HMS Venetia was een Admiralty V-klasse torpedobootjager en kwam eind 1917 in dienst bij de Grand Fleet. Na de Eerste Wereldoorlog ingezet in de Baltische Zee ten tijde van de Russische burgeroorlog om vervolgens naar de Middellandse Zee te wijn gezonden en daarna aan de Reserve Fleet toegevoegd. Voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog werd het schip gereactiveerd en als escorteschip ingezet. Op 19 oktober 1940 liep het schip in de monding van de Thames op een mijn en zonk.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Fairfield
Shipbuilding and Engineering Company, Govan |
2 februari 1917 |
29 oktober 1917 |
19 december 1917 |
19 oktober 1940 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1917 |
HMS Venetia (F9A),
Harwich Force |
|||
januari 1918 |
HMS Venetia (F93), 13th Destroyer Flotilla |
|||
april 1918 |
HMS Venetia (F14),
13th Destroyer Flotilla |
|||
februari 1919 |
HMS Venetia (D53),
2nd Destroyer Flotilla |
|||
HMS Venetia (D53),
Mediterranean Fleet |
||||
HMS Venetia (D53),
Reserve Fleet |
||||
juni 1932 |
HMS Venetia (D53),
2nd Submarine Flotilla |
|||
augustus 1934 |
HMS Venetia (D53),
2nd Destroyer Flotilla |
|||
oktober 1936 |
HMS Venetia (D53),
Reserve Fleet |
|||
1939 |
HMS Venetia (D53),
Southwest Approach Command |
|||
mei 1940 |
HMS Venetia (I53),
Nore Command |
De Admiralty V-klasse (1917) torpedobootjager HMS Venetia werd op 30 juni 1916 besteld volgens de negende bestelling via het 1916-17 Naval Programme. De kiel voor het schip werd gelegd op 2 februari 1917 op de scheepswerf van de Fairfield Shipbuilding and Engineering Company in Govan, Schotland. Op 29 oktober 1917 werd het schip te water gelaten en op 19 december 1917 afgeleverd en in dienst gesteld als HMS Venetia (F9A)
In januari 1918 werd haar nummer gewijzigd en kreeg het schip de aanduiding HMS Venetia (F93) en werd het schip ingedeeld bij de 13th Destroyer Flotilla, waarmee het met de Grand Fleet streed tegen de Duitse vloot. Hierbij wijzigde haar nummer in april van datzelfde jaar in HMS Venetia (F14). Na de Eerste Wereldoorlog werd het schip aangeduid als HMS Venetia (D53) en werd het schip vanaf februari 1919 ingedeeld bij de 2nd Destroyer Flotilla. Na een korte tijd bij de Reserve Fleet werd Venetia op 25 augustus 1920 weer i dienst gesteld. Vanaf 31 augustus 1921 maakte het schip deel uit van een smaldeel dat bezoek bracht aan de Baltische Zee ten tijde van de Russische Burgeroorlog en op 15 oktober 1921 weer terugkeerde in thuiswateren. Na weer een tijd op reserve, kwam HMS Venetia op 15 september 1924 weer operationeel om vervolgens op 19 mei 1927 te worden afgeschreven en onder Dockyard Control geplaatst in Devonport waarna het schip op 30 maart 1928 weer werd gereactiveerd. Na wederom een periode in reserve volgde opnieuw een activering op 19 november 1929 en nogmaals op 14 juni 1932. Dit keer werd HMS Venetia ingedeeld bij de 2nd Submarine Flotilla. Op 31 augustus 1934 volgde verplaatsing naar de 2nd Destroyer Flotilla. Op 27 oktober 1936 ging het schip wederom in reserve.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd HMS Venetia weer operationeel gemaakt en vanaf oktober 1939 ingezet bij konvooidiensten met de Destroyer Division 33, 17th Destroyer Flotilla bij Western Approaches Command. In mei 1940 werd het schip overgeheveld naar Nore Command om te worden ingezet bij de evacuatie van Geallieerd personeel uit Nederland, België en Frankrijk. Hierbij was HMS Venetia op 12 mei 1940 betrokken met HMS Vivacious (D36) en HMS Codrington (D65) bij de evacuatie van de Nederlandse Koninklijke familie toen deze vanuit Hoek van Holland door HMS Codrington naar Groot Brittannië werden gebracht. Later die maand, op 23 mei, was het schip betrokken bij de evacuatie van Britse troepen uit Boulogne. Hierbij werd het schip ernstig beschadigd en liep het zelfs vast in de haven. Met hulp van andere schepen wist HMS Venetia te ontkomen en Dover te bereiken.[1]
Nadat het schip hersteld was kon het in augustus 1940 weer operationeel worden bij Nore Command en werd ingezet bij konvooidiensten en patrouilles op de Noordzee en in de monding van de Thames. Op 19 oktober 1940 liep het schip hierbij op een mijn bij Knob Buoy en de Thames monding. Op 22 km ten Noordwesten van Margate in Kent, zonk het schip. Hierbij kwamen 35 opvarenden om het leven.[2]
Naam: | HMS Venetia |
Callsign/Registratie: |
F9A, F93, F14, D53, I53 |
Bouwer: |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / Admiralty V-klasse (1917) |
Waterverplaatsing: |
1.272 t standaard |
Lengte: |
95,10 meter |
Breedte: |
8,20 meter |
Diepgang: |
3,40 meter |
Aandrijving: |
3 Yarrow type Water-tube boilers Brown-Curtis stoomturbines 2 schachten 27.000 shp |
Snelheid: |
34 knopen (62,97 km/u) |
Bereik: |
6.500 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
4x1 QF 102mm L/45 Mark V
geschut, P Mk.I affuit 2x Mark II QF 40 mm L/39 "pom-pom" luchtafweergeschut (of 1x QF 76 mm 20 cwt Mark I geschut op HA Mk.II affuit) 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
110 |
Commander Arthur E. H. Wright (Kapitein-Luitenant ter zee) | 30 november 1917 |
Lieutenant-Commander Hugh R.
Troup (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
15 januari 1921 |
Lieutenant-Commander Valentine M. Wyndham-Quin (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 22 augustus 1922 |
Lieutenant-Commander Reginald
Nash (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
1 januari 1924 |
Lieutenant-Commander Ivan B.
Colvin (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
1 december 1925 - 17 mei 1927 |
Lieutenant-Commander Harold R.
W. Turnor (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
15 maart 1928 |
Commander Ivan B. Colvin
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
30 maart 1928 |
Lieutenant-Commander Benjamin C.
S. Martin (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
5 april 1928 |
Lieutenant-Commander Denys R.
Brocklebank (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
3 maart 1930 |
Lieutenant-Commander Stuart E.
Crewe-Read (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
2 mei 1932 - 1933 |
Lieutenant-Commander Richard G.
Stewart (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
31 augustus 1934 |
Commander Mark Fogg-Elliott
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
mei 1936 |
Commander John William Musgrave
Eaton (Kapitein-Luitenant ter zee) |
31 juli 1939 |
Commander Guy Robert Pilcher
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
13 oktober 1939 |
Lieutenant John
Henry Eaden (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
20 november 1939 |
Lieutenant-Commander Bernulf
Henry de Clegg Mellor (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
27 maart 1940 |
Lieutenant-Commander Desmond
Lisburn Curtis Craig (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
25 mei 1940 - 19 oktober 1940
(omgekomen) |