hij was er slecht aan toe en kon nauwelijks geloven dat hij de oorlog zou overleven. De Jehova’s getuigen vertrokken als laatsten. Ondanks uitputting en honger liepen bijna 33.000 gevangenen toch nog hoopvol gestemd vele kilometers naar hun vrijheid. Nog 3.000 mensen, voornamelijk zieken en verplegers, bleven achter in afwachting van de bevrijders. Na de oorlog werd kamp Sachsenhausen overgenomen door de Sovjets en in gebruik genomen als Speziallager, een kamp voor nazi’s en sympathisanten. In 1949 na de oprichting van de DDR werd het kamp opgeheven. Aangezien in dit stadium er geen Nederlanders bij betrokken waren, wordt deze periode in het boek slechts kort aangestipt. Sinds 1956 is Sachsenhausen ingericht als monument en gedenkplaats. Met ‘Sachsenhausers. Sterker dan de dood’ heeft Diete Oudesluijs een waardige nagedachtenis aan de Nederlandse gevangenen in het concentratiekamp Sachsenhausen geschreven. Zonder langdradig taalgebruik, af te dwalen, of overdreven dramatisch te zijn. En dit was hard nodig. Na de oorlog was er voor deze mensen geen belangstelling voor hun leed. Niettemin pakten ze de draad weer op, alsof er niets gebeurd was. Velen werden weer opnieuw politiek actief of hielpen anderszins mee aan de wederopbouw van hun vaderland. De vragen die de aanleiding vormden voor haar onderzoek worden in dit boek allemaal beantwoord door Oudesluijs. Hoewel het boek goed verzorgd is, rijkelijk voorzien van fotomateriaal en noten, kan de redactie hier en daar wat verbeterd worden. Vooral ten aanzien van de citaten, omdat het moeilijk te onderscheiden is waar de overlevende aan het woord is en waar de auteur haar verhaal vervolgt. |
Beoordeling: | Zeer goed |