Titel: | 'Wij waren supermannen' - Jan en Herman Heukels. Broers, fotografen, nationaalsocialisten |
Schrijver: | Vlasblom, M. |
Uitgever: | Boom |
Uitgebracht: | 202 |
Pagina's: | 366 |
ISBN: | 9789024425556 |
Omschrijving: | De naam en het werk van Herman Heukels staan niet in ons collectieve geheugen gebeiteld. De foto’s van deze nationaalsocialist hebben weliswaar niet allemaal een iconische status, maar zijn visualisatie van onder meer de Amsterdamse razzia op 20 juni 1943 zijn wel degelijk beeldbepalend voor de Jodenvervolging. Wat nog minder bekend is, is dat Herman een oudere broer had die net als hij fotografeerde, uit volle overtuiging koos voor de Waffen-SS en als Kriegsberichter actief was aan het Oostfront. Historica Machlien Vlasblom heeft uitgezocht wie de gebroeders Heukels waren, wat ze voor de oorlog deden, waarom ze voor het nationaalsocialisme kozen en wat ze onder de vlag van het hakenkruis hebben uitgevoerd. Het resultaat van haar grondige onderzoek is een lijvig boekwerk met veel fraaie foto’s en dat wat volledigheid betreft weinig te wensen overlaat. In ruim driehonderd pagina’s schetst Vlasblom een ragfijn beeld van de gebroeders Heukels en hun Umwelt. Door uitgebreid aandacht te besteden aan hun familie en de wereld waarin de broers leefden, gaat Vlasblom ver voorbij de grenzen van een platte beschrijving van hun levensloop. Ze baseert zich op het familiearchief met door Herman en Jan geschreven brieven. Overigens valt op dat Herman de betere fotograaf is, maar dat Jan fraaie brieven schreef. Bovendien maakt ze intensief gebruikt van dossiers van het NIOD, het Nationaal Archief en het Bundesarchiv. Dat Vlasblom haar bevindingen bijzonder toegankelijk formuleert, draagt zonder meer bij aan de kwaliteit van het boek. Wel krijgt Herman meer aandacht dan Jan. Dat is op zich niet terecht, maar het zal te maken hebben met de beschikbare bronnen. Vermoedelijk is er van Jan minder bewaard gebleven. De vraag waar het om draait is of het leven van beide broers interessant genoeg is om de aandacht van de lezer zo’n driehonderd pagina’s vast te houden. Op die vraag is maar een antwoord mogelijk: een volmondig ‘JA’. Het leven van beide broers was bizar, gelardeerd met spanning op allerlei niveaus, vol tegenstellingen en onverwachte gebeurtenissen en met een noodlottig einde. Eigenlijk is het raar dat er pas nu een boek over Herman en Jan Heukels is geschreven. Voor de oorlog ontwikkelde Herman zich tot een gewiekste ondernemer en een hardwerkende enthousiaste, kundige en bekende fotograaf. Broer Jan daarentegen was een flierefluiter en steuntrekkende, laconieke nietsnut die zich niet liet hinderen door maatschappelijke conventies, regels en normen. Hoe groot de verschillen tussen de broers ook waren, ze werden wel ondanks de anti-Duitse gezindheid van hun ouders alle twee lid van de NSB. Beiden ontwikkelden zich tot actieve nationaalsocialisten die zich aansloten bij de Waffen-SS en opgeleid werden voor actieve dienst aan het Oostfront. Vooral bij Jan is die keuze opvallend. Hij leek in ieder geval geen man die bereid was zich te onderwerpen aan de discipline van de Waffen-SS. Vlasblom komt helaas niet tot een bevredigend antwoord op de waaromvraag. Het is niet waarschijnlijk dat de broers zich lieten leiden door ideologische overwegingen. Was het dan avonturisme, opportunisme, angst voor het communisme, onvrede over het hier en nu of beïnvloeding? Dat Vlasblom daar geen uitsluitsel over geeft, valt haar niet te verwijten. Op zijn best kun je zeggen dat het waarschijnlijk een combinatie van deze factoren was. Jan weet zich met aanmerkelijk minder talent dan Herman uiteindelijk toch tot een verdienstelijk fotograaf te ontwikkelen, maar wel eentje die zich tijdens de oorlog vrijwel uitsluitend met propaganda-activiteiten bezighoudt. Hij vertrekt als Waffen-SS’er naar onder meer Rusland. Wat hij daar allemaal uitgevoerd heeft, is helaas niet bekend. in die periode werden daar duizenden Joden en partizanen afgeslacht. De beruchte SS’er, zedendelinquent en moordenaar Oskar Dirlewanger was daar actief, maar het is niet bekend of Jan op een of andere manier bij hem of soortgelijke activiteiten betrokken was. Wellicht was hij daar in de strijd tegen partizanen en bij de afslachting van Joden meer dan alleen een met een camera gewapende propagandist. Herman is vooral in Zwolle en later ook in andere Nederlandse steden actief. Onder de vlag van het nationaalsocialisme ontwikkelt hij zich van een uitstekende fotograaf tot een propagandist pur sang en tot een man die bereid is om handelingen uit te voeren die na de oorlog als zware misdrijven werden gekwalificeerd. Hij treedt op als Verwalter van Joodse zaken waarbij hij er geen moeite mee heeft om zichzelf voorraden en inventarissen toe te eigenen. Daarmee maakte hij zich schuldig aan zelfverrijking en profiteerde hij optimaal van de Jodenvervolging. Ook in het klein laat hij zien dat hij het antisemitisme volledig omarmde. Zo smeerde hij tijdens nachtelijk escapades de sloten van Joodse woningen dicht met cement. Ook in andere hoedanigheden treedt hij op als handlanger van de Duitsers. Hij werkte voor het Arbeidsbureau waar hij zich bezighield met de selectie van mannen voor de Arbeitseinsatz. Ook in die rol bouwde hij als snel de naam op van een fanatieke man met de flexibiliteit van gewapend beton. Een prettig karakter had Herman dan ook niet. Hij was driftig, een ruziemaker en een nerveus type waardoor hij zelfs bij de Waffen-SS werd ontslagen. Uiteindelijk loopt het met beide broers slecht af. Herman wordt na de oorlog opgepakt en vastgezet. Geestelijk ging het bergafwaarts met hem. Hij werd verteerd door spijt en werd zwaar depressief. Hem wachtte een zware straf, maar die ontliep hij door zichzelf op 26 april 1947 op te hangen. Pas vele maanden later zou Jan te horen krijgen dat zijn broer was overleden. Jan bracht in het buitenland wel een korte tijd door in verschillende kampen, maar uiteindelijk stond hij niet voor de Nederlandse rechter. Oud werd hij niet, want op 45-jarige leeftijd overleed hij in een Duits ziekenhuis aan lymfeklierkanker. Het boek bevat voor zover kan worden nagegaan weinig tot geen fouten, maar wel enkele onvolkomenheden. Zo noemt de schrijfster het Tribunaal van Zwolle een kantongerecht, maar dat was het natuurlijk niet. Waarschijnlijk wilde ze door dit begrip te gebruiken voorkomen dat ze moest uitleggen wat het verschil is tussen een tribunaal, een gewone rechtbank en een Bijzonder Gerechtshof. In de bronnenlijst gebruikt ze in ieder geval wel de juiste begrippen. Ze verzuimt ook te vermelden dat Jan bij verstek werd veroordeeld en dat voor verstekzaken andere regels golden. Dit soort onregelmatigheden doen echter geen afbreuk aan de kwaliteit van het boek. Vlasblom heeft een prachtboek geschreven dat een groot lezerspubliek verdient en dat recht heeft op een plaats in de eregalerij van Nederlandstalige boeken over de Tweede Wereldoorlog. |
Beoordeling: | Uitstekend |