De S-klasse (I) torpedobootjager HMS Shikari kwam pas in 1924, ver na de Eerste Wereldoorlog, in dienst. Het schip werd tijdens het Interbellum ingezet als controleschip voor het doelschip HMS Agamemnon (1906). Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet als escortejager en was tijdens de evacuatie bij Duinkerken het laatste schip dat de haven van Duinkerken verliet. De rest van de oorlog opereerde het schip als escortejager tot het uit operationele dienst werd genomen en als opleidingsschip werd ingezet. In september 1945 werd het schip verkocht om te worden gesloopt.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
William Doxford
& Sons, Sunderland |
15 januari 1918 |
14 juli 1919 |
april 1924 |
4 november 1945 (verkocht voor sloop) |
Bouwnummer : |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1924 |
1939 |
HMS Shikari (D85),
Target ship control vessel, Fleet Target Service |
||
januari 1940 |
juni 1940 |
HMS
Shikari (D85)/(I85), 16th Destroyer Flotilla |
||
juni 1940 |
september 1941 |
HMS
Shikari (I85), 22nd Destroyer Flotilla |
||
september 1941 |
mei 1943 |
HMS Shikari (I85),
1st Escort Group |
||
mei 1943 |
september 1944 |
HMS Shikari (I85),
2nd Escort Group |
De Admiralty S-klasse torpedobootjager HMS Shikari werd in april 1917 besteld. De kiel van het schip werd op 15 januari 1918 gelegd bij William Doxford & Sons in Sunderland. Op 14 juli 1919 werd het schip te water gelaten waarna het werd afgebouwd bij de Chatham Dockyard. HMS Shikari werd afgebouwd als controleschip voor het doelschip HMS Agamemnon (1906). In deze hoedanigheid kreeg het schip geen bewapening en werd uitgerust met een extra opbouw voor de radio controle apparatuur, geplaatst tussen de twee schoorstenen. In februari 1924 werd het schip in dienst gesteld.[1][2][3]
DE gehele periode tussen de twee Wereldoorlogen, het Interbellum, bleef HMS Shikari opereren als controleschip voor doelschepen, eerst HMS Agamemnon en later HMS Centurion (1911). Ten tijde van de zogenaamde Invergordon Muiterij, één van de weinige stakingen bij de Royal Navy, in 1931, was HMS Shikari betrokken. Als controleschip werd het zowel ingezet rond de Britse eilanden als in de Middellandse Zee. Bij Malta raakte het schip op 2 februari 1939 in aanvaring met HMS Griffin (H31) waarbij het schip licht werd beschadigd.[4]
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd HMS Shikari weer ingericht als torpedobootjager et een bewapening wat haar uitermate geschikt maakte als escortejager. De hoofdbewapening bestond uit een enkel stuk 102 mm geschut op het voorschip en een stuk 76,2 mm luchtafweergeschut midscheeps. Twee viervoudige 12,7 mm Vickers luchtafweer mitrailleur opstellingen completeerden de luchtafweer. Een aantal dieptebommenwerpers en dieptebommenrekken voor de 112 aanwezige dieptebommen maakten het mogelijk een veertienvoudig dieptebommen patroon af te werpen in één keer. Om onderzeeboten op te sporen werden een Type 286 radar en Type 133 Sonar toegevoegd.[5][6]
Vanaf januari 1940 was HMS Shikari operationeel en begon het met escortedienst. HMS Shikari was één van de torpedobootjager die naar Duinkerken werd gezonden om te helpen bij de evacuatie van Britse troepen. Het schip voerde een eerste trip vanuit Duinkerken uit op 28 mei 1940 en raakte op 1 juni beschadigd bij een Duits luchtbombardement. In de nacht van 3 op 4 juni 1940 was HMS Shikari het laatste schip dat de haven van Duinkerken verliet. Het schip had tot dan toe zeven tochten aar Duinkerken gemaakt om troepen op te halen. Hierbij werden 3349 manschappen overgezet.[7][8]
Na de strijd in Frankrijk werd HMS Shikari weer ingezet als escorteschip, waarmee het schip de rest van de oorlog zich bezig hield. Aanvankelijk als onderdeel van een torpedobootjagerflottielje en later van escortegroep. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het aantal dieptebommen gereduceerd tot het afwerpen van een tienvoudig patroon en werden de Vickers machinegeweren vervangen door een enkele 20 mm Oerlikon luchtafweergeschut. Ook het 76,2 mm geschut werd verwijderd om een nieuwe Type 271 radar op een verhoogde mast te kunnen plaatsen.[9][10]
In september 1944 werd HMS Shikari teruggetrokken uit de escortedienst en ingezet als opleidingsschip. Ook in deze hoedanigheid werden diverse escortes uitgevoerd tot het schip in september 1945 werd verkocht om te worden gesloopt. Op 4 november 1945 begon de sloop aan de werf van Cashmore.
Naam: | HMS Shikari |
Callsign/Registratie: |
D85, I85 |
Bouwer: |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
Bouwnummer: |
|
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / S-klasse (I)
, Admiralty S-klasse |
Waterverplaatsing: |
1.075 t (standaard) 1.220 t (maximaal) |
Lengte: |
84 meter |
Breedte: |
8,15 meter |
Diepgang: |
3,30 meter |
Aandrijving: |
2 stoomturbines 3 Yarrow boilers 2 schachten 27.000 shp (20.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (66,67 km/u) |
Bereik: |
5.090 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
1x1 QF 101.6 mm Mark IV geschut 1x 76,2 mm luchtafweergeschut (later verwijderd) 2x4 12,7 mm Vickers luchtafweer later 1x 20 mm Oerlikon (ipv Vickers) 112 dieptebommen |
Bemanning |
90 |
Commander Franklin Ratsey
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
5 februari 1924 |
Lieutenant-Commander Francis B.
Hanson (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
30 juni 1925 - 19 februari 1927 |
Commander Laurence R. Palmer
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
8 juni 1927 |
Commander Geoffrey S. Holden
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
26 november 1928 |
Commander Hamilton E. Snepp
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
2 december 1929 |
Commander Roland F. B. Swinley
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
29 december 1930 - 4 juli 1932 |
Commander Frederic J. Walker
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
mei 1933 |
Commander Cecil A. N. Chatwin
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
9 november 1933 - 19 juli 1934 |
Commander Henry C. Chads
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
5 januari 1935 |
Lieutenant-Commander George E.
C. Wood (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
6 januari 1937 |
Commander Frederick R. Parham
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
4 mei 1937 - 31 december 1937 |
Commander John Hext Lewes
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
7 juli 1939 |
Lieutenant-Commander Hugh
Nicholas Aubyn Richardson (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
27 november 1939 |
Lieutenant-Commander George
Herbert Derik Deny Williams (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
25 september 1941 |
Lieutenant-Commander Denys
Arthur Rayner (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
15 maart 1943 - oktober 1943 |
Lieutenant Edward Harry Utten
Cautley (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
21 maart 1944 |
Lieutenant Edward Austin Tyrer (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | 12 maart 1945 - 2 juni 1945 |