Het Fokker D.XIII jachtvliegtuig werd begin jaren 1920 ontwikkeld en speelde geen rol operationele rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toch speelde dit toestel een belangrijke rol in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. De Duitse industrieel Hugo Stinnes schafte 50 toestellen aan die werden gebruikt bij de Duitse vliegschool te Lipetsk in Rusland. Hier werden, met toestemming van de Sovjet-Unie, de eerste piloten voor de latere Luftwaffe opgeleid tussen 1925 en 1933.
De Fokker D.XIII ontstond vanuit het debacle met de onverkoopbare D. XII. Fokker ontwerper Reinhold Platz besloot een totaal nieuw toestel te ontwikkelen, waarvan het ontwerp de aandacht trok van de Amerikanen. Zij bestelden in Nederland een toestel onder de noemer PW-7. Na testvluchten in Nederland, werden door de Amerikanen nog eens twee prototypen besteld. De drie toestellen werden verscheept naar de Verenigde Staten en daar puur als experimentele vliegtuigen gebruikt. De werden ingezet op vliegbasis McCook Field waar ze nog tot hun buitendienststelling in 1925 werden gebruikt.
Er volgde geen serie bestelling maar Fokker gebruikte de PW-7 als basis voor de Fokker D.XIII. Toen het prototype ging vliegen bleek het direct het op dat moment snelste jachtvliegtuig ter wereld en had op 16 mei 1926 al vier wereldrecords op zijn naam.
Ondanks de goede prestaties werden alleen door de Duitse industrieel Hugo Stinnes vijftig exemplaren besteld. Volgens de papieren bestelde hij deze toestellen voor export naar Argentinië. De toestellen werden echter overgebracht naar de Sovjet-Unie.
De Sovjet Unie was geen ondertekenaar van het Verdrag van Versailles dat Duitsland verbod vliegtuigen aan te schaffen. Duitsland en de Sovjet Unie ondertekenden op 16 april 1922 het Verdrag van Rapallo, dat het Duitsland toestond op Sovjet grondgebied vliegtuigen te bezitten. Er werd daarom een Duitse vliegschool, de Wissenschaftliche Versuchs- und Prüfanstalt für Luftfahrzeuge voor de toekomstige Luftwaffe opgericht in de Russische plaats Lipetsk. De vijftig D.XIII toestellen gingen dan ook hier naartoe. Tussen 1925 en 1933 leidde de Luftwaffe op deze vliegschool 125 jachtpiloten en 100 waarnemers op.
Toen de vliegschool werd gesloten, werden de overgebleven D.XIII toestellen als compensatiebetaling overgeheveld naar de Sovjet luchtmacht. Ongeveer de helft was nog vliegwaardig en de Sovjet Unie kocht bij Fokker twee aanvullende D.XIII toestellen. De Sovjet vliegtuigen werden aangeduid als I-39 of ook wel I-LD en zijn tot 1933 in gebruik geweest.
Type: | Fokker D.XIII |
Taak: |
jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
11,53 meter |
Vleugeloppervlakte: |
21,80 m2 |
Lengte: |
7,30 meter |
Hoogte: |
2,90 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.180 kg Max. gewicht: 1.610 kg |
Motor: |
1x Napier Lion XI motor 570 pk (425 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 270 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
600 km |
Plafond: |
8.000 meter |
Bewapening: |
2x 7,92 mm LMG 08/15
machinegeweren |
Productie: |
53 |