De Fokker S.II was een lesvliegtuig uit 1922, waarvan vijftien geproduceerd werden en bij de Luchtvaardienst operationeel waren tot begin jaren 1930. Hoewel deze toestellen dus al voor de Tweede Wereldoorlog waren afgevoerd, werd één toestel in mei 1940 op vliegveld de Vlijt op Texel buitgemaakt door de Duitsers. Dit was toestel L-94 welke in 1930 was omgebouwd tot Nederlands eerste ambulancevliegtuig.
Begin jaren 1920 ontwierp Fokker ontwerper Reinhold Platz het tweede Fokker lesvliegtuig de S.II. Het werd een dubbeldek vliegtuig waarbij de ondervleugel korter werd dan de bovenvleugel. De romp was bij de cockpit opvallend breed doordat de instructeur en leerling naast elkaar zaten. De aanvankelijke aandrijving werd verzorgd door een 110 pk (82 kW) Thulin motor.
De Luchtvaartafdeling bestelde in totaal veertien toestellen die genummerd werden van 85 tot en met 98. Het eerste toestel, ook wel aangemerkt als 84 werd nooit aan de LVA geleverd, maar werd in 1923 gebruikt voor belastingproeven. De toestellen waren besteld ter vervanging van de Spijker V.2. In 1923 kwamen ze in dienst en waren aangedreven door een 110-125 pk Thulin G motor. Deze motoren werden rond 1926 vervangen door een 110 pk Le Rhone-Oberursel motor of een Zweedse licentie uitvoering hiervan, aangemerkt als Thulin X.
Alle S.II toestellen werden ingedeeld bij de Vliegschool op de vliegbasis Soesterberg en ingezet bij de beginopleiding. De opleiding hierna werd op de Fokker S.IV uitgevoerd. Rond het midden van de jaren 1930 werden alle S.II toestellen afgeschreven en uit de dienst teruggetrokken op de 94 na.
Type: | Fokker S.II |
Taak: |
lesvliegtuig |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
11,20 meter (bovenvleugel) 10,16 meter (ondervleugel) |
Vleugeloppervlakte: |
? m2 |
Lengte: |
7,18 meter |
Hoogte: |
2,79 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 818 kg Max. gewicht: 1.202 kg |
Motor: |
1x Le Rhone-Oberursel motor 110 pk (? kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 160 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
900 km |
Plafond: |
4.500 meter |
Bewapening: |
geen |
Productie: |
15 |
Toestel 94 werd in 1930 op verzoek van de Vliegmedische dienst van de Luchtvaartafdeling omgebouwd tot ambulancevliegtuig. De S.II was hier uitermate geschikt voor vanwege de al bredere romp en de korte landingsbaan die nodig was om de landen en op te stijgen. Op 3 maart 1930 begon men op Soesterberg met het ombouwen van toestel 94.
Een cabine uit plexiglas werd gebouwd tussen de romp van het toestel en de bovenvleugel. Tussen die bovenvleugel en de staartsectie werd boven op het toestel een afneembaar deksel gemonteerd waarlangs een brancard in en uit het vliegtuig kon worden geplaatst en genomen. Naast de stoel van de piloot werd een zitplaats gecreëerd voor de verzorger. Met een 218 pk Armstrong Siddeley-motor kon een afstand van 400 km worden afgelegd.
Geheel wit geschilderd en voorzien van een groot rood kruis op beide flanken van het toestel, maakte het op 13 februari 1932 de eerste vlucht en kreeg als typeaanduiding S.IIA. Later werden de N-stijlen tussen de vleugels als experiment vervangen door X-stijlen en de motor door een 90 pk Curtiss X-5.
Er werd maar één toestel omgebouwd en deze werd voornamelijk ingezet op de Waddeneilanden. In mei 1940 bevond dit toestel zich op vliegveld De Vlijt op Texel en viel daar in handen van de Duitsers. Het was ingedeeld bij de Jachtvliegschool van het 3e Luchtvaartregiment. Het is onbekend wat hierna van het toestel is geworden.