De W-klasse (I) torpedobootjager HMS Whirlwind kwam begin 1918 in dienst bij de Royal Navy en maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog deel uit van de 6th Destroyer Flotilla, Dover Patrol. Tijdens het interbellum maakte het schip deel uit van de Atlantic Fleet en vanaf 1933 van Home Fleet. Vanaf 194 in reserve werd het schip bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog weer geactiveerd. Op 5 juli 1940 werd HMS Whirlwind door U 34 tot zinken gebracht.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Swan Hunter &
Wigham Richardson, Wallsend |
mei 1917 |
15 december 1917 |
15 maart 1918 |
5 juli 1940 (U 34) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
april 1918 |
september 1918 |
HMS
Whirlwind (H41), 6th Destroyer Flotilla, Dover Patrol |
||
september 1918 |
HMS
Whirlwind (D25), 1st Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet |
|||
1918 |
1919 |
HMS
Whirlwind (G73), 1st Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet |
||
1919 |
HMS Whirlwind (D27),
1st Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet |
|||
1920 |
1926 |
HMS Whirlwind (D30), 1st Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet | ||
6 januari 1926 |
1934 |
HMS Whirlwind (D30),
5th Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet |
||
1934 |
1939 |
HMS Whirlwind (D30),
Reserve, Nore Command |
||
1939 |
1940 |
HMS
Whirlwind (D30), 11th Destroyer Flotilla |
||
mei 1940 |
1940 |
HMS Whirlwind (I30),
11th Destroyer Flotilla |
De Admiralty W-klasse torpedobootjager HMS Whirlwind werd op 9 december 1916 besteld. De kiel voor het schip werd in mei 1917 gelegd aan de werf van Swan Hunter & Wigham Richardson te Wallsend. Op 15 december 1917 werd het schip te water gelaten en op 15 maart 1918 afgeleverd. Het was het eerste schip bij de Royal Navy met deze naam.[1]
Na haar in dienst stelling werd HMS Whirlwind toegevoegd aan de 6th Destroyer Flotilla, Dover Patrol waarmee het schip deelnam aan aanvallen op Zeebrugge en Oostende. Na de Duitse overgave eind 1918 werd de Whirlwind overgeheveld aan de 1st Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet. In juli 1922 werd onderzeeboot HMS H24 per ongeluk geramd door HMS Vancouver (G04), waarna de Whirlwind assisteerde bij het in veiligheid brengen van de bemanning van de onderzeeboot. Met enige onderbrekingen diende het schip bij de 1st Destroyer Flotilla tot het op 6 januari 1926 werd overgeheveld naar de 5th Destroyer Flotilla. Hier verbleef de Whirlwind met enige onderbrekingen tot 25 mei 1934 waarna het bij Nore Command in reserve ging.[2]
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Whirlwind weer geactiveerd en in dienst gesteld bij de 11th Destroyer Flotilla voor konvooidienst in de Western Approaches vanuit Plymouth. Na de Duitse inval in Noorwegen, werd HMS Whirlwind naar Scapa Flow gedirigeerd voor escortediensten ten bate van militaire konvooien naar Noorwegen. Begin juni 1940 werd het schip vrijgegeven voor opnieuw escortediensten in de Western Approaches. Op 5 juli 1940 werd het schip, tijdens een anti-onderzeeboot patrouille, tot zinken gebracht, ten zuidwesten van Ierland, in de Noord-Atlantische Oceaan, door U 34 onder bevel van Wilhelm Rollmann. Bij het voorval kwamen 57 bemanningsleden om het leven, de overigen werden gered door HMS Westcott (I47).[3][4]
Naam: | HMS WHirlwind |
Callsign/Registratie: |
H41, D25, G73, D27, D30, I30 |
Bouwer: |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / W-klasse (I)
, Admiralty W-klasse |
Waterverplaatsing: |
1.100 t (standaard) 1.470 t (maximaal) |
Lengte: |
95,13 meter |
Breedte: |
8,99 meter |
Diepgang: |
4,44 meter |
Aandrijving: |
3 Yarrow type Water-tube boilers 2 Brown-Curtis stoomturbines 2 schachten 27.000 shp (20.000 kW) |
Snelheid: |
34 knopen (63 km/u) |
Bereik: |
4.800 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
bouw: 4x1 102 mm QF Mark V geschut 1x4 40 mm QF luchtafweergeschut 5x 7,92 mm Lewis machinegeweren 2x3 533 mm torpedolanceerinstallaties |
Bemanning |
114 |
Commander Reginald Saint Pierre
Parry
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
27 februari 1918 |
Lieutenant-Commander Brian
Cameron Gourley (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
20 februari 1919 |
Lieutenant-Commander William
Archibald Compton Salmond (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
augustus 1919 - 21 maart 1921 |
Lieutenant-Commander Thomas
Charles Alexander Heathcote Ouchterlony (Luitenant ter zee der 1ste
klasse) |
7 april 1921 |
Lieutenant-Commander Ivan Beale
Colvin (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
april 1923 |
Lieutenant-Commander Donald
Scott McGrath (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
2 mei 1925 |
Lieutenant-Commander Gerald
Morell McKenna (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
december 1925 |
Lieutenant-Commander John
Douglas Harvey (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
1 mei 1926 - 10 december 1927 |
Lieutenant-Commander Henry
Clanchy (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
29 maart 1928 |
Lieutenant-Commander Francis
Stephen Walter de Winton (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
2 december 1929 |
Lieutenant-Commander Richard
Edmund Hyde-Smith (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
31 december 1931 |
Commander Roger Prideaux Selby
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
14 januari 1933 |
Lieutenant-Commander Thomas John
Norman Hilken (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
1933 - 24 mei 1934 |
Lieutenant-Commander Michael
Wentworth Ewart-Wentworth (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
15 juni 1939 |
Lieutenant-Commander John
Malcolm Rogers (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
10 oktober 1939 - 5 juli 1940 |